Foto Circulair viaduct bij Kampen

Beleidsverantwoordelijkheid van IenW: Circulaire economie

Een circulaire economie in 2050: dat is waar Nederland naar streeft, en dat is waar het ministerie van IenW het coördinerende ministerie voor is. In een circulaire economie worden grondstoffen efficiënt ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies voor het milieu. Voor zover er nieuwe grondstoffen nodig zijn, worden deze op duurzame wijze gewonnen en wordt verdere aantasting van de sociale en fysieke leefomgeving en de gezondheid voorkomen. Producten en materialen worden zo ontworpen dat ze kunnen worden hergebruikt met zo min mogelijk waardeverlies.

De transitie naar een circulaire economie kan IenW niet alleen realiseren. In het Grondstoffenakkoord onderschrijven meer dan 400 bedrijven, ngo’s, financiële instellingen, kennisinstituten, overheden en andere organisaties het doel om in 2050 volledig circulair te zijn. Namens deze partners zijn in 2017-2018 transitieagenda’s voor vijf prioritaire ketens opgesteld: biomassa en voedsel, kunststoffen, maakindustrie, bouw en consumptiegoederen. De transitieagenda’s brengen in kaart wat er in de verschillende ketens nodig is om de transitie naar een circulaire economie tot stand te brengen.

In de kabinetsreactie van 29 juni 2018 op de transitieagenda’s geeft het kabinet aan wat het Rijk doet om de transitie naar een circulaire economie te versnellen en op te schalen. Het kabinet werkt aan versnelling en opschaling van de transitie naar een circulaire economie, door het speelveld voor circulaire transitie te verruimen, belemmeringen weg te nemen, de markt te prikkelen, nieuwe vormen van financiering te stimuleren, partijen samen te brengen en kennis en ervaring op te bouwen. Inmiddels is begin 2019 het Nationaal Uitvoeringsprogramma circulaire economie vastgesteld, dat tot 2023 gaat lopen.

Nationale uitvoeringsverantwoordelijkheid

Jaarlijks verantwoordt IenW de nationale uitvoering van de circulaire economie in de IenW jaarverantwoording.

Circulaire economie in de uitvoering van IenW

IenW is, via RWS en ProRail, de grootste opdrachtgever voor infrastructurele voorzieningen. In dit hoofdstuk wordt alleen beschreven hoe de nationale ambitie is vertaald in de uitvoeringspraktijk van IenW zelf door Rijkswaterstaat. ProRail rapporteert zelf over zijn duurzaamheid.

In de bouw gebruiken we veel grondstoffen, zoals beton, asfalt en grond. Zo kunnen we bijvoorbeeld onze stalen bruggen die technisch nog in goede staat zijn, weer (in onderdelen) opnieuw gebruiken. Daarmee voorkomen we veel CO2-uitstoot die vrijkomt bij transport en recycling van deze materialen, en hoeven we geen nieuwe primaire materialen te winnen.

In 2030 wil IenW volledig klimaatneutraal en circulair werken, zowel in de eigen bedrijfsvoering als in onze projecten en inkoop. Dat betekent dat we zo weinig mogelijk primaire grondstoffen gebruiken en bestaande materialen hoogwaardig hergebruiken. Alle werkprocessen en contracten moeten we hierop inrichten. Zo produceren we zo min mogelijk afval en vermindert onze CO2-uitstoot en werken we toe naar de nationale ambitie om volledig circulair te zijn in 2050.

De IenW-aanpak

Om circulair werken mogelijk te maken, werkt Rijkswaterstaat met partners aan een Impulsprogramma met 6 programmalijnen:

  1. Vastleggen van gegevens over materialen en meten van circulariteit;
  2. Circulair ontwerpen, bouwen en onderhouden;
  3. Circulair materiaalgebruik in ketens;
  4. Circulair aanbesteden en inkopen;
  5. Externe samenwerking en beleidsuitvoering;
  6. Interne organisatieverandering.

Binnen deze programmalijnen experimenteren en innoveren we samen met onze partners in projecten. Partners zijn bijvoorbeeld ontwerpers, aannemers, kennisinstituten of medeoverheden, zoals gemeenten. We vergaren kennis, ontwikkelen instrumenten en doen praktijkervaringen op. Hiervoor zijn verschillende Green Deals tussen overheid en marktpartijen ondertekend om te komen tot een circulaire economie van belang, zoals het Betonakkoord, en de Green Deals Duurzame GWW en Het Nieuwe Draaien.

Meten van de voortgang van de IenW uitvoeringspraktijk

We zijn goed op weg. Toch moeten we nog een aantal noodzakelijke stappen zetten om de overgang naar circulair werken mogelijk te maken. We werken aan het opstellen van indicatoren en een monitoringssystematiek om circulariteit ook te kunnen meten en de voortgang te kunnen monitoren.

Vooruitblik 2019

De markt heeft behoefte aan een heldere stip op de horizon en aan een doorvertaling van circulaire economie naar opdrachten. Daarom maakt Rijkswaterstaat volgend jaar met de markt een gezamenlijke visie en concrete transitiepaden. Het Planbureau voor de Leefomgeving voert daarvoor een landelijke meting uit naar de voortgang van de transitie naar een circulaire economie.

Beschrijving van de resultaten

Het afgelopen jaar heeft Rijkswaterstaat waardevolle ervaringen opgedaan in onderzoeken en living labs. In 30 projecten, zoals een circulair bediengebouw bij de Reevesluis, het circulaire viaduct en living lab circulair wegontwerp InnovA58, konden we kennis opbouwen van wat de circulaire economie voor ons kan betekenen. Zowel binnen als buiten de organisatie zien we het enthousiasme om aan de slag te gaan dan ook groeien.

