Tekst Simone Vuurpijl en Nina Krijnen

Diversiteit en inclusie staan hoog op de agenda van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zeker nu het kabinet inzet op een feministisch buitenlandbeleid. Eerder dit jaar las je in de Veiligheidsdiplomaat over de Nederlandse bijdrage aan inclusieve cyberdiplomatie via het Women in Cyber Fellowship. Hoe gaat het daar nu mee?

Leestijd: 4 minuten.

Waarom is inclusieve cyberdiplomatie belangrijk?

Nederland is koploper waar het gaat om het aanjagen van internationale verdragen en afspraken over gelijke kansen voor vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en antidiscriminatie. Om doelstellingen voor gendergelijkheid te behalen, houdt Nederland rekening met gendergerelateerde implicaties van onder andere diplomatie en internationale samenwerking.

Dit betekent voor Nederland het streven naar gendersensitief cyberbeleid en inzetten op diversiteit in cyberdiplomatie.

Feministisch buitenlandbeleid streeft naar een gelijke en effectieve deelname van eenieder in het gehele veiligheidsdomein. Dit geldt ook voor internationale besluitvorming en onderhandelingen over cyber. Voor Nederland betekent dit het streven naar gendersensitief cyberbeleid en het inzetten op diversiteit in cyberdiplomatie.

De praktijk: het Women in Cyber Fellowship

Nederland heeft samen met partnerlanden Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten vooruitgang geboekt op dit terrein via het Women in Cyber Fellowship. Dit fellowship steunt vrouwelijke overheidsvertegenwoordigers uit lidstaten van de Verenigde Naties waar weinig capaciteit is om aan cyberonderhandelingen deel te nemen. Deelnemers krijgen onder andere training over internationale cyberdiplomatie en hun reizen naar de Verenigde Naties worden vergoed.

De deelnemers, ‘fellows’, hebben de afgelopen maanden niet stilgezeten en hebben onder andere in New York deelgenomen aan cyberonderhandelingen in de Open Ended Working Group (OEWG), een werkgroep van de Verenigde Naties op het gebied van cyber.

Wat is de toegevoegde waarde?

Nederland steunt fellows uit lidstaten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) omdat hier veel kansen liggen voor samenwerking en uitwisseling met Nederland en EU-lidstaten. De toegevoegde waarde zit ook in het feit dat deze landen, door actief deel te nemen aan internationale cyberonderhandelingen, zich uitspreken over hun positie op cyber. Dat maakt de internationale coalitie steviger en inclusiever.

Dankzij het Women in Cyber Fellowship steeg het aantal interventies in de laatste cyberonderhandelingen in de VN van 23% (in 2020) naar 52% (in 2022).

Dankzij het Women in Cyber Fellowship steeg het aantal interventies in de laatste cyberonderhandelingen in de Verenigde Naties van 23% (in 2020) naar maar liefst 52% (in 2022). Het fellowship reikt verder dan enkel het vergroten van het aantal interventies. De cyberonderhandelingen in de Verenigde Naties hebben als doel om een inclusief proces te vertegenwoordigen. Door het Women in Cyber Fellowship stijgt de mate van betrokkenheid van landen die zich normaliter minder zouden uitspreken of überhaupt niet zouden deelnemen.

Nadia, een van de fellows uit Albanië, was onder de indruk van cyberonderhandelingen in de Verenigde Naties. “Ik heb een juridische achtergrond in informatiebeveiliging en heb dankzij het fellowship bij kunnen dragen aan cyberdiplomatie. Het is bijzonder om erachter te komen dat meer vrouwen met dezelfde uitdagingen kampen in dit werk.”

Nadia: “Het was onwijs interessant om te horen met welke uitdagingen ze te maken krijgen.”

Van links naar rechts: Famke de Kroon, met fellows Drita en Sandra en Cyberambassadeur Nathalie Jaarsma.

Famke De Kroon werkte namens het ministerie van Buitenlandse Zaken mee aan het fellowship. “Het werven van de fellows was best een opgave. In een aantal OVSE-landen bleek weinig capaciteit te zijn op het gebied van cyber. Tegelijkertijd bleek het merendeel van de vertegenwoordigers die zich wel bezighielden met cyber man te zijn.” Dit heeft enerzijds te maken met een overwicht van mannen in de ICT-sector en ondervertegenwoordiging van vrouwen in technische opleidingen die hen voorbereiden op dergelijke functies.

“Het was interessant om te horen met welke uitdagingen fellows te maken krijgen. In een land waar al weinig studenten een technische studie doen, is het merendeel niet altijd geïnteresseerd in een baan voor de overheid en vertrekken ze daarom linea recta naar de private sector waar het salaris hoger ligt”, aldus Famke.

Hoe nu verder?

Er is ruimte voor verdere actie, betrokkenheid en onderzoek om inzicht te krijgen in belemmeringen voor gendergelijkheid in cyberonderhandelingen. Niet alleen om het aantal interventies door vrouwen te vergroten, maar juist om ervoor te zorgen dat de uitkomst van deze processen inclusief is. Bovendien zijn nog niet alle lidstaten van de Verenigde Naties actief vertegenwoordigd in discussies over cyberdiplomatie. Genoeg werk aan de winkel dus.

Sandra, een fellow uit Noord-Macedonië: “Het is belangrijk om voort te blijven bouwen op de kennis en ervaring die we nu hebben opgedaan. Ik weet nu wat er van me verwacht word en kijk uit naar de volgende reeks onderhandelingen.”

In december vindt de eerstvolgende bijeenkomst over cyber binnen de Verenigde Naties plaats. Al onze fellows worden uitgenodigd hieraan deel te nemen.

Lees het volgende artikel: Nederland draagt bij aan de strijd tegen terrorisme in West-Afrika