Tekst Charlotte van den Berg en Annelies Hermans
Foto Bart van Vliet
Huiselijk geweld maakt de plek waar je je geborgen wil voelen onveilig. En juist binnenshuis kan dit jaar de spanning extra oplopen, door verandering, onzekerheid en tegenslag vanwege de coronacrisis. Adviseurs van de reclassering maken - ook nu - een risico-inschatting als er sprake is geweest van huiselijk geweld. Het doel: herhaling voorkomen. Kirstie Schmitz van de reclassering: “Je kan elkaar moeilijker ontvluchten. Hoe kan je jezelf en de ander toch rust geven?”
Of ze sinds een half jaar heftigere zaken onder ogen krijgt dan voorheen? “Het is altijd heftig, elke zaak. Anders krijgen wij er als reclassering niet mee te maken. Er moet eerst een strafbaar feit gepleegd zijn,” zegt Schmitz. Dus nee, van zo’n ontwikkeling wil ze niet spreken in regio Oost, haar werkgebied waar ze projectleider huiselijk geweld en kindermishandeling is. Sinds maart zijn mensen in heel Nederland vaker thuis dan voorheen. En de manier waarop we thuis leven is met de komst van het coronavirus ook veranderd: soms is een huis werkplek, school en kinderopvang in een. “Die situatie kan veel spanning meebrengen, daar heb ik me vanaf het begin van de lockdown zorgen om gemaakt.”
Waar mensen vroeger op allerlei manieren steun en afleiding vonden buiten de deur, was dat maandenlang amper mogelijk. Sociale contacten kunnen zijn teruggelopen, er was bijvoorbeeld minder gezelschap van sportmaatjes of collega’s. Soms kwam daar ook nog onzekerheid over gezondheid en inkomen bij. Schmitz: “Hoe gaat je toekomst eruitzien? Wat als je als stel eigenlijk uit elkaar moet omdat het samen echt niet meer gaat, maar dat financieel niet overziet?”
Allerlei omstandigheden kunnen ertoe leiden dat spanningen thuis oplopen, wat de kans op fysiek, psychisch of seksueel geweld vergroot. Een daarmee ook de kans op herhaling, want veel mensen die in een situatie van huiselijk geweld zijn beland, blijven samenwonen. Justitiepartners, hulp- en zorgverleners houden zich bezig met de aanpak en de gevolgen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Om zo samen een blijvend veilige thuissituatie te creëren.
Geweld in huis
Zowel qua omvang als qua impact vormen huiselijk geweld en kindermishandeling een urgent veiligheidsprobleem. Samen met de reclassering, politie, Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis, gemeenten, zorginstellingen en andere departementen werkt het ministerie van Justitie en Veiligheid er hard aan om deze vormen van geweld te stoppen, terug te dringen en de schade zoveel mogelijk te beperken. Zodat het thuis weer veilig wordt.
Omdat de situatie afgelopen winter zo snel veranderde, was ook een acute omschakeling nodig bij de reclassering. Het inmiddels bekende verhaal: meer thuiswerken en dus meer videobellen met partners en cliënten. Het spreekuur Huiselijk Geweld vond online plaats. “En ook de reclasseringsadviezen werden toegespitst op de lockdown”, vertelt Schmitz. “Aandacht voor time-outs werd belangrijker. Je kan elkaar moeilijker ontvluchten, zoals je voorheen misschien deed. Maar hoe kan je jezelf én de ander in de huidige situatie toch rust geven?”
Mensen uit alle lagen van de samenleving kunnen de grip helemaal kwijtraken door een bepaalde situatie, benadrukt Schmitz. “Het bouwt op. Tot ze flippen, gaan slaan, domineren of stalken. Dat valt niet goed te praten, maar ik heb zoveel casussen gezien waarin stress zo erg oploopt. Als mensen dan niet op tijd een uitlaatklep vinden, kunnen ze doorslaan.”
(tekst loopt door onder foto)
Reclassering
Als de politie ingrijpt bij een zaak waarin huiselijk geweld een rol speelt, komt de reclassering in beeld. Adviseurs bespreken en onderzoeken wat er speelt. De reclasseringsmedewerker trekt op met andere hulp- en dienstverleners. Ook familie en vrienden van de verdachte - en daarmee vaak ook die van het slachtoffer – worden betrokken. De reclassering denkt dus mee in een multidisciplinair team en adviseert uiteindelijk het Openbaar Ministerie over de stappen die nodig zijn om escalatie of herhaling te voorkomen.
“Maak goede afspraken”, zeggen Schmitz en haar collega’s vaak tegen cliënten. “Het zit in heel praktische dingen. Frustraties en irritaties lopen op als je steeds bij elkaar zit, zeker als er een bepaalde dynamiek bestaat tussen twee personen. Maar je hoeft niet de hele tijd in dezelfde ruimte te zitten, als je daar afspraken over kunt maken. Soms is de beste oplossing dat iemand tijdelijk bij vrienden of familie gaat wonen. Het is belangrijk dat er thuis meer rust komt.” Juist vanuit het oogpunt van die rust gelooft Schmitz zo sterk in de multidisciplinaire én snelle aanpak van het spreekuur Huiselijk Geweld. “Zorg en straf moeten samengaan, we hebben als organisaties elkaars informatie en expertise nodig.”
Schmitz heeft zich dit jaar meer zorgen gemaakt. “Vooral om kinderen. Spanning in huis is funest, dat voelen ze aan. Hoe gaan kinderen daar woorden aan geven? En waar kunnen ze dan heen? Dat vind ik zorgelijk. Altijd al, maar zeker toen kinderen maandenlang niet naar school konden. Huiselijk geweld maakt zo veel slachtoffers.”
Ik doe iets
Nu mensen elkaar minder tegenkomen op verjaardagsfeestjes, school of de sportclub, blijft huiselijk geweld vaker verborgen. Daarom is het extra belangrijk dat mensen iets doen als ze twijfelen over de veiligheid van een ander; een kleine stap kan een groot verschil maken. Op de website ikvermoedhuiselijkgeweld.nl zijn tips en adviezen te vinden die je kunt gebruiken als je bang bent dat iemand thuis in een onveilige situatie verkeert.