Elk jaar zijn er gebeurtenissen, ontwikkelingen en trends die onze bijzondere aandacht vragen. Wat hield ons in 2021 zoal bezig? Onder andere het CVB.

Eind 2021 begon de Douane met het stap voor stap invoeren van het Container Vrijgave Bericht (CVB). Met het CVB stelt de Douane strengere eisen aan aangiften van goederen van buiten de EU die met een schip worden aangevoerd. Ondernemers in alle havensectoren krijgen hiermee te maken. Thom van Vugt, CVB-contactpersoon bij de Douane, legt uit hoe het CVB de Douane helpt om voor minder fiscale risico’s te zorgen.

De strengere eisen: voortaan wordt vooraf gecontroleerd of de nadere aangifte van een maritieme lading kan worden afgeschreven op de Aangifte voor Tijdelijke Opslag (ATO). Zo wil de Douane het indienen van onjuiste aangiften tegengaan. Met het CVB vergelijkt de Douane de nadere aangifte van een douane-expediteur of importeur met de ATO van een rederij of cargadoor. Goederen kunnen een terminal pas verlaten, als het Bill of Lading-nummer (B/L-nummer) en het gewicht in de nadere aangifte gelijk zijn aan de ATO.

Sinds de invoering van het CVB kan de nadere aangifte pas ingediend worden bij aankomst van het schip in de Nederlandse haven, zoals staat in de aankomstmelding (ATA). Dus pas nadat de goederen ook echt zijn gelost. Hierdoor heeft de Douane meer zekerheid dat de informatie van de nadere aangifte hetzelfde is als die in de ATO. Als deze gegevens niet matchen, weigert de Douane de nadere aangifte en geven we geen toestemming voor het vertrek van de lading.

Eerder gebeurde het zuiveren van de ATO’s met de nadere aangiften achteraf. Hierdoor kon het zijn dat de Douane invoeraangiften vrijgaf voordat de goederen ook echt waren gelost. “Dit te vroeg aangeven hebben we met het CVB onmogelijk gemaakt”, zegt Van Vught. “Dat was ook een eis van ‘Brussel’, die al langer vroeg om een verplichte match tussen de ATO met de nadere aangiften. Aangiftes van maritieme importlading achteraf controleren en aanpassen zorgde namelijk voor fiscale risico’s. Zo steeg het risico’s dat er tegen een verkeerd tarief werd aangegeven als invoer-aangiften werden ingediend voordat de goederen ook echt in een Nederlandse haven waren. Een ander nadeel was het grote aantal mismatches tussen de ATO en de nadere aangifte: de gegevens op beide aangiften waren vaak niet hetzelfde.”

Op een bepaald moment had de Douane te maken met zo’n 60.000 mismatches per maand. Van Vugt: “In 2021 zagen we een forse stijging, onder andere door Brexit. Veel ondernemers die zaken doen met het Verenigd Koninkrijk hadden geen ervaring met douaneformaliteiten. Ze hebben het aangifteproces waarschijnlijk onderschat. De meeste fouten werden gemaakt met het bruto gewicht: het gewicht op de paklijst of factuur was niet gelijk aan de ATO. Ook werden vaak verkeerde BL-nummers gemeld, en waren er veel verschillen in het aantal verpakkingseenheden of colli dat aangegeven was.”

“Zulke mismatches leverden veel onnodig herstelwerk op”, stelt Van Vugt. “Voor de Douane, maar ook voor alle schakels in de logistieke keten. Er moesten naspeuringen worden gedaan, aangiftes moesten worden gecorrigeerd en bedrijven liepen het risico op forse boetes. Het CVB voorkomt dit, want het dwingt onze klanten om een juiste aangifte te doen. Het levert dus aan beide kanten voordelen op.”

Brancheverenigingen, belangenorganisaties, Portbase en de Douane sloegen de handen ineen voor een geruisloze invoering van het CVB. Op de website voorbereidophetcvb.nl zijn alle partijen in de logistieke keten geïnformeerd en aangespoord om zich op te maken voor het CVB.
 

Meer bijzondere gebeurtenissen

E-commerce: volop in beweging

ICS2: veiligheid voorop

Meer en grotere drugszendingen onderschept

Sneller lucht van drugs

Drones: ogen in de lucht

De Douane in het nieuw