Minder afhankelijk worden van invoer van plantaardige eiwitten uit landen buiten Europa en verandering van de verhouding dierlijk en plantaardig eiwit in het humane dieet in de richting van 40/60 in 2030. Die eiwittransitie is een van de kerndoelen van de Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel. De overheid stimuleert en financiert publiek-private innovaties die dit doel dichterbij brengen. Dat niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland.  

In de Kennis- en Innovatieagenda 2020-2023 van de drie topsectoren Agri & Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Water & Maritiem is het eiwitprogramma een van de 24 programma’s waarvoor middelen beschikbaar zijn. Het eiwitprogramma sluit aan op de doelen van de Nederlandse Eiwitstrategie (NES) van het ministerie van LNV.

Meer voedselzekerheid

Willemien van Asselt is werkzaam bij de topsector Agri & Food en nauw betrokken bij de uitvoering van de kennis & innovatieagenda. Een wereldwijde eiwittransitie is volgens haar randvoorwaarde voor het bereiken van meer voedselzekerheid. “Die omwenteling is noodzakelijk. Zowel in de food- als de feedsector. Vanuit de topsectoren stimuleren wij innovaties die de gewenste transitie verder op gang brengen. Bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid zijn hierbij samen aan zet.”

Lees verder onder foto

Willemien van Asselt
Willemien van Asselt

Veldbonen en lupine

Vergroting van het areaal eiwitrijke gewassen in de akkerbouw is een van de doelen van het eiwitprogramma uit de Kennis- en Innovatieagenda. “Daar wordt nu op kleine schaal mee geëxperimenteerd”, zegt Van Asselt. “Bijvoorbeeld met de teelt van veldbonen, lupine en soja, vooral voor humane consumptie. Onderzoek is nodig om de opbrengst per hectare te verhogen, bijvoorbeeld door verbetering van het uitgangsmateriaal en ziektebestrijding. Het gaat er ook om het verdienvermogen in alle schakels van de keten te verbeteren.”

Nieuwe eiwitbronnen

Ook nieuwe eiwitbronnen bieden perspectief om minder afhankelijk te worden van eiwitimporten uit andere delen van de wereld. Insecten bieden toekomst, maar ook algen, schimmels en zeewier. “Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zijn met tal van innovaties bezig. Vaak erg succesvol. Vervolgens moeten de gewonnen eiwitten worden verwerkt tot producten die aantrekkelijk zijn voor consumenten. Dat vraagt om nieuwe verwerkingstechnieken. Vanuit onze kennis- en innovatieagenda dragen wij daar financieel aan bij.”

'Met het Topsectorproject Plant Meat Matters komt de vegetarische biefstuk een flinke stap dichter bij het supermarktschap'

Kennis van consument en product

Verschuiving in het voedselpatroon naar een meer plantaardig dieet vraagt ook om een ander gedrag van consumenten. Daarvoor is meer kennis nodig, niet alleen van de acceptatie en voorkeuren van consumenten maar ook van de nutritionele waarde en de gezondheidseffecten van voedingsproducten die zijn gemaakt van nieuwe eiwitbronnen. Ook daar is de kennis & innovatieagenda op gericht, zegt Van Asselt.

Heilige graal van vleesvervangers

Inmiddels is een aantal onderzoeken en projecten gestart die mede zijn gefinancierd vanuit de topsectoren. Ook het bedrijfsleven draagt hieraan bij. Een voorbeeld is het Topsectorproject Plant Meat Matters. Hiermee komt de vegetarische biefstuk, de heilige graal van de vleesvervangers, een flinke stap dichter bij het supermarktschap. “Er is vier jaar intensief samengewerkt met de industrie. De wisselwerking tussen toepassingsgericht en wetenschappelijk onderzoek was heel vruchtbaar. Het is nu aan de industrie om de laatste stap te zetten.”

Onderzoek Horizon Europe

Wat betreft de teelt van meer eiwitrijke gewassen is ook het Europese onderzoeksprogramma Horizon Europe belangrijk. Van Asselt: “Daar zijn meer EU-lidstaten bij betrokken. De gewenste eiwittransitie speelt namelijk in heel Europa. Maar hoe bereik je een forse uitbreiding van het areaal? Dit Europese onderzoek geeft hierop hopelijk een antwoord.”

Lees verder onder foto

Ideeën
De topsectoren stimuleren dat kennis en innovaties beschikbaar komen voor andere landen.

Aankoopgedrag consument

Onderzoek naar het gedrag van consumenten vindt plaats in Wageningen, onder andere met Virtual Reality-brillen. “Dat onderzoek moet ertoe leiden dat we meer te weten komen over het aankoopgedrag in de supermarkt. Welke plantaardige producten worden wel gekocht en welke niet? En waar ligt dat dan aan? Uiteindelijk begint de eiwittransitie bij de consument.”

Internationale component

Volgens Van Asselt kent de kennis- en innovatieagenda een belangrijke internationale component, zeker op het gebied van de vervanging van dierlijk door plantaardig eiwit. Grote bedrijven uit de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie en zeker ook MKB-bedrijven lopen hierin voorop. “Vanuit de topsectoren stimuleren wij dat kennis en innovaties beschikbaar komen voor andere landen. Dat ten behoeve van het economisch rendement van de betrokken bedrijven, maar ook voor de voedselzekerheid in de wereld.”

Ethiopië: insectenkweek op bierbostel

Een consortium van Nederlandse bedrijven is actief in Ethiopië in een seed money project dat is gericht op de productie van eiwitrijk diervoer. Hierbij gaat het om de kweek van insecten op bierbostel, een restproduct dat overblijft bij bierproductie. De insecten vormen vervolgens een hoogwaardige eiwitbron voor diervoeding. Bij dit project zijn onder meer de brouwerijen Heineken en Swinckels Family Brewers betrokken, veevoerconcern De Heus en Aeres Hogeschool. De uitvoering van het project is in samenwerking met een aantal lokale bedrijven in Ethiopië.

Opschaling

Seed money projecten zijn kleine samenwerkingsprojecten die zijn bedoeld om kansen te verkennen in andere landen, vooral buiten de Europese Unie. Van Asselt: “Het gaat echt om zaaigeld als opstart dat, als er daadwerkelijk perspectief blijkt te zijn, leidt tot opschaling van activiteiten. Daar zijn dan weer andere subsidieregelingen voor bij RVO, maar ook binnen de topsector zijn er mogelijkheden via een PPS-project (publiek-private-samenwerking). Een voorbeeld van zo’n groter project vindt plaats in Mexico. Daar wordt afvalwater uit tuinbouwkassen gezuiverd met algen en die algen zijn weer een ingrediënt van kippenvoer.”

Meer informatie