Tekst Annelies Hermans
Foto Valerie Kuypers

“Wat is overlast? Ja, dat is een goede vraag. Overlast is een breed begrip en betreft niet alleen strafbare feiten. Ook intimiderend gedrag of pestgedrag kan als overlast worden ervaren. Neem het voorbeeld van de vrouw die aan het joggen is en dan te maken krijgt met een asielzoeker die meejogt. De vrouw vindt dit vervelend en gaat naar de politie. De politie doet niets want meejoggen is niet strafbaar, maar die vrouw is wel gefrustreerd.”

Aan het woord is Sibel Yildiz. “In zo’n geval is het fijn als achterhaald kan worden om welke asielzoeker het gaat. We willen dat er met hem een gesprek wordt aangegaan. Was het wel of niet als pesten bedoeld? Of was het een onhandige poging tot flirten? De inzet van het gesprek is dat hij ophoudt met dit gedrag. Nee, wij voeren dit gesprek niet zelf. Wij laten dit gesprek aan medewerkers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) over.”

“Overlast wordt vaak gezien als een probleem van de vreemdelingenketen”, gaat zij verder. “Maar het is ook een probleem van veiligheid en openbare orde. Daarom vinden wij de samenwerking met de lokale driehoek - burgemeester, politiechef en officier van justitie -  belangrijk. Dat maakt de aanpak van overlast effectiever.”

Sibel Yildiz

Ketenmariniers

Ketenmariniers zijn sinds mei 2019 actief in de vreemdelingenketen. Zij pakken de overlast van een kleine groep asielzoekers aan. De ketenmariniers vormen een schakel tussen alle betrokken organisaties op lokaal en landelijke niveau. Overlastgevers worden individueel beoordeeld. Grote organisaties van de vreemdelingenketen zijn het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V).

Trots

Sibel is sinds september ketenmarinier (zie voor uitleg het kader Ketenmariniers). Hiervoor was zij enkelvoudig officier van justitie bij het Openbaar Ministerie. Ze kreeg de vacature van ketenmarinier toegestuurd omdat die bij haar zou passen. “De samenwerking tussen organisaties stimuleren, veel afwisselende werkzaamheden, aanjager zijn - dat sprak mij aan”, vertelt zij. En dat heeft ze geweten. “Geen dag is hetzelfde, alle dagen zijn verschillend. Er kan uit het niks iets opduiken waar we ons op moeten focussen. En een week later kan het zijn overgewaaid. Heel mooi, want ik hou van veel afwisseling en van een zekere mate van onvoorspelbaarheid.

De eerste drie maanden heb ik vooral gepraat met heel veel medewerkers van alle betrokken organisaties. Met beleid, met de werkvloer en met bestuur. Ik zie de overeenkomsten maar ook waar het schuurt, waar de organisaties onderling verschillen. Ik heb er voor mijzelf bepaalde punten uitgehaald, wat de knelpunten zijn waarover ik kan meedenken. Het valt mij op dat elke partij een eigen visie en veel kennis heeft. Maar het delen van die kennis is nog niet optimaal. Dat komt misschien omdat elke organisatie een ander doel heeft. Daarom is samenwerking nog wel een uitdaging.”

Als voorbeeld van wat er met meer samenwerking bereikt kan worden, noemt zij het nadenken over opvangmodaliteiten voor overlastgevende alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s – zie kader). Deze minderjarigen komen vaak vrij negatief in het nieuws. Sibel heeft daarover gesprekken gevoerd op de werkvloer. “Daar ben ik best trots op, dat partijen daar nu samen over nadenken”, zegt zij. “Ik ben ook trots dat er ook stappen worden gezet om te kijken naar een internationale samenwerking. Dit om de herkomst van groepen te bekijken en structuren te herkennen en uiteindelijk te komen tot een operationele aanpak. “

Ik ben trots dat er ook stappen worden gezet om te kijken naar een internationale samenwerking

Handhaving- en Toezichtlocatie

In een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) verblijven asielzoekers die in een gewoon asielzoekerscentrum ernstige overlast hebben veroorzaakt. Denk aan vernielingen, agressie, pesterijen en het overtreden van de huisregels. Mensen die dit gedrag vertonen, komen voor een periode van maximaal drie maanden in de HTL. Zij krijgen ook een gebiedsgebod opgelegd.

Duwtje richting samenwerking

Sibel is een van de vier ketenmariniers die sinds mei 2019 actief zijn. Zij hebben het land niet in vieren, maar in tweeën opgedeeld. Sibel neemt samen met een andere collega het zuidelijke deel voor haar rekening. Daarnaast beheert zij de landelijke portefeuille amv’s. Natuurlijk overlegt zij regelmatig met haar collega’s. En een keer per maand overleggen de vier met de staatssecretaris. “Wij zijn haar ogen en oren”, aldus Sibel. “Wij vertellen haar wat wij in het veld zien en geven haar gevraagd en ongevraagd advies.”

