Foto Verbreding snelweg A6 en ontwikkeling nieuwe groene stadswijk in Almere.

Naast de eigen bedrijfsvoering richt de scope van dit duurzaamheidsverslag zich ook op duurzaamheid in de uitvoering van het ministerie van IenW. Het ministerie van IenW beheert, onderhoudt en ontwikkelt de rijkswegen, vaarwegen en -wateren. Een schone, groene en prettige leefomgeving vormt daarbij de basis van ons werk.

‘Waar we vijf jaar geleden dachten dat bepaalde thema’s er minder toe zouden doen, blijkt nu het tegendeel waar te zijn’

Het ministerie van IenW werkt op allerlei manieren aan een duurzame uitvoering van zijn netwerken. Zo zetten we in op het terugdringen van de CO2-uitstoot van onze leveranciers en opdrachtnemers. Dat doen we door actief te sturen op CO2-reductiedoelen in de Grond, Weg en Waterbouw (GWW)-inkoopketen van het ministerie. Ook proberen we in onze infraprojecten het gebruik van eindige grondstoffen zoveel mogelijk in te perken en producten en materialen zo hoogwaardig mogelijk toe te passen. Met deze inzet streven we ernaar dat alle rijksinfrastructuurprojecten in 2030 klimaatneutraal en circulair zijn.

Vijf jaar duurzaamheidsverslag

De afgelopen vijf jaar zijn belangrijke stappen gezet als het gaat om duurzame uitvoering van dit ministerie. Zo zijn in 2016 klimaatadaptatie, circulaire economie, klimaatneutraliteit en gezondheid onderdeel geworden van de MIRT-spelregels en werd er een Green Deal Duurzaam GWW 2.0 gesloten met zestig partners in 2017. In de jaren die volgden, is er via ontwikkel- en innovatieprogramma’s in projecten volop geëxperimenteerd met de thema’s circulaire economie en CO2-besparing. En waar we vijf jaar geleden dachten dat bepaalde thema’s er minder toe zouden doen, blijkt nu het tegendeel waar te zijn. Neem bijvoorbeeld het thema bodem en ondergrond. Door aanwezigheid van de PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) in de bodem vraagt dit thema om een hernieuwde invulling. Hetzelfde geldt voor stikstof en schone lucht. Hierbij is opnieuw specialistische kennis noodzakelijk, evenals handelingsperspectief voor burgers, bedrijven en medeoverheden.

Circulair viaduct
Circulair viaduct

Ook is de afgelopen vijf jaar steeds duidelijker geworden wat we onder duurzaamheid verstaan en wat dat betekent. Met als gevolg dat duurzaamheid ook beter meegenomen wordt in de opdrachtverlening van projecten. Als hulpmiddel hiervoor hebben we de handreiking Verduurzaming MIRT opgesteld, inclusief teksten die opdrachtgevers kunnen opnemen in hun opdrachten voor de planfase. Deze teksten zijn het afgelopen jaar bijvoorbeeld toegepast in projecten, zoals de Friese bruggen, N33 en de derde oeververbinding Rotterdam. Om te laten zien wat deze en andere inspanningen allemaal opleveren, staat op onderstaande kaart een aantal mooie praktijkvoorbeelden. Klik hier voor een toelichting op de voorbeelden.

IenW Selectie van duurzame projecten

Een aantal praktijkvoorbeelden van de afgelopen jaren op een rij:

  • De verbreding van de A6 Almere werd in 2015 als eerste energieneutrale snelweg ontworpen en was een prijswinnend project op basis van de aanpak duurzaam GWW. Transport vond zoveel mogelijk plaats over water en er was minder asfalt nodig. Ook werd er gebruikgemaakt van ledverlichting langs de weg en gerecyclede materialen, waardoor er minder primaire grondstoffen nodig waren.
  • In 2016 werd onder meer de tweede sluis Eefde geëlektrificeerd en energieneutraal gemaakt. Dit deden we door de combinatie van een zeer energiezuinig nieuw bediengebouw (A+++) en doordat zonnepanelen de energie gingen leveren om de sluis te bedienen.
  • Bij de ‘Zeetoegang IJmond’ werd in 2017 zoveel mogelijk gebruikgemaakt van transport over water in plaats van over de weg. Ook werd bij de bouw van de zeetoegang gebruikgemaakt van een (duurzaam) beton-alternatief waarvoor minder primaire grondstoffen nodig waren.
  • In 2018 werd in de projecten 'Zamen perceel Noord' en 'IGO Oost' duurzaam asfalt toegepast met behulp van geld uit de klimaatenveloppe. Deze projecten lieten een CO2-reductie zien van 20% respectievelijk 14% ten opzichte van de referentie.

Verderop in dit jaarverslag staan praktijkvoorbeelden uit 2019.

‘Nu staan we op het punt de volgende fase in te gaan. De fase waarin duurzaamheid als standaard in onze werkwijze is opgenomen’

Duurzaamheid zorgt er ook voor dat we andere routines moeten ontwikkelen. Zo gebruiken we in onze uitvragen de Milieu Kosten Indicator (MKI) om een goede inschatting te krijgen van het milieueffect van de opdracht. Maar om een goed beeld te krijgen van het daadwerkelijke milieueffect is het ook noodzakelijk de MKI tijdens de uitvoering van het project en achteraf te analyseren.
Daarnaast laat monitoring van resultaten zien dat we onze doelen alleen halen als er innovatie plaatsvindt en als we deze innovaties gaan testen in reële projectsituaties.

