Tekst Marc Mijer
Foto Tineke Dijkstra

Je zou denken dat een Circular Hero, tevens lid van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, ooit vanuit zijn vezels koos voor het duurzame pad. Maar Menno Rubbens voelt zich meer wetenschapper, die de problemen klimaatverandering en de overmatige CO2-uitstoot binnen zijn branche voorziet van de oplossing circulariteit. Een fascinatie met zo efficiënt mogelijk bouwen vormde voor hem het begin. En dat leidde, vanwege het streven naar minder gebruik van materialen en energie, automatisch tot een duurzame aanpak.

Architect en projectontwikkelaar Menno Rubbens is directeur van cepezedprojects en lid van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. In 2022 werd hij uitgeroepen tot Circular Hero. 


Circulair bouwen gaat voor Rubbens over toekomstbestendigheid en waardebehoud. “Dat zag je bijvoorbeeld tijdens de Covid-pandemie. Gebouwen met ruime gangen en trappen bleken beter toegerust op de anderhalve meter afstandsregel dan andere gebouwen en konden onder die omstandigheden in gebruik blijven. Dat zie ik als circulair, nog los van het aspect materiaal. Want daarmee sla je natuurlijk grote circulaire slagen, door het gebruik van biobased materialen en te ontwerpen op herbruikbaarheid en dus het waardebehoud van elementen.” Dat laatste voerde cepezed in extremis door bij de Tijdelijke Rechtbank Amsterdam. Het bureau tekende in 2016 voor de ontwikkeling, het ontwerp en de realisatie van dit nieuwe gebouw. In 2022 is het, volgens plan, geheel gedemonteerd om in Enschede weer in elkaar gezet te worden als bedrijfsverzamelgebouw. “Dit draait om een andere manier van denken over vastgoed. Je bouwt niet om een gebouw 100 jaar op zijn plaats te laten staan, maar om het 100 jaar te laten meegaan, indien nodig op meerdere plekken. We hebben het hier over een permanent gebouw, dat tijdelijk rechtbank was en daarna op een andere plek een andere functie kan krijgen.”

Overmaat en lichtvoetigheid

Heeft Rubbens met die Tijdelijke Rechtbank Amsterdam het ideale circulaire gebouw neergezet? “Nou, daar zijn er wel meer van. Amsterdamse grachtenpanden uit de 17e eeuw vormen ook een ultiem voorbeeld van waardebehoud. Ze fungeerden oorspronkelijk als opslag, maar later ook als kantoor, woning, studentenhuis, tandartspraktijk … Dat heeft te maken met de flexibiliteit die de maten van die panden bieden en met de locatie. Een pand 500 jaar laten staan is nog duurzamer dan het verplaatsen, want dat kost ook energie.” De verdere eigenschappen van het ideale circulaire gebouw somt Rubbens op als volgt: droge verbindingen (bouten en moeren omwille van de losmaakbaarheid van onderdelen), overmaat (een maatvoering die andere soorten gebruik mogelijk maakt) en lichtvoetigheid, zodat een gebouw niet of nauwelijks gefundeerd hoeft te worden (dat bespaart namelijk betonnen heipalen en graafwerk met alle uitstoot van dien). The Green House in Utrecht vormt een voorbeeld van dat laatste. Voor dit restaurant en vergadercentrum gebruikte cepezed onder meer een lichte staalconstructie, een vloer van oude straatstenen, een etage van hout en dun staalplaat voor de dakvloer. Een letterlijk lichtgewicht gebouw.
 

"Je moet soms wel sterk in je schoenen staan om op te boksen tegen een onwillige opdrachtgever of aannemer."

Slopen überhaupt

Circulair bouwen, het kan gewoon: cepezed doet het al 40 jaar en uiteraard zijn ook andere architecten en partijen uit de bouwketen er inmiddels volop mee bezig. Toch ontbreken nog enkele voorwaarden om het echt op te schalen. Rubbens: “Je moet er een business case aan kunnen hangen. Dat vergt een andere organisatie van de financiële aspecten. Taxateurs moeten leren om oog te hebben voor de toekomstige waarde van bouwelementen. Grote beleggers zouden een revolverend fonds moeten aanleggen om de onzekerheid voor financiers van circulaire gebouwen af te dekken. Verder zou materiaal duurder moeten zijn en arbeid goedkoper, door het minder te belasten. Dat maakt het aantrekkelijker om materialen te hergebruiken en te betalen voor de arbeid die daarmee gemoeid is.” 
Volgens Rubbens zijn alle partijen in de bouwketen nodig om circulair te bouwen. Maar hoe eerder je in de keten zit, hoe meer invloed je erop kunt hebben. “Wat dat betreft zit je als architect goed. Je moet soms wel sterk in je schoenen staan om op te boksen tegen een onwillige opdrachtgever of aannemer. Voor velen van hen is circulair bouwen nog te onbekend. Gezien de traditionele inslag van de branche leidt dat tot de reflex om te bouwen zoals ze altijd al gewend waren. Die reflex moet eruit. Net als überhaupt het idee van gebouwen slopen. Dat is er met de opkomst van de wegwerpmaatschappij ingeslopen, maar vroeger gebeurde dat helemaal niet. Wij vormen nu teams met slopers. Aan de voorkant adviseren zij ons hoe wij gebouwen moeten ontwerpen om ze later goed te kunnen demonteren, aan de achterkant adviseren wij hen over hoe je sloopmateriaal opnieuw in kunt zetten. Zo werken wij als eerste schakel in de keten samen met de laatste schakel. Die cirkel is rond.”
 

Architect en projectontwikkelaar Menno Rubbens
Op het hetzelfde terrein van architectenbureau cepezedprojects staat een glazen circulair gebouw. Dit kan net als de Tijdelijke Rechtbank Amsterdam weer worden gedemonteerd en hergebruikt. De Tijdelijke Rechtbank is niet gefotografeerd, omdat die inmiddels weer is ingepakt en opgeslagen.