Dit artikel hoort bij: JenV Magazine 11
bevordering van integriteit
‘Je hoeft geen leven lang last te hebben van een misstap’
“Maatschappelijke integriteit is een thema waar de overheid over de volle breedte aan werkt. Van Defensie tot SZW en van BZK tot I&W. Voor ons, Justitie en Veiligheid, ligt de focus heel sterk op de justitiële documentatie. Wij hebben een en ander vertaald in het beleid rond de VOG, de Verklaring Omtrent het Gedrag – in feite het sluitstuk van dat brede integriteitsbeleid.
Ik vind dat we dat in Nederland heel mooi geregeld hebben, met die VOG. In veel landen om ons heen is het nog heel gebruikelijk dat je als sollicitant voor bepaalde functies zelf je strafblad moet overhandigen aan je toekomstige werkgever. Vervolgens is het aan die werkgever om, naar aanleiding van dat strafblad en een gesprek daarover met jou, te bepalen of jij geschikt bent voor die functie. Daar zit eigenlijk nauwelijks sturing op. Er zit geen professionele screening achter. Een sollicitant kan een mooi verhaal afsteken en zeggen: o, maar dat heb ik al lang achter me gelaten. Als de werkgever daar niet doorheen prikt – en veel mogelijkheden daartoe heeft hij niet –, dan loopt hij, maar ook de samenleving, een behoorlijk risico.
In Nederland laten we de screening over een gespecialiseerde overheidsdienst. Justis voert zo’n onderzoek professioneel en integer uit. Zo voorkom je ook dat iemands justitiële verleden ‘op straat’ belandt. Alleen Justis heeft toegang tot die informatie. En Justis levert maatwerk. Ook dat maakt ons VOG-systeem zo mooi: je hoeft geen leven lang last te hebben van het feit dat je ooit een misstap hebt begaan. En dat is belangrijk: onderzoek wijst uit dat het krijgen van een baan voor veel ex-justitiabelen juist heel relevant is om succesvol te kunnen re-integreren in de samenleving."
"Enkele jaren geleden hadden we de geruchtmakende ‘Amsterdamse zedenzaak’. Het ging om een Let, die eerder was veroordeeld in Duitsland en die daarna in Nederland in de kinderopvang was komen werken. Die zaak is voor ons aanleiding geweest om vol in te zetten op internationalisering. Of het nu om een Pool gaat, een Griek of een Italiaan: het EU-land van herkomst is nu verplicht om medewerking te verlenen om justitiële antecedenten boven water te krijgen wanneer iemand met kinderen wil werken. We zijn er best trots op dat ons dat is gelukt!
Zo zijn we eigenlijk continu bezig met verdere ontwikkeling. Zoals nu weer rond het wetsvoorstel VOG politiegegevens. Dat moet het mogelijk maken om bij een VOG-aanvraag voor bepaalde kwetsbare functies – bijvoorbeeld bij het OM, voor BOA’s of bij DJI - niet alleen gebruik te maken van de justitiële documentatie, maar ook van politiegegevens. Zeker met het oog op de groeiende invloed van de ondermijnende criminaliteit, hebben we in bepaalde sectoren nu eenmaal ruimere middelen nodig om een effectieve screening te kunnen doen. Dit wetsvoorstel biedt die mogelijkheid.
Een goede ontwikkeling vind ik ook de continue screening, waar sommige branches, zoals de kinderopvang en de taxibranche, nu al gebruik van maken. Want ook iemand die ooit met een VOG ergens aan de slag is gegaan, kan natuurlijk alsnog de fout ingaan; in de werksfeer, maar ook privé. Bij continue screening geeft Justis een melding door aan de toezichthouder. De medewerker moet dan opnieuw een VOG aanvragen – met de kans dat die aanvraag wordt afgewezen. Die continue screening heeft duidelijk meerwaarde. Daarom willen we ook met andere kwetsbare sectoren het gesprek daarover aangaan.
Goed integriteitsbeleid is uiteraard méér dan een effectief VOG-systeem. Het gaat er ook om, hoe je op de werkvloer concreet met integriteitsvraagstukken omgaat. Maar het is wel zo dat steeds meer werkgevers een gedegen screening zien als een goede basis om de integriteit in hun organisatie, en hun sector, te kunnen waarborgen. Dat merk ik in de gesprekken die ik met tal van partners voer. De ene week zitten we met de Belastingdienst om de tafel, om te praten over de douane, de week daarop met vertegenwoordigers van de kinderopvang of uit de wereld van het onderwijs. Toen ik een aantal jaren geleden begon op dit dossier, hadden we rond de 700.000 VOG-aanvragen per jaar; inmiddels zijn er dat ruim 1,2 miljoen. De komende tijd zouden wij graag meer inzicht krijgen in al die nieuwe VOG-aanvragers. Zijn deze VOG’s het sluitstuk van een breder integriteitsbeleid? Onderzoek heeft immers aangetoond dat de VOG vooral meerwaarde heeft als werkgevers en organisaties ook andere veiligheidsmaatregelen treffen.”
