Tekst Nicole van Rooij
Foto Lex van Lieshout
Na het succes van de eerste lichting, is een tweede lichting uit de startblokken. Het New Professionals Programma (NPP) zorgt voor ‘streetwise’ ambtenaren binnen de muren van VWS. Het doel: beleid en uitvoering beter op elkaar aan laten sluiten. Werpt het programma zijn vruchten af? Bianca Maasdamme is medevormgever en projectleider van het eerste NPP-jaar en adviseur en coach voor de tweede lichting.
Wie wordt precies binnengehaald met het NPP en waarom is dit nodig?
“De bedoeling van het NPP is om mensen aan te trekken die vanuit andere perspectieven naar de thema’s van VWS kijken. Bijvoorbeeld door hun levens- of werkervaring. We noemen deze VWS’ers ook wel ‘streetwise’ ambtenaren. Zo willen we meer diversiteit uit de samenleving binnenhalen en beleid en uitvoering beter op elkaar laten aansluiten.”
Hoe is dit balletje binnen VWS gaan rollen?
“Het is ontstaan vanuit het idee dat door anders te werven en te begeleiden, andere mensen worden binnengehaald dan de wo-geschoolde rijkstrainees. Toen bleek dat Binnenlandse Zaken al op die andere manier werft voor hun hbo-traineeship, koos ook psg Abigail Norville voor de opzet van een eigen traineeprogramma. Ze had in haar vorige functie bij de gemeente Rotterdam ervaring opgedaan met het Young Professionals programma. Met dit nieuwe programma wilde ze bij VWS ‘new professionals’ binnenhalen, waarbij leeftijd geen uitsluitende factor is.”
En hoe ben jij erbij gekomen?
“Abigail vroeg mij het programma te trekken vanwege mijn expertise op het gebied van diversiteit, inclusiviteit en leiderschap. Zowel via mijn werkervaringen, onder andere als rijksambtenaar, als mijn eigen persoonlijke ervaringen heb ik geleerd wat in- en uitsluiting betekent. Wie we juist niet bereiken met beleid. Het doel van het NPP is om dat gat te overbruggen.”
Hoe kijk je terug op de eerste lichting van het programma?
“Met een ontzettend goed gevoel. Van de 13 geworven NPP’ers zijn er uiteindelijk 12 binnen de Rijksoverheid gebleven. Sommigen zelfs bij hun ‘eigen’ NPP-plek. De VWS-onderdelen wilden hen erg graag hebben. En dat vind ik ook zo tof aan VWS: dat het ministerie haar nek uitsteekt en zegt ‘we gaan dit programma gewoon draaien’. Het NPP staat of valt echt met steun van de leiding. We hebben Abigail en sg Marcelis Boereboom heel hard nodig gehad om het onbekende niet onbemind te laten zijn. We hebben mensen nodig die zeggen ‘ik geloof er toch in en het komt goed’. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen.”
Wat hebben jullie geleerd van dat eerste jaar?
“Allereerst dat het een waardevol programma is. De inhurende VWS-onderdelen gaven aan ook echt andere perspectieven binnen te krijgen. Daarmee hebben we één van onze grootste doelen bereikt. Maar… we moesten ook het wiel uitvinden. We kwamen erachter dat VWS niet één organisatie is. Zo hebben niet alle VWS-onderdelen dezelfde cao. Begrijp mij niet verkeerd, die diversiteit is natuurlijk prima. Het kernteam, dat bij OBP (Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel) zit, heeft dit opgepakt en in het programma geïntegreerd. We hebben geleerd de verwachtingen van alle partijen nog beter te duiden en hier beter en eerder over te communiceren.”
Welke ervaring wordt meegenomen naar de tweede lichting?
“Dat ook op het gebied van leren en ontwikkelen een diversiteitseis moet worden gesteld. VWS heeft al veel goede trainingen in huis die we konden gebruiken, zoals ‘hoe schrijf je een nota?’ Maar met een doelgroep zoals de NPP’ers moeten ook trainingen worden ingekocht die niet standaard in de voorraad zitten. Daar hebben we de NPP’ers bij betrokken: wat wilden zij graag doen, wat hadden zij nodig? Dat leidde onder andere tot een training theatersport, een werkbezoek aan Brussel en een weekend Nederland Maakt Impact. Ook hebben we trainingen, trainers en coaches aangetrokken die bekend waren met intercultureel coachen. Dat is namelijk toch echt een andere tak van sport.”
Nog veranderingen in de samenwerking met de inhurende VWS-onderdelen?
“Ja, de start kende de nodige uitdagingen, maar het team is echt in gesprek gebleven met de VWS-onderdelen. Er worden nu ook startgesprekken gevoerd. En het is belangrijk om op tijd na te denken over wat er gebeurt als het programma is afgelopen. Een jaar gaat snel en er zijn geen garanties, niet voor de NPP’ers en ook niet voor de VWS-onderdelen. Het is natuurlijk mooi als we de binnengehaalde kennis en mensen kunnen borgen; hier zijn we nu bewust halverwege het jaar al mee bezig.”
Zijn die aangetrokken trainingen en coaches nu ook beschikbaar voor alle VWS’ers?
