Tekst Marc Mijer
Foto Tineke Dijkstra

De Jonge Klimaatbeweging (JKB) bundelt de stemmen van meer dan zeventig jongerenorganisaties, om het Nederlandse klimaat- en duurzaamheidsbeleid te beïnvloeden. De achterban bestaat daarmee uit circa 100.000 jongeren van 16 tot en met 32 jaar, afkomstig van stad en platteland, werkend en studerend van MBO tot WO. De JKB haalt doorlopend input bij hen op. Dit vertaalt zich onder meer in de Jonge Klimaatagenda, die beschrijft hoe Nederland er volgens de jongeren in 2050 uit moet zien. 
 

Aniek Moonen is per 1 oktober 2021 voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging. De JKB neemt sinds kort deel aan het Bestuurlijk Overleg Circulaire Economie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

“Het is gek dat keuzes over de toekomst gemaakt worden door mensen die daar grotendeels geen deel van zullen uitmaken.” Aniek legt de vinger onomwonden op de zere plek. “Als jongeren zijn wij afhankelijk van een oudere generatie die de deur voor ons op een kier wil zetten. Gelukkig gebeurt dat steeds vaker. Want de huidige beleidsmakers kunnen er echt iets aan hebben als jongeren meepraten. Wij kunnen unieke oplossingen aandragen, omdat we minder gevormd zijn door het leven en minder last hebben van ingesleten gewoontes. Mobiliteit verduurzamen doordat uiteindelijk iedereen een elektrische auto voor de deur heeft staan? Jongeren hoeven helemaal geen eigen auto. Laten we vervoersmiddelen delen. Dat is veel duurzamer.”

JKB on Tour

De Jonge Klimaatagenda geeft duidelijk weer hoe jongeren de economie anno 2050 voor zich zien. “Aan de productiezijde willen we een systeem dat draait op gesloten kringlopen, waarbinnen afval niet meer bestaat. Aan de consumptiezijde moet ‘kopen-kopen-kopen’ getransformeerd worden tot ‘delen-lenen-huren’. Gedeeld gebruik staat centraal in de circulaire economie. Wat ik zelf voor mij zie, is een wereld waarin wij andere prioriteiten stellen. Niet koste wat het kost zoveel mogelijk verdienen, maar koste wat het kost inzetten op welzijn voor mens en natuur.”
De JKB beperkt zich niet tot de eigen achterban. De organisatie zoekt ook jongeren op die maatschappelijk misschien wat minder betrokken lijken. “We hebben het Jonge Klimaatpanel opgezet. Inmiddels 1.500 individuele jongeren vullen elke maand een korte vragenlijst in over thema’s zoals klimaatverandering en circulariteit. Daarnaast hebben we ‘JKB on Tour’. Met vrijwilligers toeren we langs MBO’s om daar het gesprek aan te gaan.”

“Voorts ben ik van mening dat… de keuzes over de toekomst gemaakt moeten worden door degenen die daar deel van uitmaken.”

Drang en dwang

Resulteren de inspanningen ook in een gedragsverandering onder jongeren? Aniek: “Wij zijn geen onderzoeksbureau, dus dat is moeilijk te zeggen. Wel merken wij dat steeds meer jongeren zich zorgen maken. Maar het ontbreekt soms aan handvatten om echt iets te doen. Dat merkte ik zelf ook toen ik op vakantie ging. Ik wilde niet naar Frankrijk vliegen, maar met de trein gaan. Dat blijkt dan ingewikkeld om te boeken, en nog een stuk duurder ook. Een ander voorbeeld: mijn strijkijzer ging stuk. Graag zou ik het voor reparatie terugsturen naar de fabrikant, maar dat kan niet. Het zou veel gemakkelijker moeten zijn om het duurzame gedrag te vertonen. Uit onze panels en onderzoeken blijkt dat jongeren vinden dat de overheid veel meer sturend zou moeten optreden.” Aan de eerste deelname aan het Bestuurlijk Overleg Circulaire Economie hield de JKB het gevoel over dat er wel wat meer drang en dwang bij de transitie mag komen kijken. “We zijn erg blij dat we hier mogen aanschuiven, want dat vormt een erkenning van het jongerenbelang. Maar het onderwerp heeft nog niet de urgentie die het moet hebben. Neem nou het doel om in 2030 een economie te hebben die voor 50% circulair is; wat betekent dat nu concreet voor een baksteenfabrikant, of een fabrikant van plastic verpakkingen? En als je kijkt naar het huidige regeerakkoord, werden er in 2017 daar slechts drie zinnetjes aan de circulaire economie gewijd. We zullen snel concretere subdoelen nodig hebben om handvatten te bieden aan grondstofverbruikers. Momenteel is het nog  een doel- en beleidsarm onderwerp. Dan kun je niet aan jongeren verkopen dat de transitie naar een circulaire economie een prioriteit is voor de overheid. We moeten echt versnellen met zijn allen, en de overheid moet er veel steviger op gaan sturen. Wees bijvoorbeeld niet bang om producenten te verplichten om spullen te maken die reparabel zijn. Als je een doel voor ogen hebt, moet je ook daadkrachtig durven zijn.”