Tekst Marc Mijer
Foto Tineke Dijkstra
Het is een staaltje circulair ondernemen waarvan de cijfers je doen duizelen: NS moderniseert 656 treinrijtuigen van 20 jaar oud, verlengt zo hun levensduur met nogmaals 20 jaar, hergebruikt daarbij 99% van de materialen en redt 40 miljoen kilogram aan grondstoffen. Van alle materialen komt 85% ‘als nieuw’ terug in de gemoderniseerde treinen, 14% krijgt een bestemming elders. Een voorbeeld van dat laatste: oude treinvloeren, die in 20 jaar 5.7 miljoen kilometer gereisd hebben en 44 miljoen voeten hebben gedragen, beginnen een tweede leven als onder meer tafeltennistafels, meubilair en een keukenblok op het NS-hoofdkantoor in Utrecht.
Ilse van Eekeren is Programmamanager Circulair Ondernemen bij NS en nam namens haar bedrijf de Circular Award Business 2021 in ontvangst.
Deze enorme impact was voor Ilse reden om dit moderniseringsproject van NS op te geven voor de Circular Award. “Daarnaast wilde ik laten zien dat circulair ondernemen wél kan. En inspireren. Want als dit met treinen lukt, moet het toch met alle bedrijfsmiddelen kunnen? Waardevolle materialen verdienen een tweede leven. Die visie wil ik met zoveel mogelijk partijen delen, in de hoop het ook buiten ons bedrijf op te schalen.” Wat daarbij zal helpen, is dat de aanpak van NS meer dient dan alleen het circulaire doel. “Het is een snoeiharde business case. Het moderniseren van treinen betekent dat je oude rijtuigen niet hoeft af te voeren en geen nieuwe hoeft te kopen. Deze werkwijze is dus niet alleen goed voor de planeet, maar ook voor de portemonnee. En voor onze werkgelegenheid.”
Kan niet bestaat niet
NS is in 2016 gestart met het moderniseren van deze dubbeldekkers. De teller van hergebruik binnen en buiten de treinen staat nu op 99%. Ilse: “Daar zijn we heel blij mee, maar we gaan voor de 100%.” Dat vergt flinke wat werk en het overwinnen van hobbels, zo bleek eerder in het project. De thermoharde composieten treinwanden waren bijvoorbeeld niet recyclebaar. “Die gingen tot dan toe naar de stort. Dat vonden we echt niet meer oké. Dus als er nog geen techniek bestaat om materialen te recyclen, dan ontwikkelen wij die zelf. Voor deze treinwanden hebben we dat samen gedaan met Hogeschool Windesheim. Nu is ook dat materiaal herbruikbaar. Dat geldt dan uiteraard voor alle thermoharde composieten die in de wereld vrijkomen. Zo zetten we mondiale stappen. Het doel is een 100% circulaire wereld.”
Die wereld zit niet te slapen. Want de vooruitstrevende circulaire aanpak van NS heeft veel internationale treinvervoerders naar de moderniseringswerkplaats in Haarlem gelokt. Daar kijken zij, net als Nederlandse vervoersbedrijven, hun ogen uit. Tot vreugde van Ilse, want ze gelooft zeker op dit gebied sterk in kennisdeling. Inmiddels zet NS volgende stappen. “Wij hebben circulaire specificaties opgesteld voor de aanschaf van nieuwe treinen. Deze schalen we nu Europees op, want je wil niet alleen in Nederland circulaire treinen. Op het moment dat je ontwerpt en inkoopt, bepaal je hoe circulair je product is en of je in de toekomst afval gaat hebben. En dat wil je gewoon niet meer. Je wil materialenpaspoorten en sturen op circulair ontwerpen en circulair materiaalgebruik.”
Geloven en doorpakken
De circulaire koek is bij NS nog lang niet op. Ook 45 jaar oude treinen worden nu “geoogst”. Zo maakt Productontwerper Ceriel Lucker luidsprekers van 45 jaar oude treinspeakers en vloeren. En via opnieuw.nl is kantoormeubilair te koop, gemaakt van instaptredes en treinplafondplaten. Ook zet NS honderden oude treinramen in voor eigen bouwprojecten, zoals een fietsenstalling bij station Eindhoven en een werkplaats in Leidschendam. Hoe krijgen Ilse en haar collega’s het allemaal voor elkaar? “Het is een kwestie van ergens in geloven en doorpakken. Ik heb bijvoorbeeld met 200 bedrijven gesproken voordat ik met Enz-Remake de oplossing vond voor hergebruik van onze treinvloeren. Het vergt dus nogal wat. Daarom ben ik zo blij met de Circular Award. Het geeft ons energie om volgende circulaire stappen te zetten. De award staat nu in de treinmoderniseringswerkplaats in Haarlem, uiteraard op een circulaire sokkel gemaakt van instaptredes en treinvloeren.”