Foto Luchtfoto panelen in de rotonde van de snelweg A6 bij Almere.

Het ministerie van IenW wil uiterlijk in 2030 energie- en klimaatneutraal zijn voor het energiegebruik (elektriciteit en brandstoffen). Dit betekent dat de hoeveelheid energie die IenW verbruikt gelijk is aan de hoeveelheid hernieuwbare energie die wordt opgewekt op het eigen areaal voor dit eigen verbruik. Dan zijn we energieneutraal. Tegelijk wordt de CO2-uitstoot als gevolg van ons elektriciteits- en brandstofverbruik per saldo tot nul teruggebracht. Daarmee zijn we klimaatneutraal.

IenW heeft zichzelf het tussendoel opgelegd om in 2020 voor de eigen bedrijfsvoering tenminste 30% minder CO2 uit te stoten dan in 2009. Dat is het jaar waarin we zijn gestart met onze metingen. Ons streven voor 2020 is zelfs 40% CO2-reductie door het steeds verder verminderen van ons energieverbruik.

Deze doelstellingen willen we behalen door zowel de CO2-uitstoot van de gebruikte energiedragers te verminderen als ook het energieverbruik zelf. Dit doen we door energiebesparing, door elektrificatie van het wagenpark en onze vloot en door de inzet van groene stroom en biobrandstoffen. Nadat we het energiegebruik zoveel mogelijk hebben verminderd, zullen we de resterende energiebehoefte zoveel mogelijk afdekken met hernieuwbare energie die is opgewekt op het grondgebied dat Rijkswaterstaat beheert.

Co2 prestatieladder

Meten van de voortgang: CO2-Prestatieladder

Wij meten onze CO2-reductie – en sturen hier ook op – met behulp van de CO2-Prestatieladder (zie ook de koppelingstabel). De CO2-Prestatieladder vereist dat we de CO2-uitstoot van onze organisatie en in de keten in kaart brengen, focussen op wat de meeste impact heeft en sturen op vermindering. We gebruiken de methodiek van de CO2-Prestatieladder om ons CO2-managementsysteem vorm te geven en te borgen in de organisatie. Sinds het behalen van een certificaat op niveau 4 in 2018 en in 2019 is de ambitie gericht op het behalen van niveau 5 in 2020.

Resultaten

In 2019 bedroeg onze CO2-uitstoot 113 kiloton CO2. Dit staat gelijk aan de gemiddelde uitstoot van ongeveer 25.000 huishoudens. Het overgrote deel van de uitstoot is gerelateerd aan het beheer van de netwerken door Rijkswaterstaat. De CO2-uitstoot is in 2019 2% lager dan de CO2-uitstoot in 2018 (115 kton CO2) en is 36% lager dan in ons referentiejaar 2009. De reductie van de CO2-uitstoot kan sterk beïnvloed worden door externe factoren zoals droogte, temperatuur, stormseizoenen of extra opdrachten. Als we de cijfers van 2018 corrigeren voor de extra uitstoot als gevolg van extreme droogte in 2018, dan is de uitstoot in 2019 gelijk gebleven aan die in 2018. Dit is te verklaren door extra inzet van schepen door de Rijksrederij bij rampen zoals met de MSC Zoe, door het uitrukken van de kustwacht bij zwaar weer en door visserijonderzoek. Deze toename wordt aan de andere kant gecompenseerd door een lager elektriciteitsverbruik met name door besparingen bij tunnels en een minder noodzakelijke inzet van pompen en gemalen door minder extreme droogte.

De CO2-uitstoot bestaat uit directe CO2-emissies door verbranding van brandstoffen (scope 1) en uit indirecte CO2-emissies door bijvoorbeeld elektriciteitsverbruik (scope 2). De resultaten per scope zijn:

Scope 1: 52 kiloton (6% minder dan in 2009)
Scope 2: 61 kiloton (30% minder dan in 2009)

‘De CO2-uitstoot is in 2019 2% lager dan de CO2-uitstoot in 2018 en is 36% lager dan in ons referentiejaar 2009’

CO2 Emissie per organisatiedeel

CO2 Emissie per organisatiedeel totaal kton 113 in 2019
OrganisatieonderdeelCO2 (kton)
BSK IenW2
ILT2
KNMI1
PBL0
RWS108

BSK IenW: 2% - ILT: 2% - KNMI: 1% - PBL: 0% - RWS: 95%

Brontabel als csv (76 bytes)

