Tekst Marc Mijer
Foto Tineke Dijkstra
Van gehuurde portacabins met 2 klaslokalen naar een circulair en duurzaam schoolgebouw van 4.000 m² voor circa 900 leerlingen en 80 medewerkers. Dat is de ontwikkeling die Aeres Hogeschool Almere binnen 10 jaar doormaakte. De nieuwe vestiging is inmiddels omgedoopt tot ‘De Groene Long’, dankzij de dichtbegroeide gevels van biocomposiet en de vele planten op en in het gebouw. Uiteraard worden die bewaterd met op het groendak opgevangen regenwater. Circulaire elementen zijn o.a. het gebruik van circulair beton, plafonds en wanden van hergebruikt materiaal, demontabele staalconstructies en vloeren, vlonders gemaakt van oude vloeren van binnenvaartschepen en nieuwe tafels gemaakt van oude trapleuningen. “Gewoon doen en in de uitvraag meenemen”, aldus Bjorn Brink van Aeres, “want de meeste aannemers doen dit nog niet uit zich zelf.”
Bjorn Brink is project manager Huisvesting & Beheer bij Stichting Aeres Groep en begeleidde de bouw van de duurzame en circulaire vestiging in Almere.
Met opleidingen zoals ‘Aarde & Klimaat’ en ‘Biologie Voeding & Gezondheid’ richt Aeres Hogeschool Almere zich op het groene domein. “Dat betekent”, weet Brink, “dat onze medewerkers en studenten een meer dan gemiddelde bijdrage willen leveren aan de duurzaamheids- en circulariteitsopgave. Wij leiden hier de groene veranderaars van de toekomst op. Daar sluit ons nieuwe schoolgebouw natuurlijk naadloos op aan. Maar als organisatie omarmt Aeres ook alle internationale doelstellingen op dit vlak. Daarom probeer ik vanuit mijn functie duurzame en circulaire huisvesting hoog op de agenda te zetten, ook al is dat vanwege de beperkte middelen in het onderwijs niet altijd even eenvoudig.” Wat dat betreft kreeg Brink een aardige steun in de rug, toen ‘De Groene Long’ de Circular Award Public 2022 won. De onderscheiding genereerde veel publiciteit. Daar probeert Aeres zijn voordeel mee te doen. “We hebben tijdens en na de bouw een film gemaakt, en die vertonen wij op plekken waar studenten komen. Maar toen wij ons realiseerden dat we iets unieks hadden gedaan, hebben we ook een projectboek gemaakt. Er is ons nu zelfs gevraagd om een Engelse versie uit te brengen. Uiteraard doen we dat graag. Wij vinden het belangrijk om de opgedane kennis te delen en anderen te inspireren.”
Opschalen noodzakelijk
Het woord uniek wordt te pas en te onpas gebruikt, maar in het geval van ‘De Groene Long’ is het in ieder geval in één opzicht terecht. “We hebben een WELL Platinum certificering behaald”, vertelt Brink. “Daarmee zijn we de eerste school in Nederland, en wellicht in Europa. We wekken bijna al onze energie zelf op. Daarnaast is het gebouw klimaatbestendig, voorzien van levend groen, en heeft het een BCI-score (Building Circularity Index -red.) van 53%. Dat is een unieke combinatie.” Hoe heeft Aeres dit voor elkaar gekregen? “Het project is traditioneel aanbesteed, maar hierbij wij de uitvoerende partijen uitgedaagd om met duurzame en circulaire alternatieven te komen. Ook tijdens de uitvoering ging die uitdaging door; bij ieder inkoopmoment wilden we dat onderzocht werd of een duurzame of circulaire optie mogelijk was. Omdat we vooraf al zagen aankomen dat dit meerkosten zou opleveren, hadden we daar doelbewust wat geld voor achtergehouden.”
Wat dat financiële aspect betreft, ziet Brink ruimte voor verbetering. “Circulaire producten zijn nog niet de standaard. Producten die een tweede leven kennen een beperkte beschikbaarheid. Het is dus nodig om ze op te schalen en daarmee ook de prijs te drukken. Dat vormt misschien wel de belangrijkste uitdaging om circulair bouwen gangbaar te maken. Regelgeving kan daarin een positieve, dwingende rol spelen. Daar kan de overheid via wijzigingen in het Bouwbesluit wel iets in betekenen.”
Alles wat lukt is winst
Voor onderwijsinstellingen die ook circulair willen bouwen, heeft Brink concrete tips. “Als je bureaus of bedrijven inhuurt, kijk dan goed of de mensen die het project gaan uitvoeren intrinsiek gemotiveerd zijn. Het gaat niet om het groene stickertje op de deur, maar om de mensen die erachter aan het werk zijn. Stimuleer vervolgens alle betrokken om continu mee te denken over circulaire oplossingen. Uiteraard moet er dan ook ruimte zijn om ingebrachte ideeën uit te voeren, want anders dooft het enthousiasme. Tot slot is het een kwestie van gewoon doen. Een 100% circulair gebouw is nu nog onmogelijk, maar je kunt het maximale doen door elkaar daar op uit te dagen. Je kunt nooit alles doen. Maar alles wat wel lukt, is winst.”