Tekst Astrid Dijkman en Rob Langeveld
Foto Kick Smeets

Bijzonder hoogleraar Anchrit Wille deed ooit onderzoek bij VWS. En misschien doet ze dat in de toekomst opnieuw. Bij de aanvaarding van het bijzonder hoogleraarschap ‘Transities in de publieke sector’ hield ze eind vorig jaar haar inaugurele rede. Daarin stelde zij: ‘het ambtelijk werk is steeds meer gekoloniseerd door de politiek’. Wat betekent dat voor VWS en VWS’ers?

Portretfoto Anchrit Wille
Prof. dr. Anchrit Wille is bijzonder hoogleraar Transities in de publieke sector aan de Leidse Universiteit. Ze werkt op de campus Den Haag en woont in Amsterdam. Hoe ze aan haar bijzondere voornaam komt? “Mijn vader was scheepskok op de Holland-America lijn. Het schip waarop hij voer, heette Anne Christina. Mijn naam is een samentrekking van die beide namen."

‘De illusie van het politieke primaat.’ Waarom koos u voor dit onderwerp?

“Ik heb me altijd al beziggehouden met de verhoudingen tussen politiek en ambtenarij. Vijfentwintig jaar geleden deed ik onderzoek bij de ministeries van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en ook bij VWS. Samen met Paul ’t Hart schreef ik in 2002 het boekje ‘Politiek ambtelijke verhoudingen in beweging’. Na allerlei incidenten waren die verhoudingen toen in opspraak. Ik verdiep me daar weer in, want er verandert nu veel. Met de leerstoel ‘Transities in de publieke sector’ kan ik mooi onderzoeken hoe het nu gaat.”

Wat valt op?

“Ik verwonder me erover dat er veel analyses zijn over wat er mis is. Maar we beschouwen het ‘politieke primaat’ van Weber*– die een eeuw geleden stelde dat de politiek de baas is – als vast gegeven. Het is een bestuursparadigma geworden. Maar past dat nog wel in de huidige situatie? We leven nu in een andere democratie. Het ‘politieke primaat’ werkt niet meer zo goed in de huidige politieke-ambtelijke verhoudingen.”

Wat betekent dat voor de rol van ambtenaren?

“De regeerakkoorden zijn vooral gericht op samenwerking met de Kamer. Ze zijn veel dwingender geworden en spelen een belangrijke rol voor de ambtelijke top. De rekrutering in de politiek én in de ambtelijke top is veranderd. De Kamer heeft nu veel meer aandacht voor verantwoording dan voor wetgeving. Hierdoor wordt het ambtelijk werk steeds meer gekoloniseerd door de politiek. Ambtelijke deskundigheid is langetermijndenken, politiek richt zich op de korte termijn. Dat leidt tot een soort zelfbeperking in het ambtelijk werk. Je wilt eigenlijk optie A adviseren, omdat dat in het belang is van burgers op de langere termijn. Maar die optie strookt niet met de politieke lijn en haalt het dan niet. Daardoor gaat de langetermijnvisie verloren.”

Hoe beoordeelt u die ontwikkeling?

“Die politieke dynamiek is ‘a fact of life’. Maar het is problematisch als het zo sterk de overhand neemt, als gevolg van de veranderende democratie. De verzuiling is voorbij. Mensen maken steeds meer een eigen keuze en stemmen niet meer vanzelf op dezelfde partij. Ons bestel staat een veelheid van partijen toe; ieder geluid een vertegenwoordiging.”

Zijn politiek en ambtelijk wel te scheiden?

“Het is sterk met elkaar verweven. Maar de één moet de ander niet opslokken. Beide professionaliteiten moeten elkaar veel meer dienen. Ambtelijke deskundigheid is belangrijk voor wetgeving en beleidsontwikkeling. Er is veel aandacht voor ambtelijk vakmanschap en tegenspraak, als reacties op de doorgeschoten politieke dominantie. Dat kan leiden tot herstel van de balans. Maar alleen met ambtelijk vakmanschap red je dat niet. Er moet ook aandacht zijn voor het politieke vakmanschap binnen de overheid. Bij de Europese Commissie is de laag met politieke professionals bijvoorbeeld veel groter. Zonder dat dat het ambtelijk werk beperkt. Het gaat over kennis (ambtelijk) versus keuzes (politiek). Beide zijn belangrijk en moeten vanuit hun eigenheid complementair zijn.”

Wat betekent dit voor de beleidsambtenaren van VWS?

“Veel. Wees je bewust van de eigenheid van beide rollen! Laat je niet leiden door de politieke wenselijkheid of haalbaarheid. Gebruik je eigen deskundigheid. En bied waar nodig duidelijk tegenwicht. Het betekent ook: meer inzicht hebben voor de uitvoering van het beleid. Zorg dat je zicht krijgt op de blinde vlekken en durf die ook op de agenda te zetten! Een concreet voorbeeld? De verhoging van de pensioenleeftijd. Voor mensen die achter een computer zitten is 67 nog wel haalbaar. Maar er zijn natuurlijk veel beroepen waarin dat niet zo is. Dat is nu rechtgetrokken, maar het was wel zo’n blinde vlek.”

Kunt u voorspellen hoe het politiek-ambtelijk landschap eruitziet in 2050?

”Nee. Maar ik zie nu dus toenemende politisering. De kiezer is ontzettend belangrijk, maar partijen hebben steeds minder binding met de samenleving. Wie is er nog lid van, of wil actief zijn voor, een politieke partij? Als de overheid alleen aandacht heeft voor ambtelijk vakmanschap en leiderschap, kun je het zicht op de politieke context verliezen. Dat is mede bepalend voor de toekomst van de politiek-ambtelijke verhoudingen. Misschien kan ik daar ooit bij VWS nog eens onderzoek naar komen doen.”

*Max Weber was een Duitse socioloog en klassiek econoom die in 1922 het idee formuleerde van het politieke primaat in zijn openbare lezing ‘Politik als Beruf’.