Tekst Sander Grip
Foto Valerie Kuypers
Nadat je een verblijfsvergunning hebt gekregen, kan het nog maanden duren voor je een eigen huis hebt. Om die tijd niet verloren te laten gaan, werd Takecarebnb opgericht. Het doel van de stichting is eenvoudig: laat vluchtelingen, die mogen blijven, logeren bij een Nederlands gastgezin. Zo kunnen zij eerder het asielzoekerscentrum verlaten en alvast, in een prettige omgeving, kennismaken met ons land. Zo leren zij over de taal en cultuur, maar bouwen ze ook alvast een sociaal netwerk op. JenV Magazine bezocht twee gezinnen en hun tijdelijke gasten.
“Na een studie in de Verenigde Staten ging ik wonen en werken in Saoedi-Arabië”, vertelt de in Syrië geboren Rami. Hij zit op de bank en kriebelt gedachteloos poes Bollie die naast hem op de bank ligt. “Toen in Syrië de problemen begonnen, vluchtte mijn vrouw met de kinderen naar Duitsland. Vier jaar later voegde ik me bij hen, maar het ging niet goed meer. We zijn gescheiden. Ik kon niet terug naar Saoedi-Arabië en Syrië was niet veilig voor mij. Een neef raadde me aan om asiel aan te vragen in Nederland.”
Het is 2018 als Rami naar Nederland komt. In afwachting van zijn verblijfsstatus moet hij enkele keren van asielzoekerscentrum wisselen. Stressvol maar de Syriër wil niet bij de pakken neerzitten: hij zoekt manieren om te integreren en, vooral, om in contact te komen met Nederlanders.
Hechte vriendschap
Het COA zet Rami op het spoor van Takecarebnb, een project dat statushouders, die wachten op een woning, koppelt aan een gezin waar zij een paar maanden kunnen logeren. De statushouder kan een netwerk opbouwen in de omgeving waar hij of zij gaat wonen. Via dit project belandt Rami op de bank naast Bollie.
De kat hoort bij Fransje en Remigius uit Leiderdorp. Zij namen Rami voor drie maanden in hun leven op. Fransje: “Ik ben migratie-expert bij Instituut Clingendael. Naast mijn werk wil ik mensen helpen. Nou heb ik niet veel tijd, maar we hadden wel een kamer over. Op internet las ik over Takecarebnb; we hebben ons gelijk aangemeld.” Remigius komt met koffie aanlopen en neemt plaats op de bank. Hij glimlacht: “Als er iemand bij ons intrekt, ga ik mijn uiterste best doen diegene te helpen. Normaal kom je vanuit het asielzoekerscentrum in een vreemde stad in een leeg huis met een bezem en een luchtverfrisser in je hand. That’s it. Onze eerste logé, Hageb uit Jemen, hielpen we met verhuizen, met spulletjes vinden voor zijn huis en met zijn Nederlands. Dan begin je heel anders. En het leverde ons een blijvende vriendschap op.”
Hoewel Fransje inmiddels zwanger is, neemt het echtpaar na Hageb wederom een statushouder op in zijn midden. Fransje: “Het brengt ons veel vreugde en warmte. Ook met Rami hebben we een hechte vriendschap opgebouwd. We zijn voor zijn verjaardag uit eten gegaan. Hageb kwam mee. In het restaurant besefte ik ineens: dit is onze extended family.”
Rust en veiligheid
Rami woont inmiddels op zichzelf, maar hij is Fransje en Remigius enorm dankbaar: “Ik ben in hun gezin opgenomen. Zij hebben mij veiligheid en rust geboden, wat je in een asielzoekerscentrum nooit krijgt. Daarnaast bouw ik via en met hen een netwerk op in mijn nieuwe leven. Zo kan ik sneller en beter integreren.”
Remigius en Fransje hebben genoten van de aanwezigheid van Rami in hun huis. “Met wederzijds respect en zonder op elkaars lip te zitten – zelfs niet toen we allemaal thuis moesten werken vanwege de coronacrisis – leer je iemand uit een andere cultuur en een ander leven echt goed kennen”, stelt Remigius.
Wat Remigius mooi vindt, is dat er niet één negatieve reactie geweest is: “Het enige wat ik soms te horen krijg, is of ik niet bang ben mijn privacy te verliezen. Maar wat er veranderd is, is dat ik nu de badkamerdeur op slot doe als ik ga douchen.”
Rami zet zijn koffiekopje neer en kijkt de woonkamer rond van waaruit hij zich drie maanden lang kon voorbereiden op de definitieve start van zijn leven in Nederland. De kat rekt zich uit en Rami kriebelt hem in zijn nek. Hij glimlacht als Bollie begint te spinnen. “Wij hebben een sterke, blijvende band gesmeed. Fransje en Remigius hebben mij een kickstart op een nieuwe toekomst gegeven in een rustige, veilige omgeving. Wie wil zo nou niet beginnen?”