Op de kaart is een overzicht te zien van circulaire projecten van IenW.

Kaart met circulaire projecten

Per programmalijn een sprekend resultaat:

  1. Vastleggen van gegevens over materialen en meten van circulariteit
    Uitwisseling data met partijen in de sector
    Samen met Madaster3, ProRail en Alliander onderzoekt Rijkswaterstaat of de structuur van het huidige Madaster Bouw geschikt is voor de infrasector. Elke opdrachtgever brengt een casus in. Wij doen dat met het Bouwwerk Informatie Management (BIM)-model van de Beatrixsluis. Ook experimenteren we met Excess Materials Exchange met het virtueel verhandelen van restmaterialen.
     
  2. Circulair ontwerpen, bouwen en onderhouden
    Eerste circulaire viaduct van Nederland
    Rijkswaterstaat heeft samen met ketenpartners een circulair viaduct ontworpen. Het dek van het circulair viaduct bestaat uit 40 betonnen elementen. Het viaduct kan volledig en ongeschonden worden gedemonteerd, verplaatst en op een nieuwe locatie herbouwd worden. Staatssecretaris Van Veldhoven heeft het viaduct in januari 2019 geopend.
     
  3. Circulair materiaalgebruik in ketens
    Duurzaam asfalt
    Duurzaam asfalt betreft innovatieve asfaltmengsels, levensduurverlengende middelen, groene asfaltcentrales, producten/additieven uit andere ketens (incl. biobased producten) en duurzame (energiezuinige) voer- en werktuigen. Sinds 2018 nemen we duurzaam asfalt standaard mee in de inkoop van groot onderhoud aan asfalt. Zo hebben we in drie van de zeven regio’s nieuwe contracten op de markt gezet met daarin een stimulans om zo duurzaam mogelijk asfalt toe te passen. Dat levert in 2019/2020 een CO2-reductie op tussen de 20 en 25%. Op de snelwegen A27 en A1 ligt al duurzaam asfalt. Ook hebben we duurzaam asfalt toegepast bij een groot aantal onderhoudsprojecten in Oost-Nederland, één van die projecten voeren we nog in 2019 uit. Bij deze onderhoudsprojecten brengen we in totaal ruim 36.000 ton duurzaam asfalt aan. Dat levert een besparing op van ruim 345 ton CO2.
     
  4. Circulair aanbesteden en inkopen
    Het gaat hierbij om voorbeelden van circulaire catering, huisvesting en ICT, die zijn beschreven bij het onderdeel maatschappelijk verantwoord inkopen. Daarnaast worden de GWW-projecten van Rijkswaterstaat duurzaam ingekocht.
     
  5. Externe samenwerking en beleidsuitvoering
    Platform Circulair Bouwen’23
    Rijkswaterstaat heeft samen met het RVB, de NEN en de Bouwcampus Platform CB’23 opgezet. Met dit platform willen we partijen met circulaire ambities uit de GWW-sector, de woning- en utiliteitsbouw met elkaar verbinden. We streven ernaar vóór 2023 nationale, bouwsectorbrede afspraken op te stellen over circulair bouwen.

    Rijkswaterstaat heeft ook een rol in de uitvoering van beleid richting burgers en de markt. Met het ketenproject bitumeus dakafval wordt samen met de keten gekeken naar het hergebruik van bitumen uit restanten van dakbedekking in asfalt. Het programma Kunststof Verpakkingsafval als Grondstof (KVG) stimuleert het gebruik van huishoudelijk kunststof verpakkingsafval in producten door de keten te sluiten.
     

  6. Interne organisatieverandering
    Biobased wegmeubilair
    Rijkswaterstaat doet het beheer, onderhoud en aanleg van een groot aantal (natuur)gebieden in Nederland. Dat levert grondstoffen op, zoals hout, gras en riet waarvan we nieuwe producten laten maken. Voorbeelden hiervan zijn biobased wegmeubilair: bewegwijzeringsborden, hectometerborden, picknickbanken, beschoeiingsmateriaal.

3Madaster is het kadaster voor materialen. Het fungeert als bibliotheek en generator voor materialenpaspoorten.

Circulair Viaduct
Aanleg circulair viaduct in Kampen

Afvalbeheer

IenW heeft in 2018 in samenwerking met RVO het initiatief genomen een rijksbrede doelstelling te formuleren voor afvalscheiding binnen de kantoorgebouwen. Eind 2020 dient het percentage restafval maximaal 35% te zijn ten opzichte van het totale afvalaanbod, uitgezonderd papier en karton. Wanneer IenW en de rest van de Rijksoverheid beter het kantoorafval scheiden, hoeft er minder restafval verbrand te worden, wat een reductie in C02 oplevert. Tegelijkertijd ontstaat daardoor voldoende volume om zuivere stromen van gelijksoortig afval aan te besteden.

Als onderdeel van de route naar een circulaire economie kan IenW binnen enkele jaren secundaire grondstoffen aanbieden aan de markt waardoor IenW invulling geeft aan de transitie naar een circulaire economie. Over 2018 heeft IenW nog geen volledig beeld van de scheidingspercentages van de diverse kantoorlocaties. Hier zijn de afgelopen periode afspraken over gemaakt met pandbeheerders, contractpartners en facilitaire dienstverleners, zodat we in 2019 beter kunnen rapporteren. Bij Rijkswaterstaat is het percentage restafval nagenoeg gelijk gebleven: rond de 60%. Er lopen nu nulmetingen op een aantal locaties om inzicht te verkrijgen waar er verbeterpunten liggen in proces, infrastructuur en gedrag.