CO2 emissie per categorie

CO2 emissie per categorie
BSK IenWILTKNMIPBLRWSTotaal
Elektriciteit--0,22-51,9652,18
Brandstof schepen Rijksrederij----35,4535,45
Wagenpark0,10,960,04-9,110,2
Huisvesting gas en warmte0,040,180,380,025,15,72
Vliegreizen1,390,440,510,311,33,95
Privé auto's zakelijk verkeer0,060,030,02-3,944,06
Diesel en propaan beheer RWS----1,041,04
Openbaar vervoer zakelijk verkeer0,080,040,010,010,20,34
Totaal1,671,641,180,34108,08112,92
Brontabel als csv (522 bytes)

CO2 Emissie per categorie

CO2 Emissie per categorie totaal 113 kton in 2019
CategorieCO2(kton)
Elektriciteit52
Brandstof schepen Rijksrederij35
Wagenpark10
Huisvesting gas en warmte6
Vliegreizen4
Privé auto's voor zakelijk verkeer4
Diesel en propaan beheer RWS1
Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer0

Elektriciteit: 46% - Brandstof schepen Rijksrederij: 31% - Wagenpark: 9% - Huisvesting gas en warmte: 5% - Vliegreizen: 4% - Privé auto's voor zakelijk verkeer: 4% - Diesel en propaan beheer RWS: 1% - Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer : 0%

Brontabel als csv (245 bytes)

Ontwikkeling CO2 Emissie

Ontwikkeling CO2 Emissie
CO2 (kton)
2009175
2010183
2011177
2012173
2013177
2014169
2015154
2016120
2017118
2018115
2019113
Brontabel als csv (123 bytes)

Energieverbruik

Het totale energieverbruik van IenW in 2019 bedroeg 1.357 terajoules (TJ). Dit is een stabilisatie ten opzichte van 2018. Het elektriciteitsverbruik van 701 TJ komt overeen met dat van 66.000 huishoudens. De brandstof van de schepen, het wagenpark en overige zaken (met name het verwarmen van de kantoren) bedroeg 656 TJ, ofwel 18 miljoen liter diesel. Dit komt overeen met 300.000 volgetankte dieselauto’s.

Elektriciteit Ontwikkeling IenW

Elektriciteit Ontwikkeling IenW
Energieverbruik elektriciteit (TJ)201720182019
Brug en dam201918
Overig414442
Pompen en gemalen605454
Sluizen en stuwen9299100
Huisvesting131120118
Tunnels152149143
Openbare verlichting en verkeersregel- installaties233226226
Brontabel als csv (258 bytes)

Brandstof Ontwikkeling IenW

Brandstof Ontwikkeling IenW
Energieverbruik brandstoffen (TJ)201720182019
Diesel en propaan beheer RWS154212
Huisvesting gas en warmte120106112
Wagenpark118112117
Brandstof schepen Rijksrederij400391415
Brontabel als csv (195 bytes)

‘Het windturbinepark op de Tweede Maasvlakte zal vanaf 2023 voor 25 jaar duurzaam opgewekte energie aan het ministerie van IenW leveren’

Verduurzaming gebouwen

Het Bouwbesluit schrijft voor dat in 2023 alle kantoren groter dan 100 m2 energielabel C moeten hebben. Ook is in het Klimaatakkoord en het energiebeleid van IenW vastgelegd dat Rijksgebouwen in 2030 energielabel A moeten hebben. Voor 650 gebouwen van Rijkswaterstaat is een nieuw contract voor het Beheer & Onderhoud gesloten waar om deze reden energiebesparing in de werkzaamheden geïntegreerd is. In 2019 hebben de aannemers van het Beheer & Onderhoud-contract energieonderzoeken uitgevoerd bij 100 gebouwen, districtskantoren, verkeerscentrales en wegensteunpuntkantoren. Hieruit kwam naar voren dat ongeveer de helft van deze kantoren een energielabel G t/m D heeft. Een kwart heeft een energielabel C of B, en een kwart heeft energielabel A. Uit deze cijfers volgt dat Rijkswaterstaat circa 50 kantoren zal moeten verbeteren naar label C (vóór 2023). En Rijkswaterstaat zal circa 75 kantoren moeten verbeteren naar label A (vóór 2030). In 2020 zullen de aannemers per gebouw een pakket met energiemaatregelen samenstellen. De planning van invoering van deze energiemaatregelen wordt zo veel mogelijk gecombineerd met de planning van de onderhoudswerkzaamheden.

In 2020 zullen de aannemers per gebouw een pakket met energiemaatregelen samenstellen om zo de erkende maatregelen te gaan invoeren en ook te voldoen aan energielabel C en op termijn label A. De planning van invoering van deze energiemaatregelen wordt zo veel mogelijk gecombineerd met de planning van de onderhoudswerkzaamheden.

