Foto Uitkijk naar voormalig polder- en landbouwgebied in de Biesbos bij Werkendam.

Beleidsverantwoordelijkheid ministerie van LNV: Biodiversiteit

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) richt zich met zijn natuurbeleid op het behoud en de versterking van de Nederlandse natuur. Daaronder valt ook het behoud van de biodiversiteit. Jaarlijks verantwoordt het ministerie van LNV de nationale uitvoering van biodiversiteit in de LNV-jaarverantwoording.
 

‘Momenteel werkt de overheid aan een pakket van maatregelen waarmee de natuur hersteld en versterkt kan worden en de uitstoot van stikstof kan worden teruggedrongen’

Biodiversiteit in de uitvoering van het ministerie van IenW

Als beheerder van alle rijkswateren werkt het ministerie van IenW aan het herstel van natuurlijke processen en het behoud van de ecologische kwaliteit. Daarnaast zijn we verantwoordelijk beheerder van 24 Natura 2000-gebieden met een gezamenlijke totale oppervlakte van 22.000 km2. Ook leveren we een bijdrage aan de bescherming van bedreigde en zeldzame diersoorten of (delen van) natuurgebieden in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. We sluiten zo goed mogelijk aan bij de initiatieven van het ministerie van LNV en onderzoeken hoe wij daarin synergie kunnen bereiken. Het ministerie van IenW denkt in 2020 na over maatregelen waarmee we de biodiversiteit op het areaal kunnen herstellen en behouden. Dit geldt zowel voor het natte als het droge areaal. Hierbij is vooral aandacht voor het beheer en onderhoud.

Ook bij de eigen aanlegprojecten en onderhoudswerkzaamheden houdt IenW rekening met beschermde natuur. Dat doen we door projectspecifiek de effecten op beschermde natuurwaarden te beoordelen. Daar waar het nodig is worden er mitigerende of compenserende maatregelen genomen. Om de effecten tijdens de bouwwerkzaamheden zo veel als mogelijk te beperken, trekt IenW samen met de markt op om de mogelijkheden voor de inzet van schoon materieel steeds verder te vergroten.

Afgelopen jaar sprak de Raad van State zich uit over de Programma Aanpak Stikstof (PAS). De neerslag van stikstof op de bodem en het wateroppervlak kan ingrijpende negatieve gevolgen hebben voor de natuur. De uitspraak van de Raad van State maakt het lastiger om over projecten en activiteiten te besluiten die leiden tot meer neerslag van stikstof. Dat heeft op zijn beurt gevolgen voor de voorgenomen projecten van onder meer waterveiligheid en infrastructuur en raakt aanleg en renovatie.

Momenteel werkt de overheid aan een pakket van maatregelen waarmee de natuur hersteld en versterkt kan worden en de uitstoot van stikstof kan worden teruggedrongen. Een voorbeeld hiervan is de verlaging van de maximumsnelheid op rijkswegen naar 100 km/uur overdag. Hierdoor kunnen zeven MIRT-projecten van start gaan en wordt er tegelijkertijd een bijdrage geleverd aan de stikstofreductie.  

Roggenplaat
Zandsuppletie Roggenplaat

Voor zover er sprake is van stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden in de Natura 2000-gebieden die Rijkswaterstaat beheert, voert Rijkswaterstaat beheer uit gericht op het in stand houden van deze habitattypen en leefgebieden. In het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW) en de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden zijn de doelstellingen voor waterkwaliteit en natuurkwaliteit opgenomen.

Meten van de voortgang

Sinds 1999 doet Rijkswaterstaat op vaste plaatsen onderzoek naar de aanwezige plantensoorten en de natuurkwaliteit in de bermen langs de rijkswegen (Meetnet Bermflora). Voor het Hoofwatersysteem (HWS) hanteert Rijkswaterstaat twee indicatoren die vallen onder het doel ‘Schoon & gezond water’, te weten:

  • Leefgebied voor planten en dieren (vogelpopulaties);
  • Natuurlijke vismigratieroutes.

Daarnaast werkt Rijkswaterstaat aan de ontwikkeling van indicatoren voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) en voor het Hoofwegennet (HWN) en het Hoofdvaarwegennet (HVWN).

Resultaten

Meetnet Bermflora

De resultaten van het Meetnet Bermflora laten zien dat de natuurkwaliteit en de bloemrijkdom in de bermen geleidelijk is gedaald de afgelopen twintig jaar. Waarnemingen van zeldzame plantensoorten nemen af en de bedekking van verruigende soorten, zoals de brandnetel en de braam neemt toe.

