Tekst Sander Grip
Foto Marieke Odekerken
“Door deze crisis letten we meer op elkaar. Mensen die me aanspreken, omdat ze de buurman van 98 al een paar dagen niet meer gezien hebben. Ga ik kijken, blijken er al drie buren boodschappen voor hem te doen. Buren die elkaar tot voor kort niet kenden. Ik zie de kern van onze samenleving boven komen drijven: saamhorigheid en zorgzaamheid.
In deze wijk, met veel flats, kun je makkelijk anoniem blijven als je wil, maar overal zie ik hulplijnen ontstaan. Hoewel we afstand moeten houden, komen we dichterbij elkaar door de crisis. We zijn veel coulanter. En ja, ik krijg een telefoontje als vijf jongeren op een kluitje zitten op het plein. Maar is dat klikken of is het goed op elkaar letten?”
“Als wijkagent heb je veel contact met mensen: ik bezoek een les op school, maak een rondje langs ondernemers, spreek mensen aan op straat. Dat is weggevallen, want we leven de maatregelen goed na. En ik snap dat sommigen de randjes opzoeken. Dat zit in onze aard, maar mensen nemen het inmiddels echt serieus.
Natuurlijk heb je soms een vervelia die bij de supermarkt een karretje weigert, maar het valt mee. Ik ben niet bespuugd of in mijn gezicht gehoest. Bang ben ik dan ook niet, maar ik houd buiten het werk mijn kring klein want ik heb ook collega’s op de intensive care en collega’s die moeten mantelzorgen. Als anderen uitvallen, moeten we met genoeg mensen zijn om de gaten voor elkaar te dichten. Ik kom dus echt zo min mogelijk buiten als ik geen dienst heb.”
Tamara van Dorp
Wijkagent Rubroek (Rotterdam)