Tekst Douwe Anne Verbrugge
Foto Lex van Lieshout
“Vooral in de ochtend is het hier mooi, met die slierten mist boven het water.” De kronkelende Klompweg langs het riviertje de Vecht is de Place to Be van Rens Ulijn. De nieuwe senior redacteur en coördinator van de interne media van VWS is verknocht aan ‘zijn dorp’ Nigtevecht.
Waar kronkelt dit weggetje naartoe?
“Je gaat vanuit Nigtevecht richting Weesp, dat onder de rook van Amsterdam ligt. Middenin de Randstad, tussen Utrecht en Amsterdam, is dit een oase van rust. Voordat ik naar het werk ga, trek ik geregeld even mijn hardloopschoenen aan. Cultuur en natuur komen samen langs de Klompweg. Het kan er zo idyllisch zijn. De Vecht is een eeuwenoud riviertje. Dat zie je en ervaar je. Helemaal in de rust van de ochtend als de zon opkomt en mistflarden optrekken.”
Ah, sportief ook nog! Dan zit je goed bij VWS.
“Nou zo’n sportman ben ik ook weer niet. Ik loop rondjes van vijf tot tien kilometer. Twee keer heb ik een halve marathon gelopen, maar toen was ik wel gesloopt. Door een schouderblessure kom ik de laatste tijd niet aan hardlopen toe, veel wandelen dus. Mooie gelegenheid om podcasts op te zetten. ‘Europa draait door’ van Arend Jan Boekestijn en Tim de Wit is een leuke waar ik nu veel naar luister en ook ‘Gonzo’ over scoops binnen de journalistiek kan ik erg waarderen. Maar weet je welke veel indruk heeft gemaakt? De podcast ‘Bob’ van het AudioCollectief SCHIK. ‘Bob’ gaat over twee zussen die hun demente moeder aan het praten krijgen over een geheime liefde van hun moeder, ene Bob dus. Blijkt hun moeder ook nog een kind te hebben van die Bob. Het is een Belgische podcast waarin Vlaams wordt gesproken, maar ik heb geen moeite om dat te volgen.”
Belgische roots?
“Bijna. Ik ben opgegroeid in Zeeuws-Vlaanderen. In het vestingstadje Sluis dat op de kaart is gezet door chef-kok Sergio Herman. Mijn ouders hadden daar een slagerij. Zeven dagen in de week waren we open, naast de slagerij hadden we ook een broodjeszaak. Veel Belgen hadden we in de winkel, die er een dagje op uit gingen naar Nederland. Om lekker te eten of om seksshops te bezoeken. Die hadden ze in België wat minder. Maar goed, zoals bij veel middenstanders werkten mijn broer, zus en ik mee in de winkel. Dus ook de Vlaamssprekende klanten bedienen. Of ik plat Zeeuws kan praten? Alleen als ik daar ben.”
Had je de slagerij niet willen overnemen?
“Liesbeth, mijn vrouw, is vegetariër. Dat wordt een lastig verhaal, haha. Maar los daarvan: nee, daar is mijn ambitie nooit naar uitgegaan. Ik heb communicatiewetenschappen gestudeerd en heb als journalist onder meer bij de Stentor in Apeldoorn en de GPD in Den Haag gewerkt. Later heb ik de wereld van de communicatiebureaus ontdekt. Maar mijn broer runt in het Zeeuwse dorpje IJzendijke restaurant Delausanne, gericht op steaks. Zelf eet ik nog wel vlees, maar met mate. En ik koop het van mijn buurman-boer in Nigtevecht. Ik weet dat zijn koeien een goed leven hebben gehad.”
Je woont in een plattelandsdorp, tussen de grote steden in. Hoe kijk jij naar de vermeende kloof tussen stad en platteland?
“Vorig jaar ben ik dankzij voorkeursstemmen uit Nigtevecht voor D66 gekozen in de gemeenteraad van de gemeente Stichtse Vecht. In mijn korte tijd als raadslid ben ik al flink geconfronteerd met die ‘kloof’. Zo kwam een CDA-collega met een motie om af te dwingen dat het college in gesprek zou gaan met de boeren in de gemeente over de stikstofproblematiek om vervolgens met die input naar de Provinciale Staten van Utrecht te stappen. D66 heeft uiteindelijk ingestemd met een enigszins afgezwakte variant van de motie. Om me voorafgaand aan de stemming als raadslid echt te verdiepen, ben ik in gesprek gegaan met een aantal boeren. Ik ben nog steeds van mening dat er veel moet veranderen in de agrarische sector, maar ik begrijp ook het verdriet en de woede van boeren. Het is hen lange tijd heel moeilijk gemaakt om op een normale manier te ondernemen.”