Marieke Dekker-Abels, senior-beleidsmedewerker Integriteit en Kansspelen
'Goede, actuele, betrouwbare informatie is het fundament voor ons werk'
“Voor Justis vormt de Justitiële Documentatie de basis voor de VOG-screening. De eerste stap is dat we gaan kijken of we justitiële antecedenten aantreffen. Is dat zo, dan kijken we ook heel goed of die feiten wel relevant zijn voor de functie die iemand wil gaan uitoefenen, de stage die hij wil gaan lopen, of het vrijwilligerswerk dat hij wil doen. Zijn er verbanden? Zien wij een risico in die functie, gelet op die feiten? Het is zeker niet zo dat als jij een strafblad hebt, dat je dan ‘automatisch’ geen VOG krijgt. Iemand die is veroordeeld voor een financieel delict, zal niet zo snel een VOG krijgen als hij solliciteert op een baan waarin hij met geld moet omgaan. En een zedendelinquent komt dan misschien niet in aanmerking voor een baan in het onderwijs of de kinderopvang, maar die feiten zijn minder relevant als hij bijvoorbeeld magazijnmedewerker wil worden. Als we de relevantie bepaald hebben, volgt er een subjectieve toets. Dat is een belangenafweging: je gaat op zoek naar de balans tussen enerzijds het risico voor de samenleving en anderzijds het belang van de aanvrager. Wat heeft die persoon specifiek gedaan? Hoe ernstig was het? Hoe lang is het geleden? Is het vaker voorgekomen? Daarnaast is er natuurlijk het eigen verhaal van de aanvrager. Waarom wil hij die baan zo graag? Hoe kijkt hij zelf terug op wat er gebeurd is? Zat hij destijds in een bepaalde situatie? Hoe is hij uit die situatie gekomen? Heeft hij een behandeling ondergaan, of een training doorlopen? Heeft hij zich laten omscholen? Dat soort factoren nemen wij allemaal in acht. Uiteraard werken we vanuit een kader en regels, maar het is toch puur maatwerk. Daar worden de medewerkers van Justis goed op getraind."
"Om alle informatie te krijgen die kan meewegen bij onze beslissingen, onderhouden we goede contacten met partners uit de justitiële keten. Uiteraard met Justid, voor de justitiële documentatie. In gevallen waarin we een nog beter beeld willen krijgen waarom iemand straf heeft gehad en wat daarbij de overwegingen van de rechter waren, vragen we het vonnis op bij de rechtbank. Willen we meer informatie over een zaak die nog open staat, dan kunnen we daarvoor terecht bij het OM. En we hopen ook de banden met de politie nauwer aan te kunnen halen, als het wetsvoorstel VOG Politiegegevens door het parlement wordt aangenomen. Goede, actuele, betrouwbare informatie is het fundament voor ons werk bij Justis. Op basis daarvan kunnen we gedegen screeningen ‘op maat’ uitvoeren, die recht doen aan de wensen van de aanvragers, maar die tegelijkertijd de veiligheid en integriteit van de sectoren bevordert.
Tegelijkertijd blijven we als Justis werken aan verbetering van onze dienstverlening. Daarvoor gaan we actief de boer op. Zo gaan we regelmatig op bezoek bij onze ‘klanten’ – en dat begrip vatten wij ruim op: het ministerie – onze opdrachtgever –, maatschappelijke sectoren en branches, maar zeker ook het brede publiek: de potentiële aanvragers van een VOG. Hoe kunnen wij de VOG-screening verbeteren? Over de hele linie: onze dienstverlening, onze bereikbaarheid, de snelheid waarmee we werken en onze informatievoorziening. Van vragen als ‘wat is een VOG?’, ‘waar heb je een VOG voor nodig?’ en ‘hoe werkt de procedure?’ tot en met het streven om onze besluiten in eenvoudiger Nederlands te verwoorden. Dat alles om onze belangrijke bijdrage aan een veilige en integere samenleving voortdurend te verbeteren.”
Vandena Soekhoe, adviseur Justis
‘De VOG werpt een drempel op voor personen met minder goede bedoelingen’
“Voor de veiligheid van de kinderopvang zijn we onder meer afhankelijk van goed antecedentenonderzoek. De VOG is daar een heel goed instrument in gebleken. Het is een betrouwbaar middel om vast te stellen of iemand een bepaalde functie, op basis van zijn verleden, mag uitoefenen. Het aanvragen van VOG heeft een preventieve werking. Die controle aan de voorkant werpt voor personen met minder goede bedoelingen een stevige drempel op om te solliciteren op een functie in de kinderopvang. Ook controleert het systeem, als iemand zich wil inschrijven, of de VOG geldig is. Bij de helpdesk van DUO komen dan bijvoorbeeld vragen binnen over waarom het VOG-kenmerk in het Personenregister Kinderopvang is afgekeurd. Dat heeft dan te maken met het feit dat de VOG ouder is dan twee maanden, of aangevraagd voor de verkeerde functieaspecten. Wij vinden de VOG een effectief instrument, dat helpt om de veiligheid op de werkvloer te verbeteren. Sterk aan de VOG vind ik ook het maatwerk: wij mogen alleen maar gegevens uitvragen die van belang zijn voor de specifieke functie waarop die persoon heeft gesolliciteerd. En niet voor andere zaken. Want iemand die ooit – bijvoorbeeld – een zedendelict met minderjarigen heeft gepleegd, zou best nog een andere functie kunnen vervullen. Mensen die hun straf hebben ondergaan, wil je tenslotte een nieuwe kans geven en ze niet voor de rest van hun leven brandmerken. Niemand wil terug naar de tijd dat in Veenhuizen mensen opgesloten zaten die ‘niet geschikt’ waren voor de maatschappij."
