Foto Snelweg A4 in de schemer bij Nieuw-Vennep.

Nederland is een mooi en welvarend land. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan het behoud daarvan en zet zich continu in voor een bereikbaar, veilig en duurzaam Nederland. Een dankbare taak, want ons werk is vaak heel zichtbaar en niet alleen vandaag maar ook morgen en overmorgen relevant. We staan voor grote uitdagingen met gemeenschappelijke, maar ook contrasterende belangen. Aandacht voor het milieu in combinatie met snel, slim en veilig van A naar B. Economische groei en een veilige infrastructuur, in balans met een gezonde leefomgeving.
 

Het ministerie van IenW speelt een belangrijke rol binnen grote maatschappelijke opgaven. We zijn sterk inhoudelijk gedreven, staan middenin de maatschappij en weten goed wat van ons gevraagd wordt. We hebben de opgaven gedefinieerd in transities. In de transities slimme en groene mobiliteit, klimaatadaptie en de circulaire economie spelen we een doorslaggevende rol en kunnen wij ons onderscheiden. Het zijn speerpunten van onze minister Cora van Nieuwenhuizen en Staatssecretaris Stientje van Veldhoven. Deze speerpunten hebben politieke verankering in het regeerakkoord en een hoge maatschappelijke urgentie. Deze drie transities bepalen de komende jaren ons gezicht en vormen het hart van onze ambities. Ook onze bijdragen aan de energietransitie en leefbare en bereikbare steden blijven belangrijk. Duurzame ontwikkeling zit in ons DNA en de Nederlandse bijdrage aan het Klimaatakkoord blijft leidend, ook voor ons departement.

Visie, ambitie en doelen

Om een bereikbaar, veilig en duurzaam Nederland te krijgen, behouden en versterken, is duurzaam handelen voor het ministerie van IenW essentieel. Dat betekent voor ons dat alle IenW-medewerkers in hun dagelijks werk rekening houden met de effecten van hun handelen op klimaat en energie en op het verbruik van grondstoffen. We willen op het gebied van duurzaamheid in ons beleid, onze bedrijfsvoering en onze uitvoering een voortrekkersrol vervullen. We proberen zelf het gedrag te laten zien dat we van anderen verlangen. Zo geven we invulling aan het Klimaatakkoord waarin staat beschreven hoe de Rijksoverheid haar voorbeeldrol op het gebied van duurzaamheid vervult.

In 2030 willen wij klimaat- en energieneutraal zijn, de helft minder primaire grondstoffen verbruiken en circulair werken. Circulair werken houdt in dat we: grondstoffen hoogwaardig hergebruiken en zo min mogelijk afval produceren. In 2050 willen wij 100% circulair zijn. Duurzaamheid betekent voor IenW dat alle IenW’ers in hun dagelijks werk rekening houden met de effecten van hun handelen op klimaat en energie, en op het verbruik van grondstoffen. Sinds 2017 is er een programma Duurzaam IenW dat regie voert op het de verduurzamingen van het handelen van de medewerkers, in beleid, uitvoering en bedrijfsvoering. Belangrijke elementen daarin sturing op doelen, monitoring van resultaten en communicatie. Via een jaarcyclus rondom de CO2 -Prestatieladder en het duurzaamheidsverslag bewaken we de voortgang. De bestuursraad van IenW krijgt als onderdeel van deze cyclus tenminste tweemaal per jaar gelegenheid voor bijsturing. 

We willen transparant over duurzaamheid communiceren en zo anderen inspireren en stimuleren ook duurzaam te werken. Mede daarom maken we nu voor het vijfde jaar een duurzaamheidsverslag. Het introduceren van het duurzaamheidsverslag was in 2016 behoorlijk innovatief en vooral gericht op de eigen medewerkers. In de loop van de jaren is het verslag steeds verder ontwikkeld. Er is meer overzicht over thema’s en rapportages zijn eenduidiger. Sinds twee jaar hebben wij ons laten inspireren door de richtlijnen van de GRI. Het verslag is inmiddels ook gericht op een breder publiek van relevante stakeholders, met als doel ook anderen te inspireren en te activeren. In die vijf jaar is de duurzaamheid in de bedrijfsvoering en de uitvoering van het ministerie van IenW stap voor stap vooruitgegaan. We zijn geklommen op de CO2-Prestatieladder van niveau 3 naar niveau 4 in 2018. Van experimenteren en voorbeeldprojecten zijn we op weg naar een steeds meer gestructureerde benadering van duurzaamheid in de werkwijze van het ministerie. In de inleidingen op de hoofdstukken van dit verslag zullen we daar dieper op ingaan.

Organogram

Het ministerie van IenW ontwikkelt beleid voor een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland, voert het uit en inspecteert de naleving van wetten. Rijkswaterstaat is de belangrijkste uitvoeringsorganisatie van IenW. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bewaakt en stimuleert de naleving van wet- en regelgeving voor een veilige en duurzame leefomgeving en transport. De andere uitvoerende diensten, het KNMI en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), leveren kennis voor het ontwikkelen van beleid.

Organogram

Deze infographic toont het organogram van het ministerie Infrastructuur en Waterstaat.

