Tekst Sander Grip
Foto Arenda Oomen
Gevraagd naar zijn kabinetsperiode en de eindsprint die hij met het kabinet Rutte-III inzet, somt minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus in collegestijl op waar hij mee bezig is en waartoe dat nog moet leiden voor hij straks minister-af zal zijn. Een ding wordt in ieder geval duidelijk: na drie jaar heeft hij aan ambitie nog altijd geen gebrek.
“We zijn flink op slag met de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Dat is voor mij een belangrijk onderwerp, want zoals ik bij mijn aantreden zei: we hebben hier jaren te weinig prioriteit aan gegeven. En we zijn zeker acht tot tien jaar bezig om die georganiseerde misdaad weer kleiner te krijgen. Dat betekent hard werken voor de toekomst, bijvoorbeeld via het Multidisciplinair Interventieteam. Ik zie dat we al mooie resultaten boeken. Kijk maar naar het EncroChat-onderzoek waarbij we mee konden kijken met de berichten van duizenden criminelen. Het is een groot internationaal onderzoek, waaruit ook blijkt hoezeer samenwerking over de grenzen loont.
Het onderzoek leidde tot de ontdekking van een martelcomplex in West-Brabant. Maar ook kwam aan het licht dat er enkele corrupte agenten betrokken zijn bij criminele activiteiten. Hoe pijnlijk ook, ik vind dat we hier onze ogen niet voor mogen sluiten en ook dat aan moeten pakken.”
Politie: het zuur is achter de rug
“Het is gelijk een mooi bruggetje naar die politie, een ander onderwerp waar we deze kabinetsperiode een verschil willen maken. Er gaat structureel extra geld naar de politie voor meer formatie, extra geld naar zeden en er is extra geld voor ICT-specialisaties. Dit had een moeilijk begin, mede omdat er een enorme uitstroom van pensionerende agenten plaatsvond in de afgelopen jaren. Dat betekent dat je op meerdere vlakken moet opbouwen: niet alleen qua voorzieningen, maar ook qua mensen. In mijn ogen zijn we inmiddels door de zure appel heen en kan de kwaliteit en omvang van de politie op peil komen.
Ik geef toe dat dit pas na deze kabinetsperiode definitief zijn beslag zal krijgen. Het zij zo, ik vind het belangrijker dat de politie zelf het zoet mag proeven van deze investeringen. Maar eerlijk is eerlijk, we laten ook niet alle vruchten hangen voor een volgend kabinet. We zien dat het ziekteverzuim nu sterk teruggedrongen is en ook de aanpak van ptss – posttraumatisch stresssyndroom – heeft een vlucht genomen. Ik zit om de drie maanden aan tafel met de bonden en de korpsleiding. We bespreken wat goed gaat, wat aandacht verdient en welke problemen we voor de lange termijn zien. Zo’n structureel overleg is er niet eerder geweest, maar het is wel belangrijk. Hiermee houden we namelijk een vinger aan de pols en voorkomen we dat er in de toekomst onverwacht grote problemen op ons pad komen.”
Zeden: een been bijtrekken
“Ik noemde net al het extra geld dat naar de zedenpolitie gaat. Zeer belangrijk en een persoonlijk punt van mezelf – je vindt het niet zomaar in het regeerakkoord terug, maar ik heb ingezet op vernieuwing van de zedenwetgeving. Dat is wel het stempel dat je zelf kan drukken op de dossiers die je onder je hoede hebt als minister. En zeden, of beter: seks tegen de wil en kindermisbruik, is zo’n stempel van mezelf. Toen ik aantrad, concludeerde ik dat we op dit terrein een been moeten bijtrekken. Misbruik van kinderen is explosief toegenomen, terwijl het enorm veel schade aanricht bij de vaak heel jonge slachtoffertjes.
Ik heb tegen Google gezegd: jullie moeten me helpen dit slagvaardig aan te pakken. Zij reageerden positief, maar om andere partijen binnenboord te krijgen, heb ik nog een heel scherpe speech bij de Europese Commissie moeten leveren. We zaten met de grote internetspelers en ik heb alle partijen aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Het grappige is dat ik namens het kleine Nederland toch een vuist kon maken. Het heeft misschien te maken met je kiezen op elkaar en doorgaan, want dit is iets waarin ik geloof en waar ik vol voor ga. We kunnen niet zonder partijen als Microsoft, Google en Facebook. En ze zullen gaan meebewegen, mede omdat we op de naming and shaming-tour gegaan zijn. Eind september 2020 is er een lijst met providers die al deze smerigheid op hun servers toelaten. Laat maar zien wie de verspreiders van kinderporno een hand boven het hoofd houden. Met dit soort acties forceren we dat we op EU-niveau en in samenwerking met internetreuzen een verschil gaan maken in de aanpak van kinderporno.”
Cybersecurity: verbeter de digitale dijkbewaking
“Ik heb overigens nog meer doelen die ik voor het eind van deze kabinetsperiode wil bereiken: seks tegen de wil noemde ik net al. Dit moet als delict in het wetboek van strafrecht komen en ik wil nog voor het eind van mijn ambtstermijn een wetsvoorstel daartoe in de Kamer hebben. Ik vind verder ook dat we de digitale dijkbewaking van ons land nog verder moeten aanscherpen. Cybersecurity is een taai onderwerp, maar we mogen ook hier niet onze aandacht laten verslappen. Dan zitten we over tien jaar met dezelfde soort problemen waarmee we aan het begin van mijn ambtstermijn zaten voor de georganiseerde misdaad.”
Een ‘losser’ ministerie
“Voor de dictafoon uitgaat, is er een allerlaatste punt dat ik gemaakt wil hebben. Omdat ik dit een heel groot compliment naar elke medewerker toe vind: Justitie en Veiligheid is heel veel losser geworden. Sander Dekker en ik hebben bij ons aantreden gezegd: we willen mensen het gevoel teruggeven dat zij voor een prachtige club werken. En de cultuur intern is veel opener geworden: dit departement staat en kan inmiddels tegen een stootje. Dat achievement moeten we vasthouden: het besef dat JenV een prachtministerie is met heel mooie onderwerpen waar inhoudelijk zeer goed werk wordt verricht. Als je dat weet, sta je veel sterker in zwaar weer.”