"Natuurlijk heb je nooit de garantie dat zo’n screening 100 procent waterdicht is. Het kan natuurlijk zo zijn dat iemand met dubieuze bedoelingen nog nooit voor een zedendelict met politie of justitie in aanraking is geweest. Bovenop de controle aan de voorkant en de controle door het systeem, vindt de uiteindelijke controle daarom plaats op de werkvloer. In de kinderopvang hanteren we, net als in sommige andere branches, het zogeheten vier-ogen principe: een medewerker voert bepaalde werkzaamheden nooit alleen uit. Er is altijd een collega in de buurt.
Alle medewerkers in de kinderopvangbranche moeten met een geldige VOG ingeschreven staan in het Personenregister Kinderopvang. Ze worden vervolgens continu gescreend door de Justitiële Informatiedienst Justid. Pleegt iemand een strafbaar feit, dan krijgen we daar direct een melding van. Dan moet die medewerker opnieuw een VOG aanvragen. Wordt die geweigerd, dan kan hij of zij niet langer in die functie blijven werken.
De effectiviteit van dit systeem staat of valt met een goede samenwerking tussen alle betrokken partners. Met de partners in de justitieketen moeten we, over en weer, snel betrouwbare en actuele informatie kunnen delen, op een veilige manier. Een andere belangrijke partner voor ons is de GGD, die regelmatig inspecties uitvoert op kinderopvanglocaties: beschikt het personeel over de juiste pedagogische kwalificaties, zijn ze ingeschreven in het Personenregister met een geldige VOG, gaat alles er veilig en gezond aan toe? Die nauwe samenwerking met alle partners werpt in de praktijk z’n vruchten af. Het zorgt ervoor dat controles zijn verbeterd en dat er minder mensen in de kinderopvang werken die er niet horen te werken. En als er, ondanks alle veiligheidsmaatregelen, zich toch een incident voordoet, kan er sneller worden ingegrepen. Ik denk dat je de manier waarop onze ‘keten’ werkt heel goed zou kunnen gebruiken als casus om ook andere kwetsbare sectoren en branches goed te beschermen. Door van elkaar te leren, continu, valt er nog veel winst te behalen.”
Erik van Delft, business manager registers kinderopvang bij DUO, Groningen
Samen werken wij aan… bevordering van integriteit
Integriteit is een belangrijke pijler van onze rechtsstaat. Een persoon of organisatie is integer als deze eerlijk en oprecht is, niet omkoopbaar en geen misbruik maakt van het gestelde vertrouwen.
Het bevorderen van integriteit is in eerste plaats een verantwoordelijkheid van mensen en organisaties zelf. Hiervoor kunnen allerlei maatregelen worden getroffen, zoals controle en toezicht, betrouwbaarheidsonderzoek bij werving van personeel of het aangaan van contracten en het stellen en bespreekbaar maken van gedragsnormen.
Dit is echter niet altijd voldoende. Met verschillende soorten screening op basis van justitiële en andere bronnen levert JenV een bijdrage aan het integriteitsbeleid in de samenleving. Dit gebeurt onder meer via de BIBOB-screening door het landelijk bureau BIBOB, die adviseert over mogelijk misbruik van vergunningen voor criminaliteit, en de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Met de VOG-screening kan voor personen en organisaties worden getoetst of er op basis van het (justitiële) verleden bezwaar is tegen het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Denk aan functies waarin mensen werken met vertrouwelijke gegevens, kwetsbare personen, geld of goederen. Voor sommige functies, zoals in de kinderopvang, het onderwijs of de taxibranche, is een VOG zelfs wettelijk verplicht.
De verantwoordelijkheid voor het (maatschappelijke) integriteitsbeleid is bij JenV belegd bij de afdeling Integriteit en Kansspelen van de Directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen (DBAV), een onderdeel van het Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen. De dienst Justis voert de screening van personen en organisaties uit. Met het oog daarop heeft de screeningsautoriteit toegang tot verschillende bronnen. In ieder geval het Justitieel Documentatie Systeem, maar afhankelijk van de aard van de casus soms ook politieregisters, informatie van het OM en/of de reclassering of het European Criminal Record System (ECRIS), waarin de nationale strafregisters van de EU-landen aan elkaar zijn gekoppeld.