“Nee, vooralsnog zijn die er alleen voor het NPP. Als je dat VWS-breed wilt uitrollen komt daar heel veel bij kijken. Maar dat betekent niet dat het er niet kan komen. We moeten de geleerde lessen doortrekken en alle VWS’ers er profijt van laten hebben. Daarnaast heeft de Departementale Ondernemingsraad (DOR) de wens uitgesproken om ook personen met een mbo-opleiding en mbo werk- en denkniveau aan het NPP toe te voegen. We onderzoeken of dat kan.”
Nu komen mbo’ers dus niet binnen. Welke functie-eisen zijn er voor het programma?
“Je moet een hbo- of wo-opleiding hebben afgerond. Verder kijken wij vooral naar wie je bent en welke normen en waarden je meeneemt. Welke levenservaring je hebt, of je in staat bent tot zelfreflectie, hoe het zit met je persoonlijke ontwikkeling. Daar gaan de wervingsgesprekken vooral over. Meer op de mens, minder op het werkervaringspakket. We willen dat mensen nieuwsgierig zijn naar VWS en naar elkaar. Dat ze zich afvragen wat ze komen brengen en hoe ze impact kunnen maken.”
Kijken jullie dan helemaal niet naar de inhoud?
“We kijken zeker naar wat iemand inhoudelijk meebrengt. Iemand met bijvoorbeeld financiële leer-/werkervaring kun je vrij specifiek plaatsen. Maar ook dan is het belangrijk dat die persoon echt iets nieuws kan brengen en niet alleen financiële meerwaarde heeft.”
Hoe komen de kandidaten binnen?
“Via ‘referral recruitment’: we benaderen netwerken, vragen om ervaringen van anderen en doorverwijzingen. Ook mensen die bij VWS gesolliciteerd hebben maar niet zijn gekozen vanwege een gebrek aan beleidservaring, kunnen in beeld komen. Hr neemt dan contact met hen op. Daarnaast zijn er ook mensen die zich vanuit interesse bij ons melden en mensen vanuit de banenafspraak.”
Zijn er meer deelnemers voor de tweede lichting?
“Jazeker, we hebben nu een groep van 35 mensen. Dat zorgt ook weer voor uitdagingen. Bijvoorbeeld op het vlak van leren en ontwikkelen: je kunt geen training geven aan een groep van 35 personen. Het programma moet dus weer verder worden aangepast en ingericht.”
Wat is het mooiste dat je tijdens sinds de start van het programma hebt meegemaakt?
“De afsluiting van de eerste lichting. Iedereen vertelde een eindverhaal over zichzelf en alle ervaringen tijdens het afgelopen jaar. De vorm lieten we hierbij vrij. Hier waren opdrachtgevers en VWS’ers bij, maar ook familie van de deelnemers. Het was een ontroerende bijeenkomst waarbij de NPP’ers zich van hun beste kant lieten zien.”
Wat zijn de ambities van het programma op de lange termijn?
“Om beleid en uitvoering beter op elkaar aan te laten sluiten en diversiteit in alle lagen van VWS te verhogen. Om VWS’ers te laten voelen dat je alles wat je hebt kunt meenemen en je verbonden mag zijn. Dat je niet alleen één van de VWS’ers bent, maar dat je ook je eigen persoon bent. Eigenheid hebt. We willen met het programma alle VWS’ers inspireren. En bijvoorbeeld het rijkstraineeship net zo divers maken als het NPP. En zo komen we weer terug waar we begonnen zijn, want vanuit Binnenlandse Zaken is nu al de vraag gekomen mee te kijken en mee te doen met het NPP.”
Waardevolle kennis
Marieke Jansen, divisiemanager VWS-subsidies en Interne Controle bij DUS-I, begeleidde binnen haar team NPP’er Chamelva van Kallen.
“Het startpunt binnen dit programma is wezenlijk anders. In plaats van een geschikte kandidaat voor een plek, zoek je een plek voor een geschikte kandidaat. Na ons klikgesprek met Chamelva, de aan ons voorgedragen NPP’er, vonden we al snel een match.
We zijn we bewust wat rustig omgegaan met het inwerkprogramma. Maar Chamelva pakte het snel op en gaf zelfs aan dat er wel een tandje bij kon. Op de werkvloer was een collega haar buddy. Zij was iedere dag beschikbaar voor inhoudelijke begeleiding en het beantwoorden van vragen. Zelf had ik, zoals met alle medewerkers, eens in de twee weken een bijpraatmoment met Chamelva. Dan spraken we over haar ervaringen, ontwikkeling, werkpakket en het NPP. Het inwerken en de begeleiding waren dus eigenlijk weinig anders dan ‘normaal’.
Wat mij het meest verraste was dat we met het NPP – dit jaar hebben we drie kandidaten – mensen met echt andere, waardevolle kennis en ervaring binnenkrijgen. En die we direct in de praktijk van DUS-I kunnen toepassen. Zoals in de communicatie met onze doelgroepen, maar ook bij het werven van nieuwe medewerkers. Zonder het programma zouden wij deze mensen niet vinden… en zij ons ook niet. Hoe jammer zou dat zijn geweest!”