Rijkswaterstaat heeft op 7 maart 2019 het eindsymposium van de Green Deal Infranatuur georganiseerd. Op dit symposium waren verschillende partijen aanwezig die lijnvormige publieke infrastructuren in het landschap beheren, zoals bermen en oevers. Het plan is om de samenwerking tussen deze partijen voort te zetten in een zogenaamd living lab van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Door het delen van kennis en ervaringen ontstaat meer samenhang in het beheer. Bijvoorbeeld bij het tegengaan van invasieve exoten.

Zandsuppletie Roggenplaat

Een mooi voorbeeld van werken aan biodiversiteit is de start van het uitvoeringsproject Zandsuppletie Roggenplaat; een voedselrijke zandplaat in de Oosterschelde. Rijkswaterstaat en Natuurmomenten zijn bezig de plaat op te hogen, waardoor vogels er ook de komende vijfentwintig jaar terechtkunnen voor voedsel en zeehonden om uit te rusten.
 

Wegportaal vleermuizen

In 2019 is er voor het eerst een wegportaal geplaatst dat vleermuizen in staat stelt een brede weg over te steken. Om meer te weten te komen over de werking hiervan is Rijkswaterstaat een onderzoek (2019-2022) gestart naar de effectiviteit van vleermuisportalen. Rijkswaterstaat wil met deze inspanningen zeker stellen dat de maatregelen die voor vleermuizen worden getroffen daadwerkelijk doen wat ze moeten doen.

Biodiversiteit
Wegportaal vleermuizen

Reevediep

Het project Reevediep is in 2019 opgeleverd: een nieuwe waterverbinding tussen de IJssel en het Drontermeer. Een gedeelte van deze nieuwe waterverbinding is ingericht als nieuw natuurgebied. Dit gebied bestaat uit 350 hectare nieuwe deltanatuur en 40 hectare rietmoeras voor beschermde rietvogels, zoals de roerdomp en de grote karekiet.
 

‘In 2019 is één van de grootste faunatunnels van Nederland voltooid’

Faunatunnel A27

In 2019 is één van de grootste faunatunnels van Nederland voltooid. De tunnel bevindt zich onder de A27, op landgoed Monnikenberg bij Hilversum. Rijkswaterstaat heeft in de aanbesteding marktpartijen uitgedaagd om de tunnel ecologisch zo goed mogelijk te laten functioneren. De aannemer heeft de tunnel extra ruim uitgevoerd en ingericht met waterpartijen en schuilplaatsen. Ook heeft de aannemer in samenspraak met de natuurbeheerder van het Goois Natuurreservaat ongeveer 6 ha aansluitend leefgebied in de omgeving ingericht.
 

Faunatunnel Monnikenberg
Faunatunnel onder de snelweg A27

‘Het areaal dat Rijkswaterstaat beheert, kan een flinke bijdrage leveren aan het natuurherstel’

Vogeleiland Griend

Momenteel onderzoekt Rijkswaterstaat de effecten van ingrepen in kustgebieden op de natuur. Zo is een paar jaar geleden het vogeleiland Griend hersteld en opnieuw beschermd. Dit werd gedaan door een zandplaat tegen het eiland aan de westzijde op te spuiten. Ons onderzoek laat zien dat zich hierdoor veel kenmerkende en zeldzame plantensoorten op het eiland vestigden, zoals de zeeraket, stekend loogkruid en de zeldzame wilde kool.

Dilemma’s

Een aantal jaren geleden is het bermbeheer versoberd. Bermen vaker maaien, kost meer geld, maar zorgt voor een hogere biodiversiteit. Dat is een dilemma. Daarnaast vragen andere activiteiten, zoals het opwekken van hernieuwbare energie, klimaatadaptieve maatregelen en veiligheid om meer ruimte in de bermen. Om een goede afweging tussen al deze ruimteclaims en de (maatschappelijke) kosten en baten ervan te kunnen maken, is inzicht in de natuurwaarden van ons areaal essentieel. Ook moeten we meer te weten komen over de synergie tussen deze claims. Bijvoorbeeld als het gaat om biodiversiteit tegenover zonnepanelen. Alleen zo kunnen we de netwerken echt duurzaam ontwikkelen.

Conclusie resultaten

Het areaal dat Rijkswaterstaat beheert, kan een flinke bijdrage leveren aan het natuurherstel. Dat zien we bijvoorbeeld bij de uitvoering van het Meerjarenprogramma Ontsnippering, het programma Ruimte voor de Rivier, Kader Richtlijn Water of projecten als de Markerwadden. Bovendien biedt een natuurvriendelijke inrichting en een natuurvriendelijk beheer van het areaal ook over en weer kansen voor de koppeling met andere projecten en programma’s, zoals de Nationale Klimaatadaptatiestrategie.