Maresa Oosterman (SDG Nederland) en Sandra Pellegrom (BZ)

Dit artikel hoort bij: Circulaire Economie 2021-2023

Wereldwijde problemen los je alleen samen op

Tekst Marc Mijer
Foto Tineke Dijkstra

De Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelen, SDG’s) vormen het gezamenlijke plan om een goed en toekomstbestendig leven te realiseren voor de gehele wereldbevolking. Nederland is actief betrokken geweest bij het opstellen van de doelen. Logisch, want ook ons land heeft belang bij een veilige, stabiele en toekomstbestendige planeet. En wereldwijde problemen los je alleen samen op. De in totaal 17 doelen zijn gericht op het bestrijden van problemen op het gebied van onder meer armoede, onderwijs en klimaat. SDG Nederland vormt het netwerk van iedereen die hier een bijdrage aan wil leveren.

Maresa Oosterman (directeur SDG Nederland) en Sandra Pellegrom (nationale SDG-coördinator) werken beiden aan het bereiken van de Sustainable Development Goals, zoals die zijn afgesproken binnen de Verenigde Naties. Maresa vanuit de maatschappij, Sandra vanuit de rijksoverheid.

Zoals veel welvarende landen scoort Nederland goed op diverse SDG’s. We kennen bijvoorbeeld nauwelijks honger, hebben schoon drinkwater en genieten onderwijs van goede kwaliteit. Toch zijn er punten die minder positief uit de bus komen, zoals het (toenemende) verschil tussen arm en rijk en ‘groene doelen’ zoals energie, klimaat en biodiversiteit. SDG nummer 12 is ‘Verantwoorde consumptie en productie’ en hieronder valt de transitie naar een circulaire economie. Op dat vlak, zo constateren Maresa en Sandra, doet Nederland het Europees gezien prima. “Maar wij hebben een grote ecologische voetafdruk. We zijn dus grootgebruiker van grondstoffen en materialen. Onze ketens zijn niet circulair, er valt nog veel te doen.” Ze benadrukken de samenhang van de verschillende SDG’s en de rol die de circulaire economie daarin speelt. “Het helpt om veel andere doelen te bereiken. Een vorm van circulariteit zijn bijvoorbeeld platforms waarop mensen dingen delen, zoals auto’s of kleding. Daarmee worden zaken toegankelijker voor mensen met minder geld. Dat draagt bij aan armoedebestrijding.”

Sandra: “Voorts ben ik van mening dat… de SDG’s het beste kompas vormen om een circulaire economie tot stand te brengen.”

Behoefte aan een plan

Maresa en Sandra zien het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie (UPCE) als een goed instrument om ontwikkelingen te monitoren, van ervaringen te leren en de uitvoering te verbeteren. “Maar”, zo vindt Maresa, “het is teveel geredeneerd vanuit het heden en wat we nu doen. Het zou moeten gaan om de vraag waar we naar toe willen en hoe we daar komen. Er is behoefte aan een compleet pakket aan doelen, tijdlijnen en het bijbehorende proces. Neem daarvoor de SDG’s als raamwerk. Dan werk je conform de internationale afspraken en verzeker je jezelf van een samenhangende aanpak.” Aldus Maresa’s boodschap voor de aangekondigde roadmap circulaire economie. Sandra: “De 17 SDG’s bevatten allemaal subdoelen, waaraan in veel gevallen concrete doelstellingen hangen. Ze bieden de mogelijkheid om transitieplannen op te stellen die met elkaar samenhangen. Dat is ook logisch, want de transitie naar een circulaire economie hangt samen met de klimaat- en de landbouwtransitie. Het mooiste is als je daarin ook nog gelijke kansen voor iedereen kan meenemen, zodat iedereen aan die transities kan meedoen. Samenhangende transities maken het bovendien mogelijk om slim te investeren, omdat je meerdere doelen tegelijk bereikt.”

Maresa: “Voorts ben ik van mening dat… binnen ketens die vanuit hun aard verspillend zijn, echte vernieuwingen gestimuleerd moeten worden (zoals kweekvlees en kweekmelk in de voedingssector).”

Grote knoppen

De SDG’s zijn in 2015 opgesteld en lopen tot 2030. Hoe moet het er in 2025 voor staan? Sandra: “Ik zou dan graag zien dat we de trends gekeerd hebben, met name wat betreft het klimaat, de energietransitie en het herstel van de biodiversiteit. Circulariteit zou echt versneld moeten zijn, met bedrijven die het in hun bedrijfsvoering geïntegreerd hebben.” Maresa: “Ik hoop dat er dan al vier jaar een plan ligt, met daarin de nationale doelen en hoe we die gaan halen. Daarnaast hoop ik dat de markt mee gaat werken in plaats van tegenwerken. Daarvoor moet aan een paar grote knoppen gedraaid worden. Duurzame inkoop, echte beprijzing waarbij je de milieukosten meeneemt, minder belasting op arbeid en meer op vervuiling en grondstofverbruik en een inzet van overheidsmiddelen voor overheidsdoelen. Veel knoppen hebben te maken met hoe je de markt regelt. De overheid is de marktmeester. Dus daar ligt de taak om alles dusdanig te organiseren dat alle andere partijen structureel met de circulaire economie aan de gang kunnen.”

Maresa Oosterman (foto bovenaan) is inmiddels elders werkzaam.
Judith Maas is haar als directeur SDG Nederland opgevolgd.