“Wij willen het werk van de organisaties niet overnemen. Wij willen zoveel mogelijk ieder zijn eigen werk laten doen maar geven een duwtje richting samenwerking. Want door samen te werken worden wij effectiever”, legt zij uit. “Bijvoorbeeld in het geval van die minderjarige jongen van 16 jaar die een heftig feit had gepleegd. Hij had ingebroken en de oudere bewoner die thuis was, mishandeld. Politie en justitie namen het strafrechtelijke deel voor hun rekening. Maar dan moet er nu alvast door alle betrokkenen worden nagedacht over het vervolgtraject: wat het COA moet doen als de jongen straks vrijkomt, of er een voogd klaar staat die met hem aan de slag gaat, of we zeker weten dat hij echt minderjarig is. Leeftijdsfraude komt namelijk veel voor. We moeten kijken naar de voortgang van de asielprocedure, of hij een kansrijke of kansarme asielzoeker is en we moeten nadenken of de terugkeer vast in gang moet worden gezet. Over de gezamenlijke voorbereiding van het vervolg denken we nu eerder na. Het balletje gaat steeds beter rollen. Mooi om te zien dat iedereen zijn rol oppakt.”

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Een alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) is bij aankomst in Nederland minderjarig (jonger dan 18 jaar), afkomstig van buiten de Europese Unie (EU) en naar Nederland gekomen zonder ouder(s) of een andere persoon die het gezag over de jongere heeft. Amv’s worden opgevangen in pleeggezinnen, kleinschalige opvanglocaties of in de beschermde opvang.

Bewustzijn

“Wij stimuleren binnen de vreemdelingenketen om altijd aangifte te doen van strafbare feiten, zoals bedreiging en mishandeling. Wij merken dat medewerkers van het COA dit niet altijd doen. Zij doen dit niet uit angst of omdat ze het ‘zielig’ vinden: zij willen de persoon niet in de problemen brengen. Soms doen ze geen aangifte, omdat ze denken dat het toch geen nut heeft. Wij wijzen op het belang van dossiervorming en op de signaalfunctie: laten weten wat we wel en niet accepteren. Overigens kan een leidinggevende namens de medewerker aangifte doen en kan het adres van het centrum worden opgegeven in plaats van het privéadres.”

“Wij doen alles samen met de keten. Het COA, de IND en DT&V weten elkaar steeds beter te vinden. Er is structureel overleg. De keten richtte zelf de Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL – zie kader) op en de twee locaties voor versoberde opvang voor niet-kwetsbare veilige landers en personen die reeds een asielvergunning in een andere EU-lidstaat hebben gekregen in Budel en Ter Apel (zie kader Veilige landers). Deze sobere opvang is overigens geen maatregel tegen overlast, maar lijkt hierop wel een positief bijeffect te hebben. We zien meer bewustzijn ontstaan over het nut van samenwerking en dat de hele keten zich ervoor inzet. Heeft een organisatie een probleem? De hele vreemdelingenketen en daar waar nodig ook het bestuur, OM en politie zetten zich in om het op te lossen. Die steun aan elkaar is heel mooi om te zien.”

Sibel komt nog even terug op de vraag ‘wat is overlast’?  “Ik zie ook meer bewustzijn over het onderscheid tussen veiligheid en veiligheidsbeleving”, stelt zij. “In de media is er sprake van een toename van gevoelens van onveiligheid, maar dat blijkt niet uit de cijfers. De gevoelens na intimidatie zie je bijvoorbeeld niet terug in de cijfers. Maar dat is wel een vorm van overlast. Daarom kiezen wij voor een bredere kijk. Overlast trekt redelijk wat aandacht in de media. Nu zie ik meer nuance in de artikelen. We willen duidelijk maken waar dit probleem uit bestaat. Wij hebben er zelf geen baat bij het probleem groter of kleiner te maken. Voor andere partijen kan dat anders liggen.”

Veilige landers

Het aantal asielaanvragen van mensen uit 'veilige landen van herkomst' is hoog. De kans op het toekennen van asiel is klein. Tijdens de behandeling van de asielaanvraag verblijft een vreemdeling bij het COA. Sinds september 2020 worden personen uit veilige landen van herkomst opgevangen in een apart, sober opvanggedeelte op de bestaande asielzoekerscentra in Ter Apel en Budel-Cranendonck. Zij krijgen eten en een slaapplek maar geen geld.