  • Cora van Nieuwenhuizen - Minister
  • Stientje van Veldhoven - Staatssecretaris
  • Lidewijde Ongering - Secretaris-generaal
  • Deltacommissaris
  • Financiën en bedrijfsvoering
  • Beleids- en Bestuursondersteuning

Beleidskern

  • Directoraat-generaal Mobiliteit
  • Directoraat-generaal Milieu en Internationaal
  • Directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken
  • Directoraat-generaal Water en Bodem
  • Directoraat-generaal Rijkswaterstaat
  • Planbureau voor de Leefomgeving
  • KNMI
  • Inspectie Leefomgeving en Transport

Reikwijdte van dit duurzaamheidsverslag

In dit duurzaamheidsverslag verantwoorden we ons over de duurzaamheid in onze bedrijfsvoering, in onze uitvoering en in onze manier van samenwerken met stakeholders in 2019. Voor wat betreft de resultaten van duurzaamheid in de bedrijfsvoering richten we ons op heel IenW. Over duurzaamheid in de uitvoering rapporteren we in dit verslag over de resultaten van de uitvoering door Rijkswaterstaat.
De aansturing van de Rijksrederij is verdeeld over meerdere departementen. In het convenant tussen opdrachtgevers en Rijkswaterstaat over de Rijksrederij ligt vast dat IenW de eigenaar is van de Rijksrederij.
De uitvoering bij ProRail valt buiten de scope van dit verslag. Die resultaten zijn terug te vinden in het Jaarverslag van ProRail.

Voor de thema’s in dit verslag waarvoor het ministerie van IenW beleidsverantwoordelijk is, verwijzen we naar de relevante verantwoordingsdocumenten. We geven per thema nadrukkelijk aan welke verantwoordelijkheid wij hebben en hoe we ons daarover verantwoorden.
In het duurzaamheidsverslag van 2018 rapporteerde het ministerie van IenW over het thema Duurzaam werkgeverschap met de onderdelen diversiteit en inclusie, arbeidsbeperkten, verzuim en aantal vrouwen aan de top. Dit thema komt niet terug in het duurzaamheidsverslag 2019, maar in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.

GRI

Het ministerie van IenW rapporteert in dit duurzaamheidsverslag volgens de core-optie van het Global Reporting Initiative (GRI), een internationale standaard voor duurzaamheidsverslaglegging, bekijk de GRI/CO2-PI Content Index. Dit is het tweede jaar dat we volgens deze richtlijn rapporteren. De richtlijn van de GRI helpt ons om de informatie in het duurzaamheidsverslag tijdiger, relevanter en robuuster te maken.

We gebruiken de jaarcyclus van de CO2-Prestatieladder en het duurzaamheidsverslag om onze voortgang te monitoren en de uitvoering van de maatregelen te borgen. Als onderdeel van deze jaarcyclus krijgt de bestuursraad van het ministerie tweemaal per jaar gelegenheid voor bijsturing.

Analyse belangrijkste duurzaamheidsthema’s

In 2018 heeft IenW in dialoog met externe en interne stakeholders voor de eerste keer een materialiteitsanalyse uitgevoerd om zicht te krijgen op de onderwerpen die het belangrijkst zijn om over te rapporteren en op te sturen. Op basis van die analyse hebben we een materialiteitsmatrix opgesteld. Deze vormt de basis voor de keuze van onderwerpen in dit verslag. In de bijlage  staan de stappen die zijn gevolgd om tot deze materialiteitsmatrix te komen.

Materialiteitsmatrix 2019

De y-as in de matrix laat zien welke onderwerpen onze stakeholders belangrijk vinden voor de duurzaamheid van IenW. In de materialiteitsmatrix van 2018 stonden nog zes voor IenW belangrijke onderwerpen op de nullijn van de Y-as, omdat we die toen niet aan stakeholders hebben voorgelegd. Dit waren cybersecurity, digitalisering en (industriële) automatisering, beheer van bodem en ondergrond, omgevingsmanagement, klimaatadaptatie en aanleg, beheer en onderhoud. Deze onderwerpen hebben we in 2019 alsnog aan hen voorgelegd. Dit is verwerkt in de bovenstaande matrix. De x-as geeft voor een onderwerp de potentiële invloed van IenW op de samenleving weer. Deze score is bepaald tijdens een interne prioriteringssessie met medewerkers van verschillende disciplines binnen IenW. Vervolgens heeft het management van IenW bepaald dat alle onderwerpen die boven de lijn van 3,00 liggen meegaan als de ‘meest-materiële’ onderwerpen in dit duurzaamheidsverslag. IenW heeft vastgesteld dat de materiële onderwerpen die in 2018 zijn bepaald nog steeds actueel zijn. Over de andere onderwerpen wordt op andere plaatsen gerapporteerd.

Onderstaande tabel geeft de vijftien meest-materiële onderwerpen weer. Deze onderwerpen hebben de opbouw van dit duurzaamheidsverslag bepaald. Het thema aanleg, beheer en onderhoud komt in het hoofdstuk Duurzame uitvoering in verschillende delen aanbod en wordt niet als afzonderlijk thema uitgewerkt. Het thema omgevingsmanagement is binnen IenW eerder een werkwijze dan een thema dat wordt gemeten en waarop wordt gestuurd. We rapporteren op verschillende plekken in dit verslag over onze werkwijze. Het laatste hoofdstuk is Duurzaam samenwerken. Duurzame samenwerking met andere partijen is essentieel om onze én de nationale duurzaamheidsdoelstellingen te halen.

Meest materiële onderwerpen

  1. Energiegebruik en emissies eigen organisatie
  2. Duurzame mobiliteit
  3. Afvalbeheer
  4. Innovatie en onderzoek
  5. Maatschappelijk verantwoord inkopen en aanbesteden
  6. Aanleg, beheer en onderhoud
  7. Energiegebruik en emissies in de keten
  8. Circulariteit
  9. Klimaatadaptie
  10. Waterbeheer
  11. Biodiversiteit
  12. Gezonde leefomgeving
  13. Beheer van bodem en ondergrond
  14. Energietransitie
  15. Omgevingsmanagement