Opgavegericht werken en denken. Hoe pak je dat aan? De Kompasweek leverde een schat aan tips, inzichten en aanwijzingen op. Met deze lessen helpen sessieleiders en -deelnemers je op weg in jouw opgave.
1. Omarm complexiteit
Het kan verleidelijk zijn om de opgave op te delen en zo de complexiteit te verkleinen. Doe het niet! Of in elk geval niet te snel. Bij opgavegericht werken is het juist de kúnst om het overzicht en het ‘waarom’ van de gehele opgave voor ogen te houden. Zie complexiteit als uitdaging. Soms vraagt complexiteit om een nieuwe aanpak. Ga dat niet uit de weg.
2. Gewoon dóén en gaandeweg leren
Hoe houd je die grote complexe opgave dan toch behapbaar? Stel jezelf continu de vraag: wat en wie heeft de opgave nu nodig om een stapje verder te komen? Opgavegericht werken is gewoon dóén, en leren tijdens het doen. Alles ineens anders doen, gaat toch niet. Bovendien zijn grotere krachten bepalender voor de werkwijze en de uitkomst. Denk maar aan corona en de stikstofproblematiek.
3. Laat je adviseren
Opgavegericht werken kan onwennig zijn. Een zoektocht. Denk daarom niet dat je alles alleen moet verzinnen. Laat je adviseren. Bij de start, maar ook onderweg, tijdens het leren. Bijvoorbeeld over het verkennen van hoe de samenwerking tussen de partners eruit zou kunnen zien. Op zoek naar een begeleider voor jouw traject? Mail naar opgavegerichtwerken@minienw.nl.
4. Werk aan een visie
Formuleer met elkaar een visie op de opgave en hoe je al lerend stappen zet. Zoals een visie op hoe je met elkaar toewerkt naar meer klimaatadaptiviteit in 2030. Wat lastig kan zijn, is dat voor veel opgaven de exacte toekomst bij niemand bekend is. Daarom is het vaststellen van een gezamenlijke voorlopige stip op de horizon belangrijk. Maak een plan en ga al reflecterend en lerend aan de slag. Probeer stap voor stap toe te werken naar dit doel. Bijvoorbeeld in sprints van drie maanden. Ook een visie op samenwerken is essentieel. Wat daarbij helpt, is het doorleven van vragen als: wie betrek je wel of niet, wat zijn de belangen van verschillende stakeholders en hoe sluit je daarop aan?
5. Breng beleid en uitvoering bij elkaar
Beleid staat vaak nog te ver van het regionale proces van ‘samen werken aan een opgave’ af. De opdracht van beleid aan uitvoering is dan te smal, te veel gericht op het ‘rijksdoel’ en te krap in de jas om samen met partners in de regio aan een opgave te kunnen werken. Daarom is het belangrijk dat we vaker de vraag agenderen hoe we beleid en uitvoering dichter bij elkaar kunnen brengen in de verschillende fasen van het beleidsvormingsproces en de uitvoering.
6. Eén been in de organisatie, het andere in de opgave
Voor opgavegericht werken is het soms nodig dat we bestaande processen aanpassen aan de situatie, zodat ze bijdragen aan de opgave. Om goed om te gaan met de spanning tussen de huidige organisatie van IenW en een specifieke opgave, is het goed om ‘tweebenigheid’ te ontwikkelen. Met één been stevig in de organisatie: weten wat er speelt, je interne netwerk op orde hebben, de prioriteiten en agenda van de komende periode kennen en afwegen wat nodig is om de opgave centraal te (kunnen blijven) stellen. En met je andere been in de opgave: met alle (externe) spelers stap voor stap de opgave verder brengen.
7. Ken je omgeving
IenW werkt met vier richtlijnen voor opgavegericht werken:
- de focus ligt op de gezamenlijke opgave (de opgave centraal);
- iedere stem is vertegenwoordigd;
- het is een cocreatie van alle partners;
- we volgen een lerende, stapsgewijze aanpak.
Maar eigenlijk past daar een vijfde richtlijn bij: je omgeving kennen. Bijvoorbeeld als je werkt aan een regionale opgave. Het is van belang dat je dan verkent welke opgaven er in de regio nog meer lopen, dat je begrijpt welke transitieprocessen daar plaatsvinden, en dat je daarboven uitstijgt en bepaalt hoe jouw opgave zich daartoe verhoudt. Soms werken meerdere collega’s aan eenzelfde opgave zonder dat ze dat van elkaar weten. Verken binnen beleid, uitvoering en inspectie wie er nog meer aan een vergelijkbaar onderwerp werken. Samen de lijntjes aan elkaar knopen, leidt tot een samenhangend verhaal. Zulke verhalen worden steeds belangrijker in de samenwerking met spelers van buiten de organisatie.