Wilden de boeren wel een D66’er op het erf?
“De opmerking van D66-kamerlid Tjeerd de Groot om de veestapel te halveren heeft geen goed gedaan. Je bent in hun ogen daarom toch wel ‘een D66-klootzak’. Toen ik in de gemeenteraad bij het debat over de CDA-motie het stikstofbeleid van onze partij moest uitleggen, werden de raadsleden bij het gemeentehuis opgewacht door boeren en een stuk of tien tractoren met vlaggen van Farmers Defence Force. Dat is best heftig moet ik je zeggen, zeker als je weet tot wat voor acties zij in staat zijn. Toen ik later met een aantal boeren op hun boerderij ben langsgeweest, was de sfeer heel anders en konden we op een redelijke manier met elkaar in gesprek.”
Heb je ambities in de politiek?
“Ik vind het leuker dan verwacht. En ik merk ook dat het echt een vak is. Een vak dat je in de praktijk moet leren. Je moet weten hoe en bij wie je op het juiste moment moet aankloppen. Ik hoop in een tweede termijn nog effectiever te kunnen zijn. Want de gemeenteraad is wel de plek waar je van betekenis kunt zijn voor je eigen gemeenschap.”
Op welke manier?
“Ik heb met een aantal dorpsgenoten ervoor gezorgd dat de enige dorpswinkel in Nigtevecht niet verloren ging. De supermarkteigenaar stopte ermee. Samen met een paar ‘bekende Nigtevechters’ hebben we toen een coöperatie opgericht, waar je voor 25 euro per jaar lid van kan worden. Inmiddels hebben 267 dorpsgenoten dat gedaan, best indrukwekkend als je bedenkt dat het dorp ongeveer 450 huishoudens heeft. We hebben met de coöperatie de inboedel overgenomen en verhuren de winkel nu aan een ondernemer die meerdere kleine supermarkten runt. Maar we helpen de ondernemer waar het kan. Zo worden op zaterdag de vakken gevuld door een aantal vrijwilligers uit het dorp. Dit alles kon niet slagen zonder de steun van de gemeente. Die moet je op de juiste wijze weten te bereiken en als raadslid word je nu eenmaal beter gehoord. Nu ik zelf in de gemeenteraad zit, weet ik nog beter hoe de hazen lopen. Zo ben ik druk bezig om ervoor te zorgen dat er bij nieuwbouwprojecten echt, maar dan ook echt, voldoende aandacht is voor sociale woningbouw.”
In Nigtevecht wonen zo’n 1500 mensen. Vermaak je je daar wel?
“Enorm! In ieder dorp wonen leuke initiatiefrijke en creatieve mensen. Die moet je weten te vinden. Hier in het café in Nigtevecht hing op zondagmiddag altijd een wat kalme, gelaten sfeer. Zoals ik al meldde: een echte sportman ben ik niet, maar wel een echte muzikant! Mijn leven lang heb ik in bandjes gespeeld, als toetsenist en zanger. Je begrijpt ‘m al: die cafébaas vond het goed dat ik een jamsessie ging organiseren. Binnen no time bleken er meer muzikale talenten in het dorp te wonen. Met ‘De Locals’ treden we nu op bij festivals in en om Nigtevecht.”
Enne… ga je als coördinator van vws#Dia en vws#Diagonaal veel veranderen?
“De magazines staan er goed bij. Mooie professionele magazines. Ik ben een enorme fan van print, die zie ik als een cadeautje naar de medewerkers en een onmisbare aanvulling op de digitale interne media. Via verhalensessies wil ik bij de VWS’ers nog beter achterhalen wat hen drijft in hun werk bij dit ministerie en hoe zij dat vertaald willen zien in de content van onze interne media. Maar eerst wil ik zelf de organisatie goed leren kennen.”