Tekst Dick Duynhoven
Foto Lex van Lieshout
Ambtenaren die bemerken dat dingen in de beleidsvorming en -uitvoering verkeerd gaan, blijken die moeilijk aan de orde te kunnen stellen. Ook blijkt dat diezelfde dingen (grote) gevolgen kunnen hebben voor de burgers. Jesper Betsman, projectleider bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, leidt het A&O-fondsproject Loyale Tegenspraak: “Het is pijnlijk om te horen dat je alleen carrière maakt als je geen ‘gedoe’ veroorzaakt voor de mensen boven je.”
Dat het belangrijk is dat ambtenaren hun minister tegenspreken hoeft nauwelijks betoog. Premier Rutte gaf bij zijn aantreden van zijn vierde kabinet in januari 2022 te kennen dat hij niets heeft aan jaknikkers. Hij en andere bewindspersonen hebben graag deskundige ambtenaren die inhoudelijk stevig tegenspel kunnen bieden. Ambtenaren die deskundig en openhartig laten weten of een politiek voorstel wel de gewenste effecten sorteert. Ambtenaren die wijzen op wettelijke (on)mogelijkheden en op eventuele uitvoeringsrisico’s.
Waarom is tegenspraak niet vanzelfsprekend?
“Je kunt als ambtenaar twijfels hebben aan een beleidsvoornemen of vinden dat bepaalde aspecten beter niet uitgevoerd kunnen worden, omdat ze onwettig zijn of niet het juiste doel bereiken. Maar het is spannend om dat uit te spreken. Want misschien word je niet serieus genomen door je leidinggevende. Of misschien vinden je collega’s dat je de boel onnodig ophoudt. En wat betekent het voor je positie in het team? De grootste barrière is volgens mij de cultuur van een team.”
Wat bedoel je daarmee?
“Een team functioneert vaak aan de hand van ongeschreven regels. Bijvoorbeeld dat je op je collega’s niet al te kritisch moet zijn. In de serie dialoogsessies bij één van de ministeries kwam steeds naar voren: wij zijn veel te lief voor elkaar; we benoemen niet waar het misschien misgaat. Dat gebeurt hooguit bij het koffieapparaat. Ik heb ook de indruk dat de tegenspraak zich vaak op de collega’s of leidinggevende richt. Dan maken we het persoonlijk. Ten onrechte. Het gaat er namelijk om dat het politieke voornemen wordt tegengesproken. Want alles wat we doen, komt voort uit een politieke opdracht. Maar dan moet de politiek onze feedback wel ongefilterd kunnen ontvangen. In veel van de laatste debatten klaagt de Tweede Kamer over het gebrek aan eerstehands informatie van bijvoorbeeld uitvoeringsambtenaren. Daardoor gaat veel tijd en energie verloren om alsnog het ‘juiste’ beeld te vormen.”
Wat helpt bij het inbrengen van tegenspraak?
“Zoek altijd eerst steun bij een collega. Niet om hem of haar van jouw gelijk te overtuigen, maar om je te helpen zendtijd te krijgen in de teamvergadering. Dus iemand die zegt: ik vind het belangrijk dat deze collega zijn verhaal kan doen. Op die manier kun je elkaar helpen om de ruimte voor tegenspraak te vergroten en het team van nature kritischer te maken. Dat is uiteraard ook een taak van leidinggevenden. Zij kunnen zorgen dat het team zich vaak genoeg afvraagt: wat heeft de burger eraan?”
‘Het is heel frustrerend als jouw tegenspraak nooit de ambtelijke top, laat staan de bewindspersonen, bereikt.’
Loyale tegenspraak klinkt wat paradoxaal. Aan wie ben je als ambtenaar loyaal?
“Van ambtenaren wordt verwacht dat ze rekening houden met hun politieke opdrachtgever. Maar ook met de burgers achter het maatschappelijke vraagstuk. De nieuwe ambtseed die binnenkort wordt ingevoerd legt extra nadruk op dat laatste: ‘(…) Ik werk in het algemeen belang voor onze samenleving en zet mij daar volledig voor in’. Via het project Loyale Tegenspraak willen we dus benadrukken dat blinde gehoorzaamheid aan de politieke opdracht niets met ambtelijke loyaliteit te maken heeft. Het is juist een evenwichtsoefening. We helpen ambtenaren ruimte te vragen wanneer zij het gevoel hebben dat hun team niet meer dienstbaar is aan de samenleving.”
Maar iemand die bij de overheid gaat werken, doet dat toch vooral om iets voor de maatschappij te betekenen?
“Dat wordt vaak beweerd. Maar het is vreemd om te zien hoe dat ideaal zich in de loop van de tijd ontwikkelt. De laatste tijd vang ik veel geluiden op dat startende ambtenaren niet kritisch zouden zijn, omdat ze carrière willen maken. En carrière maken doe je als je voor de mensen boven je geen ‘gedoe’ veroorzaakt. Ik vind dat pijnlijk om te horen. In de huidige groep rijkstrainees kom ik ook ambtenaren tegen bij wie het wel aanwezige idealisme onvoldoende wordt gevoed door hun omgeving. Die werken dan met ervaren ambtenaren van wie ze horen: ja, idealen zijn prachtig, maar ik weet inmiddels hoe het hier werkt. Je kunt maar beter doen wat er van je wordt gevraagd.”
Kun je dat cynisme verklaren?
“Ik vind dat de Rijksoverheid tekort schiet als het gaat om de ontvankelijkheid voor tegenspraak. Het is al niet makkelijk om kritiek onder woorden te brengen. En dan is het heel frustrerend als jouw tegenspraak ergens in de lijn naar boven verdwijnt en nooit de ambtelijke top, laat staan de bewindspersonen, bereikt.”
‘Wacht niet tot je sg zegt dat je tegenspraak moet geven.’
Hoe gebeurt dat dan?
“Hoe hoger je in de ambtelijke lijn komt, hoe meer het beeld leeft dat je ‘geen gedoe’ moet veroorzaken rond een wens van de minister. De ambtelijke top heeft vaak wel het idee dat er ruimte is voor tegenspraak. Maar ze heeft geen weet van de gebrekkige manier waarop met kritische vragen en opmerkingen wordt omgegaan in de rest van de organisatie. Hoeveel kritische informatie onderweg is gefilterd. Bewust of onbewust.”
Zo te horen is er nog veel te doen.
“We hebben veel ambtenaren bewust kunnen maken van waar het aan schort. De belangrijke volgende stap is ervoor te zorgen dat de tegenspraak echt in de ambtelijke lijn naar boven doorklinkt. Zodat de meest kritische tegenspraak ook in de verantwoording naar de Tweede Kamer te lezen is. Ik vind ook dat de ambtelijke top en leidinggevenden nu aan zet zijn om de organisaties en teams ontvankelijker te maken voor tegenspraak. Je kunt het je gewoon niet permitteren om moed te vragen van je ondergeschikten als je daar zelf onvoldoende vangnet voor biedt.”
Dus dat betreft het hele systeem.
“Inderdaad. Maar vergeet niet de mogelijkheden om in je eigen team de ruimte voor tegenspraak te vergroten met de voorbeelden die ik net noemde. Begin klein. Doe wat je ‘bottom-up’ al kunt verbeteren. Wacht niet tot je sg zegt dat je tegenspraak moet geven. En dat je daar de lef voor moet tonen.
Want dat wist je al.”
Meer over tegenspraak
Beluister de podcast ‘Ambtenaar moet meer nee zeggen’ uit het meinummer van vws#Dia.