Tekst Beate Brand
Foto Elinoor Veldman

Thuis

Beate Brand thuis achter de laptop aan de keukentafel
Beate Brand is communicatieadviseur voor het programma '[Ont]Regel de Zorg’ bij de directie Patiënt en Zorgordening. Ze schrijft al een paar jaar (Vermakelijke) Verhaaltjes over wat haar raakt. Altijd in 400 woorden. Nu ook voor vws#Dia. (foto René Verleg)

“Het gaat niet om de spullen. Niet om de boodschappen uit de voedselbank die we uitdelen en niet om alles dat mensen kunnen krijgen uit de weggeefwinkel. Het gaat om contact.”

Met onze directie kregen we de kans om op bezoek te gaan en een middag te helpen bij Vadercentrum Adam. Een buurtcentrum in de Haagse wijk Laak. Niet zomaar een buurtcentrum. Het is namelijk opgericht om mannen op weg te helpen. Ze leren er koken, naaien en Nederlands als dat nodig is. 

“Maar vrouwen zijn net zo welkom, hoor!”

De kartrekker vertelt vol overtuiging over de filosofie die achter dit centrum zit. Hij spreekt met zoveel mooie zinnen dat ik de kans niet heb om ze allemaal op te schrijven. En bovendien, ik wil niet schrijven. Ik wil luisteren en me verwonderen over hoeveel je kunt zeggen met één zin. Deze man hoeft niet veel te praten om veel te zeggen.

Het is koud en donker als ik aan het einde van de dag naar mijn fiets loop. Ik bind mijn sjaal extra vast en check mijn appjes waarin mijn gezin ongeduldig vraagt waar ik blijf.

Ik fiets naar mijn huis met in mijn hoofd het gesprek dat ik voerde met mijn ‘collega kok’ in de keuken. Over zijn afkomst en over zijn thuis. “Ik mis mijn land. Maar thuis is nu hier.”

Ik denk terug aan de donkere wolken die buiten voorbij trokken, terwijl we samen uien sneden. Hij vertelt trots dat hij naast koken twee dagen in de week verantwoordelijk is voor de koffie in dit buurtcentrum. “In Syrië had ik een koffiezaakje. Ik brandde allerlei soorten bonen voor koffie. Dat mis ik. Mijn leven nu is anders.” Ik slik en ga vlijtig door met uien snijden.

Ik vraag of hij een gezin heeft en of ze hier zijn. Hij knikt en vertelt met een lach over zijn kinderen, zijn vrouw en de flat waar ze samen kunnen blijven. Hoe zijn dochtertje op hem wacht als hij thuis komt, zodat ze hem Nederlands kan leren.

Een ander leven zonder dat hij daarom vroeg. Andere koffie. Een vreemde taal. Werken als vrijwilliger in plaats van eigen ondernemer. Zijn thuisland ver weg. Maar daarvoor in de plaats de warmte van het buurtcentrum en zijn gezin dichtbij.

“Ik heb niets en toch heb ik alles.”

Wat ik ervan leerde?

Thuis is daar waar op je gewacht wordt.