De Europese Unie wil meer zelfvoorzienend worden op het gebied van eiwit. Nederland wil dat ook. In de Nationale Eiwitstrategie (NES) staat welke sporen perspectief bieden. Bijvoorbeeld uitbreiding van het areaal vlinderbloemige gewassen, teelt van eendenkroos en kweekvlees. In gesprek met Ngoc Berris van het ministerie van LNV. Zij is projectleider van de NES.
De Nationale Eiwitstrategie is eind 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden en vervolgens vanwege de demissionaire status van het kabinet controversieel verklaard. “Het is aan de volgende regering om echt keuzes te maken en vervolgens tot een uitvoeringsplan te komen. Maar we zitten natuurlijk niet stil”, zegt NES-projectleider Berris.
Geopolitiek kwetsbaar
Europa is op dit moment in hoge mate afhankelijk van de invoer van plantaardig eiwit. Dat geldt voor humane consumptie maar nog meer voor veevoeding. Die afhankelijkheid maakt Europa in geopolitiek opzicht kwetsbaar. De import van soja voor de Europese markt is bovendien grotendeels niet duurzaam, onder meer vanwege het beslag van de teelt in Zuid-Amerika op beschikbaar land en de druk op biodiversiteit en ontbossing.
Daarom is het belangrijk om de productie van plantaardige en alternatieve eiwitten zoals insecten te vergroten. De Europese Commissie gaf in 2018 de lidstaten opdracht om met een eigen eiwitstrategie te komen. Die ligt er in ons land nu met de NES.
Lees verder onder foto
Veldbonen en lupine
De eiwitstrategie kent een aantal sporen. Vergroting van het areaal eiwitrijke gewassen is daar een van. Het gaat dan om gewassen als veldbonen, lupine, soja en koolzaad, vooral voor humane consumptie. Op dit moment telen boeren op ruim 11.000 hectare deze vlinderbloemige gewassen. “We willen toe naar een aanzienlijke stijging van dit areaal in de komende vijf jaar. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Voor boeren is de teelt op dit moment nog niet rendabel en er is ook niet zomaar ruimte. De technologie om de eiwitten te winnen en vervolgens te verwerken tot lekkere en gezonde producten staat nog in de kinderschoenen. We zoeken samen met agrarische ondernemers, het bedrijfsleven en kennisinstellingen naar methoden om de keten rendabel te maken, bijvoorbeeld door met betere rassen de productie per hectare te verhogen. Ook willen we het verhaal vertellen waarom het interessant is voor de consument om juist lokale eiwitten te eten. Het verhaal over korte ketens en biodiversiteit. Er is dus veel creativiteit nodig. Daarvoor is de Green Deal Eiwitrijke Gewassen in het leven geroepen.”
Beter verdienmodel nodig
Marktonderzoek van Boston Consulting Group (BCG) en Blue Horizon wijst uit dat de humane consumptie van plantaardig eiwit de komende vijf jaar verdubbelt. Berris: “Meer vraag leidt waarschijnlijk tot een beter verdienmodel. Daar profiteren alle schakels in de keten van. Een toename van de consumptie gaat echter niet vanzelf. Op het terrein van productontwikkeling, marketing en bewustwording van consumenten moet veel gebeuren. En we streven naar optimale vierkantsverwaarding door reststromen te gebruiken in diervoeders. De partijen die actief zijn in de Green Deal Eiwitrijke Gewassen onderzoeken nu welke opties kansrijk zijn.”
Innovatie
Een ander spoor in de NES is innovatie. Daarbij wordt gedoeld op bijvoorbeeld winning van eiwit uit nieuwe eiwitbronnen, zoals eendenkroos en bietenblad, en de productie van kweekvlees. “Van innovatie verwachten we veel. Om een voorbeeld te noemen; onder ideale omstandigheden verdubbelt de hoeveelheid eendenkroos in dertig uur. Het heeft de potentie om tien keer meer eiwit op te leveren per hectare per jaar dan soja. Een ander voorbeeld is het Nederlandse bedrijf The Protein Brewery, een innovatieve ontwikkelaar van eiwitrijke voedingsingrediënten, die gebruik maakt van biotechnologie waarmee je met schimmels eiwitten kunt halen uit aardappelen, mais, cassave en suikerbieten. Dat is veelbelovend omdat het zeer goed op te schalen is. Vanuit het ministerie van LNV ondersteunen wij daarom verder onderzoek naar zulke alternatieve eiwitbronnen.”
Goedkeuring door EFSA
Een volgende stap is dat het gebruik van zulke alternatieve eiwitten goedgekeurd moet worden voor humane en/of dierlijke consumptie. Dat doet de European Food Safety Authority (EFSA). Berris: “Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om zo’n procedure op te starten, maar waar mogelijk biedt het ministerie hierbij ondersteuning. Eiwit uit eendenkroos voor humane consumptie zit nu in de procedure en voor kweekvlees wordt de procedure binnenkort opgestart. Mogelijk is over enkele jaren een burger van kweekvlees op de markt.”
Lees verder onder foto
Insecten
Verdere opschaling van de kweek van insecten, zowel voor food als feed, is een van de andere sporen in de Nationale Eiwitstrategie. Hoopvol is dat de Europese Unie afgelopen zomer goedkeuring gaf voor het gebruik van diermeel in veevoer. Dat geldt ook voor insecteneiwit. “Nederlandse producenten van veevoer gaan hier nu proeven mee doen met het voeren van varkens en vleeskuikens. De WUR is ook op dit terrein actief. Als de proeven succesvol zijn, kan dat leiden tot een forse vermindering van de import van soja. En dat is een van de kerndoelen van de eiwitstrategie. Insecteneiwit kan ook worden toegepast in humane voedingsproducten zoals vleesvervangers. Daarvoor is trouwens nog veel onderzoek nodig.”
Duurzaam en gezond eetpatroon
Voor al deze mogelijkheden om de plantaardige en alternatieve eiwitproductie in Nederland te vergroten, geldt een belangrijke randvoorwaarde: er moet een markt voor zijn, consumenten moeten de plantaardige en alternatieve eiwitproducten willen afnemen. Daarom zet LNV in op een duurzaam en gezond eetpatroon, op weg naar een balans tussen dierlijk en plantaardig eiwit van 50/50. Het realiseren van die eiwittransitie gebeurt vooral via campagnes van het Voedingscentrum. “Het gevolg van een betere balans tussen plantaardig en dierlijk eiwit in het Nederlandse voedingspatroon kan zijn dat er voor de Nederlandse markt minder soja voor diervoeder geïmporteerd hoeft te worden.”
Kennis delen
Er zijn meer landen die aan de slag zijn met een eigen eiwitstrategie, zegt Berris. “Landen als België, Frankrijk, Denemarken en Oostenrijk bijvoorbeeld. Belangrijk is om successen met elkaar te delen. Startups uit ons land kunnen hun nieuwe producten in het buitenland vermarkten. De uitdagingen en kansen van de eiwitstrategie beperken zich niet tot Nederland.”
Zie ook: