Tekst Astrid Dijkman (Roelof) en Sabina van Gils (Isa en Eline)
Foto Gerrit de Heus (Isa en Roelof) en René Verleg (Eline)

Het vertrouwen van de burgers in de overheid en de politiek daalt.
De kloof lijkt soms niet meer te dichten. Is er iets aan te doen?

Isa de Beer in haar woonkamer, werkend achter de laptop aan de keukentafel
Isa de Beer (26), beleidsmedewerker medische ethiek, directie Publieke Gezondheid
Isa de Beer in haar woonkamer, zittend op de leuning van de bank

‘Niet alleen uitleggen, maar ook invoelend reageren’

"Politiek, overheid en samenleving zijn denk ik altijd aan wantrouwen onderhevig, maar de afgelopen jaren is de kloof echt gegroeid. Ik denk dat het belangrijk is om het vertrouwen te herstellen. Dat kan bijvoorbeeld door uit te leggen hoe de politiek werkt en hoe bepaalde keuzes tot stand komen. Want veel mensen zijn zich er niet van bewust dat er een verschil is tussen kabinet, Kamer en ambtenaren. Ze zien de overheid als één log orgaan ergens in Den Haag.

Mensen voelen zich niet gehoord, dat zie je ook terug in de verkiezingsuitslagen. Bijvoorbeeld in de opkomst van de politieke partij BBB, de BoerBurgerBeweging. We moeten dus beter gaan luisteren. Als ambtenaar ben ik natuurlijk maar een kleine speler in een groter geheel, toch probeer ik mijn steentje bij te dragen aan het verbeteren van de communicatie tussen burger en overheid. Zo probeert het team Ethiek – waar ik deel van uitmaak – in antwoorden op burgerbrieven niet alleen droog uit te leggen hoe het zit, maar ook invoelend te reageren. In eenvoudige taal.

Als beleidsmedewerker medische ethiek opereer ik in een veld tussen stakeholders, politiek en samenleving. De onderwerpen liggen altijd gevoelig en gaan mensen direct aan. Ik probeer daarom zoveel mogelijk meningen over een thema te verzamelen. Ik praat, lees, doe kleine steekproeven en betrek de mensen die het aangaat. Maar ik denk: als we de kloof echt willen verkleinen, moeten we ook kritischer kijken naar ons eigen personeelsbestand. Hoe diverser dat is, hoe meer groepen gehoord worden."

Eline Scheper
Eline Scheper (53) directeur, directie Bestuurlijke en Politieke Zaken
Illustratie Eline Scheper

‘Transparantie kan een averechts effect hebben’

“De toeslagenaffaire, Groningen, stikstof. Het zijn grote dossiers die aantonen dat het bij de overheid soms helemaal scheef kan lopen. Hierdoor staan we er niet goed op. Ik begrijp dat het vertrouwen van burgers in de overheid en de politiek daalt, zeker als het maar niet lukt om de problemen op te lossen.

Toch voelt het soms niet helemaal eerlijk dat de overheid over één kam wordt geschoren. Ja, er worden fouten gemaakt, maar er gebeuren ook veel goede dingen. Ik zie bij VWS hoe hard collega’s aan het werk zijn. Integer, gedreven en intrinsiek gemotiveerd om de zorg in Nederland beter te maken. Ook in coronatijd. Ik weet nog dat we ons een slag in de rondte werkten, terwijl buiten voor de deur mensen stonden te protesteren. Dat vond ik lastig, op dat moment merkte ik echt wat die kloof tussen overheid en burger kan betekenen en kwam het heel dichtbij.

Om die kloof te verkleinen, moet de overheid transparanter gaan werken. Dat klinkt heel mooi, maar het kan een averechts effect hebben. Voor je het weet, ben je druk met het openbaar maken van stukken en het beantwoorden van honderden Kamervragen, in plaats van met het maken van goed beleid, waar mensen echt iets aan hebben. Dat lijkt me ook weer niet de bedoeling. De luiken moeten open, het vertrouwen moet hersteld. Maar hoe? Daar is, vrees ik, geen eenduidig antwoord op te geven.”

Roelof Janssens voor de boekenkast
Roelof Janssens (60), coördinator corporate communicatie, directie Communicatie
Roelof Janssens thuis, zittend op een paarse bank

‘De luiken moeten meer open’

“Zembla-journalist Ton van der Ham heeft mij onlangs geïnterviewd voor zijn boek ‘Voorbij het wantrouwen’ over de relatie tussen voorlichters en journalisten. Meestal lopen die contacten soepel, maar het gaat soms ook moeizaam. Journalisten verwijten voorlichters bijvoorbeeld dat ze te weinig willen meewerken en zich alleen druk lijken te maken om de reputatie van hun bewindspersoon. Woordvoerders vinden op hun beurt journalisten soms vooringenomen: de conclusies van het verhaal lijken dan al voortijdig vast te staan. Onze reactie op hun vragen heeft in die gevallen geen invloed meer op de strekking van het verhaal.

Niemand is gebaat bij dit soort gekrakeel. In het interview zoomde ik met name ook in op wat wij beter kunnen doen. Een oplossing kan zijn dat we meer ambtenaren in de media laten optreden. Tot voor kort was dat not done, maar dat willen we veranderen. Ambtelijke experts kunnen prima de inhoudelijke kant van beleidsplannen toelichten, hoe iets werkt, waarom alternatieve opties in de praktijk minder goed of niet werken. Zij kunnen ook de verschillende belangen schetsen die rond de besluitvorming gespeeld hebben. Als het gaat over de politieke keuzes, blijven de bewindspersonen natuurlijk zelf aan zet.

Dit vraagt wel precisie en goede afspraken met media. Want waar eindigt ambtelijke voorlichting en waar begint het politieke? Maar feit blijft dat de luiken veel meer open kunnen en moeten. Daarmee kunnen we de zichtbaarheid en geloofwaardigheid van het openbaar bestuur vergroten en zo hopelijk meer begrip kweken voor ons werk en onze plannen beter laten landen.”