De dampende pot thee op tafel verspreidt een aangenaam kruidige geur. Er staan schaaltjes dadels en olijven naast en in een oudhollands ontbijtkoekblik zit de kruidkoek die Yaser en Wilma gebakken hebben. De regen tikt onophoudelijk tegen de ramen, het zachte schijnsel van de lampen verdrijft de invallende avondschemer. Yaser leest Arie en Wilma voor.
Dit is niet zomaar een huiselijk tafereel: Arie en Wilma komen uit Leiden, Yaser uit het door oorlog verscheurde Yemen. Hij kijkt op van zijn boek: “Ik studeerde in Turkije toen de oorlog uitbrak. Mijn familie is gevlucht uit het dorp waar ik geboren ben en ik kon niet meer terug; de grenzen werden gesloten. Nu woon ik tijdelijk bij Arie en Wilma.”
In zijn thuisland is de situatie schrijnend. Zijn zus woont met haar gezin in een vluchtelingenkamp en zijn ouders vluchtten naar Ma’rib, hoofdstad van het voormalige, legendarische koninkrijk van Sheba. “”Het is nergens veilig, overal is de oorlog. Neem Ma’rib”, vertelt Yaser met een zweem van droefenis in zijn blik. “Voor de oorlog telde de stad 50.000 inwoners, nu wonen er 2 miljoen mensen. De milities proberen de stad in te nemen, dus er zijn continu gevechten.”
Yaser week uit naar Nederland. “Ik kreeg een inreisvisum, dus de hel van de vluchtelingenroutes naar Europa heb ik gelukkig niet mee hoeven maken. Op Schiphol kwam ik in het detentiecentrum, maar ik ging al snel naar het asielzoekerscentrum in Den Helder.”
Na zes maanden krijgt Yaser zijn verblijfsvergunning. Ook hoort hij over Takecarebnb, waarvoor hij zich onmiddellijk aanmeldt. “Ik wilde zo graag uit het azc weg, het leven daar is zo zwaar. Ik kon naar een gezin in Haarlem, maar daar kon ik pas in september terecht. Ik had het geluk dat Arie en Wilma eerder plek hadden.”
Gevangen in transitie
Het echtpaar leest over Takecarebnb in de krant. Omdat hun beider zoons al het huis uit zijn, hebben ze ruimte over. Arie: “Begin juli zochten we contact en een week later trok Yaser bij ons in.” Voor de jonge Jemeniet is het een overstap van de hel naar de hemel, zoals hij het zelf zegt. “In het azc zit je gevangen in transitie. Pas toen ik naar Arie en Wilma kwam, had ik het gevoel dat ik in Nederland kwam. Het is rustig en veilig. En door hen leer ik de Nederlandse samenleving kennen en begrijpen. En samen met Arie maken we uitstapjes.”
Arie glimlacht: “Yaser wilde de Deltawerken zien, dus ik stelde voor naar Middelburg te fietsen. Als grap, eigenlijk, maar hij was zo enthousiast dat ik twee e-bikes geregeld heb en op pad gegaan ben met hem. We hebben in Middelburg overnacht bij mensen thuis via de stichting Vrienden op de Fiets. Hoe Nederlands wil je het hebben? Dat was heel gezellig. Grappig trouwens: Yaser woont bij ons en wij helpen hem met zijn Nederlands. Ik hoor vaak mijn eigen woorden terug. Zo zeg ik blijkbaar heel vaak ‘gezellig’!”
Hechte band
De komst van Yaser voelt niet als inbreuk op hun leven. Wilma: “Ik vind het bovenal een verrijking. We leren van dichtbij over een cultuur waar in ons land nauwelijks iets van bekend is. We hebben allemaal ons eigen programma, maar we eten altijd samen. Dat is bij ons hét moment om Nederlands te praten met Yaser. Verder vindt hij allerlei mooie manieren om de taal te leren. Hij leest ons voor en hij kijkt naar Nederland zingt. Dat is ondertiteld en hij houdt van de muziek.”
Tussen Yaser, Arie en Wilma is in twee maanden tijd een hechte band ontstaan. Yaser prijst zichzelf gelukkig, ook al heeft hij last van het overlevendendilemma: “Het doet pijn dat mijn familie in Yemen achtergebleven is, maar ik voel me tegelijk gelukkig dat ik nu in Nederland ben. Zeker ook dankzij Arie en Wilma. Maar die tweestrijd zal altijd in mij blijven.”