Tekst Adriaan Duivesteijn
Foto Edwin Walvisch

Lennart Langbroek (37), secretaris-directeur van de Nederlandse Sportraad (NLsportraad), beoefent zelf vijf sporten, al heeft hij de laatste tijd wat minder zin in tennissen. Hij staat op de foto met een portret van basketballer LeBron James. Dat het om een wereldvermaard sporter gaat, is niet de voornaamste reden.

Wat dan wel?

“Zijn levensverhaal is klassiek Amerikaans: van ‘the projects’ tot sportmiljardair. LeBron James is een boegbeeld voor heel veel Afro-Amerikanen, maar ook een van de weinige topsporters die zich politiek en goed geïnformeerd uitspreekt, tegen Trump bijvoorbeeld. Ik volg hem al jaren.”

En die uitspraak op de foto?

“‘You have to be able to accept failure to get better.’ Durf fouten te maken! Dit geef ik ook mijn team mee. Ik heb liever dat mensen dingen proberen, soms falen om daar vervolgens van te leren. Leidinggevenden kunnen dat stimuleren. Ik heb het idee dat er voor fouten maken steeds minder ruimte is binnen de ambtenarij. De minister moet te allen tijde beschermd worden, anders falen we?”

Waar moeten we in Nederland iets aan doen?

“Nederland is Europees kampioen zitten. Ondanks allerlei beleidsinterventies zijn we in twintig jaar niks opgeschoten. Bewegen is niet alleen goed voor de fysieke, maar ook voor de mentale gezondheid. De NLsportraad heeft geadviseerd om sport en bewegen een publieke verantwoordelijkheid te maken, vastgelegd in een sportwet: voor iedereen toegankelijk, van goede kwaliteit en georganiseerd door de sportbranche.”

Je tatoeage valt op: twee handen en het getal 13. Daar heb je wat mee?

“Ik ben op 13 januari geboren, een broer op 1 maart (1-3 is ook 13) en een broer op 13 mei. Met hem voetbalde ik in hetzelfde team, hij had rugnummer 13 en was mijn beste vriend. In 2017 is hij overleden…”

Je bent ooit ‘uitgeleend’ aan de NLsportraad, waar wil je nog meer aan uitgeleend worden?

“Aan NPO Radio 1 Langs de Lijn op zondag. Om lekker over sport te praten. Ik praat veel, dat vinden ze hier op het werk en thuis ook. Dan kan ik dus de hele dag legitiem praten over wat ik het allerleukste vind.”