Montage gebouwen
Linksboven: KNMI, rechtsboven: Rijnstraat, linksonder: PBL, rechtsonder: Westraven

Openbare verlichting

Openbare verlichting is één van onze grootste energieverbruikers. In 2019 is IenW gestart met het opzetten van een grootschalig programma om alle openbare verlichting (115.000 armaturen) te vervangen door dimbare ledverlichting. Per ultimo 2019 komt de teller van het vervangen op 2270 armaturen. In juli 2019 is besloten om de verlichting langs de snelwegen ’s nachts weer aan te zetten. Dit heeft een negatief effect gehad op onze CO2-uitstoot.

Extreme droogte

In 2019 was er extreme droogte, waardoor we, net als in 2018, bij Eefde een tijdelijk noodgemaal moesten gebruiken. In 2018 werd het noodgemaal gevoed door een noodaggregaat dat op diesel draaide, wat leidde tot een tijdelijk hoger energiegebruik. Na deze les heeft Rijkswaterstaat in 2019 voorzorgsmaatregelen getroffen zodat het noodgemaal direct op de elektriciteitsaansluiting aangesloten is. Hiermee is het verbruik van zo’n 700.000 liter diesel voorkomen. Deze aansluiting moet ook in de komende jaren voldoende oplossing bieden.

Windpark Maasvlakte II

De inzet is om met groene stroom van eigen areaal invulling te geven aan de opdracht uit 2016 om het ministerie van IenW energieneutraal te maken voor 2030. Daarvoor wordt een windpark op de Tweede Maasvlakte ontwikkeld dat vanaf 2023 een verwacht vermogen heeft van circa 100 megawatt (MW). Het zal elektriciteit gaan leveren aan het gehele ministerie van IenW. In 2019 is de aanbesteding door Rijkswaterstaat op de markt gezet en de opdracht tot bouw en exploitatie van het park is in februari 2020 gegund aan een exploitant. Naar verwachting start in 2022 de bouw van het windturbinepark dat vanaf 2023 voor 25 jaar duurzaam opgewekte energie aan het ministerie zal leveren.
 

Voorbeeldproject A6 Almere

In juli 2019, een jaar eerder dan gepland, is de nieuwe verbrede A6 Almere opengesteld voor het verkeer. De A6 is verbreed naar vier keer twee rijstroken met hoofd- en parallelbanen. Door middel van een zonnepanelenveld in het knooppunt Almere kan de snelweg in zijn eigen energiebehoefte voorzien. De zonnepanelen wekken genoeg energie op om onder andere de verlichting, pompkelders, de matrixborden en de verkeerslichten te laten werken. De A6 is daarmee energieneutraal voor het eigen energieverbruik.
 

Dilemma

De grote uitdaging blijft om snel genoeg de CO2-uitstoot als gevolg van brandstofverbruik te verminderen. De werkzaamheden bij IenW en bij ILT vereisen de inzet van schepen en zware voertuigen. Denk hierbij aan de schepen van de Rijksrederij en de auto’s van de weginspecteurs. In deze categorieën zijn er nog geen zero-emissie alternatieven beschikbaar. IenW volgt de ontwikkelingen in de markt nauwgezet en experimenteert de komende jaren met duurzamere alternatieven.
 

‘Door te pompen op momenten van veel beschikbare wind- en zonne-energie, wordt de productie van grijze stroom op andere momenten voorkomen’

Innovatie: Pompen als het waait

Bij het Twentekanaal is de inzet om, net zoals bij het Kreekrakgemaal, het principe van ‘pompen als het waait’ in te voeren. Hiermee wordt het moment van pompen zoveel mogelijk afgestemd op het aanbod van duurzame stroom. Door juist te pompen op momenten van veel beschikbare wind- en zonne-energie, wordt de productie van grijze stroom op andere momenten voorkomen. In 2019 zijn de voorbereidingen getroffen om het in 2020 in te voeren. De benodigde data-uitwisseling wordt in kaart gebracht en afgestemd met Deltares en de energieleverancier. De volgende stap is het geleidelijk invoeren van dit systeem in 2020. Het zal een uitdaging zijn om het voorspellende systeem goed af te stemmen op de uitvoering.
 

Conclusie resultaten

Met circa 36% CO2-reductie ten opzichte van 2009 is de doelstelling van minimaal 30% reductie in 2020 binnen bereik. Dit resultaat is in hoofdzaak gehaald dankzij de inkoop van groene stroom en biodiesel. Ten opzichte van 2018 zijn de CO2-uitstoot en het energieverbruik min of meer stabiel gebleven. Voor de periode na 2020 dient een nieuw streven geformuleerd te worden (dat is een eis van de CO2-Prestatieladder). Voor het verder verminderen van onze CO2-uitstoot en het energiegebruik ontwikkelen we nieuwe plannen. De resultaten zijn mede afhankelijk van externe factoren zoals droogte en de inzet van schepen bij rampen. Naast besparen proberen we deze effecten te dempen door elektrificatie en verder gebruik van biobrandstoffen.