Nu staan we op het punt de volgende fase in te gaan. De fase waarin duurzaamheid als standaard in onze werkwijze is opgenomen. De strategie ‘Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfraprojecten’ geeft daarvoor het groene licht en zet mensen en organisaties op het goede spoor om meters te maken.

Vaargeulonderhoud
Baggerwerk vaargeul Hartelkanaal, Rotterdam

Strategie ‘Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfraprojecten’

Om ervoor te zorgen dat de ambitie van klimaatneutrale en circulaire rijksinfraprojecten in 2030 realiteit wordt, heeft IenW samen met RWS en ProRail in 2019 de strategie ‘Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfraprojecten’ opgesteld. De strategie is uitgewerkt in routes (transitiepaden) voor de vier werkterreinen van Rijkswaterstaat met de meeste CO2-uitstoot en materiaalverbruik, te weten: 

  • Wegverharding
  • Kunstwerken
  • Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud
  • Bouwplaats en bouwlogistiek

Ook voor ProRail zijn de werkterreinen vastgesteld. Daar gaat het naast ‘Kunstwerken’ en ‘Bouwplaats en bouwlogistiek’ om de werkterreinen ‘Bovenbouw spoor’ en ‘Energievoorziening’.  

Het idee achter deze strategie is tweeledig. Zo heeft Rijkswaterstaat de afgelopen jaren in verschillende GWW-projecten veel ervaring opgedaan met het opnemen van duurzaamheid in de aanbestedingen via de Aanpak Duurzaam GWW. Deze aanpak is erop gericht om duurzaamheid in het proces van aanleg en onderhoud te verankeren en te zorgen voor verduurzaming van het Rijkswaterstaat-projectportfolio. Daarnaast geven we concreet aan hoe duurzaamheid moet worden meegenomen in projecten met hulpmiddelen voor opdrachtgevers, zoals (uit de Aanpak Duurzaam GWW) het Ambitieweb en Dubocalc.

‘Naast het komen tot klimaat- en energieneutrale netwerken, richt het ministerie van IenW zich in de uitvoering ook op andere facetten van duurzaamheid’

Andere facetten van duurzaamheid

Naast het komen tot klimaat- en energieneutrale netwerken, richt het ministerie van IenW zich in de uitvoering ook op andere facetten van duurzaamheid. Zo is het onder meer belangrijk dat de netwerken bestand zijn tegen extremer weer veroorzaakt door klimaatverandering. En dat de biodiversiteit op deze netwerken er goed gedijt. Ook zorgen we ervoor dat de leefomgeving gezond is, de bodem, ondergrond en het water binnen deze netwerken in een goede staat verkeren, en dat we ons land beschermen tegen overstromingen. Binnen al deze uitvoeringsthema’s speelt aanleg, beheer en onderhoud een rol. Aanleg, beheer en onderhoud wordt dan ook niet in een afzonderlijk hoofdstuk uitgewerkt. In de volgende hoofstukken zullen we dieper ingaan op de resultaten die het ministerie van IenW in 2019 op deze uitvoeringsthema’s heeft geboekt.  

André Nijhof
André Nijhof, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Nyenrode Business Universiteit

André Nijhof, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Nyenrode Business Universiteit, was in 2019 betrokken bij de ontwikkeling van de strategie Naar klimaatneutrale en circulaire Rijksinfraprojecten: ‘Houd vast aan de ambitie. Dat is cruciaal.’

‘Het ministerie van IenW wil in 2030 dat al zijn rijksinfraprojecten klimaatneutraal en circulair zijn. Het uitspreken van die ambitie heeft wat veranderd in de bouwsector. Het gaat niet meer om de vraag willen we dit. In plaats daarvan zijn we nu veel meer met elkaar aan het verkennen wat we al kunnen en waar we moeten innoveren. Daarmee zijn we van fase 0 naar fase 1 van het transitieproces gegaan.
 

Transitieproces

‘In mijn ogen bestaat een transitieproces uit 4 fases. In fase 0, waar de bouwsector tot voor kort in zat, is het issue er volop, maar is niemand er echt mee bezig. Dat verandert in fase 1. In deze fase staat het leren centraal en worden er alternatieven ontwikkeld. In fase 2 ga je op zoek naar manieren om de concurrentie te stimuleren. In fase 3 staat juist het samenwerken centraal, waarna in fase 4 het issue, in dit geval circulariteit en klimaatneutraliteit, het nieuwe normaal wordt.’

Ontwrichtend

‘Het is goed dat IenW zijn ambitie heeft uitgesproken, waardoor de bouwsector klimaatneutraliteit en circulariteit nu echt oppakt. Tegelijkertijd is het belangrijk om te beseffen dat we al lang volop een probleem hebben. Wat dat betreft heeft 2019 ook laten zien hoe ontwrichtend duurzaamheid voor de bouw kan zijn. Denk aan de stikstofcrisis en de problematiek rondom PFAS.’

Cultuurverandering en ambitie

‘Soms beseft IenW nog onvoldoende hoe strategisch dit onderwerp is. Je hebt vaak te maken met ingewikkelde projecten waar veel onzeker is en afhangt van innovatie. IenW is gewend aan een dominante en bepalende positie. Maar voor dit onderwerp moet je samenwerken, in dialoog verkennen wat er kan en wat daarbij van IenW wordt verwacht. Dat vraagt om een interne cultuurverandering en het vergt andere competenties van de medewerkers. Ik zou IenW willen adviseren hier goed over na te denken. En ik zou willen zeggen: houd vast aan de ambitie. Dat laatste is cruciaal. Bij een strategie kun je flexibel zijn. Maar zodra de ambitie wordt opgeschoven, valt de hele sector terug.’