Foto Luchtfoto van grondwerkzaamheden bij de Marker Wadden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkt aan duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond. In dit hoofdstuk rapporteren we onder meer over de aanpak en behaalde resultaten op het gebied van hergebruik van grond en bouwstoffen (circulariteit) en het behoud van kwaliteit van bodem en ondergrond binnen duurzame uitvoering.
Beleidsdoelen en -verantwoordelijkheid ministerie van IenW
Het beleidsdoel in Nederland is het zorgen voor een goede bodemkwaliteit, drinkwatervoorziening, duurzaam bodembeheer en bescherming van het grondwater. Daarnaast is het doel om vraagstukken rond bodemdaling, bodemverontreiniging, bodemenergie en de aanwezigheid van kabels en leidingen aan te pakken. Bij de aanpak van deze vraagstukken houdt IenW rekening met maatschappelijke opgaven als energietransitie, klimaatadaptatie en circulaire economie. Ook zorgen we voor een betrouwbare en betaalbare drink- en afvalwatervoorziening in Caribisch Nederland.
IenW wil deze beleidsdoelen onder meer bereiken door:
- Het bevorderen van een duurzaam en efficiënt gebruik van het bodem- en watersysteem.
- Verantwoord hergebruik van grond.
- Het Uitvoeringsprogramma van het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020.
- Het opnemen van de Wet bodembescherming in de Omgevingswet.
Nationale uitvoeringsverantwoordelijkheid
Jaarlijks verantwoordt IenW de nationale uitvoering van bodem en ondergrond in de IenW-jaarverantwoording.
Voor het behalen van de doelen in onze uitvoering is samenwerking met provincies, gemeenten, milieudiensten, waterschappen, het bedrijfsleven en kennisinstituten essentieel. Deze samenwerking richt zich op het omgaan met bestaande bodem- en grondwaterverontreingingen, de aanpak van nieuwe stoffen en het zorgen voor een goede kennisinfrastructuur.
Bodem en ondergrond in de uitvoering van IenW
Rijkswaterstaat (RWS) verplaatst jaarlijks grote hoeveelheden grond en zand voor de kustversterking, de aanleg van wegen en het onderhoud van vaarwegen. Het beheer van bodem en ondergrond voeren we uit volgens de geldende wet- en regelgeving, waaronder de Wet basisregistratie ondergrond, de Wet bodembescherming, het Besluit bodemkwaliteit en de Waterwet. Binnen die wettelijke kaders werkte RWS ook in 2020 weer op en in de bodem aan duurzaamheid, zoals tijdens het verzetten van grond. Het werken aan duurzaamheid bestond uit het hergebruiken van grond en bouwstoffen (circulariteit) en het behoud van kwaliteit van bodem en ondergrond.
Doelstelling
Het ministerie van IenW houdt zich aan de wettelijke kaders bij grondverzet, maar heeft voor dit thema geen aanvullende ambities of doelen vastgesteld voor de eigen uitvoering. Dit is omdat het raakvlakken heeft met andere duurzaamheidsthema’s als Energieverbruik en emissies in de keten. Bij grondverzet zetten we namelijk minstens 90% van het materieel in om grond te verplaatsen. Dit materieel stoot veel CO2 uit bij de werkzaamheden. Ook sluit het thema aan bij circulariteit in verband met het hergebruik van de grond.
Verduurzaming van bodem en ondergrond
Doelstelling
Het beheer van bodem en ondergrond gaat over het behoud van de kwaliteit, zodat hergebruik mogelijk is. Voor een duurzaam beheer van de bodem is inzicht in de kwaliteit van de bodem en zijn functies essentieel. Dit raakt in sterke mate aan het hoofdstuk Circulaire economie.
Meten van de voortgang
Voor het inzicht in de kwaliteit van de bodem is een wettelijk systeem van kracht. Hierin wordt geregistreerd welke grond waar naartoe wordt verplaatst en wat de kwaliteit daarvan is. De basis is de Wet basisregistratie ondergrond (BRO), waarin RWS een van de bronhouders is. De BRO verplicht om de gegevens zo spoedig mogelijk in het systeem in te voeren en om het systeem te raadplegen. RWS draagt actief bij aan het slagen van de BRO met de ontwikkeling van de benodigde (ICT-) instrumenten.
Naast het registreren van de kwaliteit werkt RWS ook aan het hergebruik van de materialen die vrijkomen bij processen. Hergebruik van specifieke grondstromen, zoals bodemas en thermisch gereinigde grond (TGG), zijn volgens de bodemregelgeving onder voorwaarden mogelijk.
Bodemas
De Amsterdamse Energiecentrale verbrandt huishoudelijk afval om energie op te wekken. De as die overblijft gebruikt RWS als funderingsmateriaal, bijvoorbeeld onder onze wegen in plaats van zand. Dit onder strikte voorwaarde dat de bodemas geïsoleerd wordt aangebracht en we dit controleren en monitoren. Daardoor kunnen we de as later opnieuw gebruiken.
TGG
Thermisch gereinigde grond (TGG) staat de laatste jaren ter discussie. In sommige toepassingen bleek de kwaliteit hiervan niet zoals verwacht. Dit leidde tot het tijdelijk stoppen met de toepassing van thermisch gereinigde grond door RWS. Producenten werken aan de verbetering van het proces.
Resultaten
Allereerst is – ondanks COVID-19 en de kennis over de belasting van de bodem met stoffen als PFAS – al het werk aan de bodem tóch uitgevoerd binnen de wet- en regelgeving. Daarnaast hergebruikten we op grote schaal bodemmaterialen zoals bodemas en TGG. Met het actief bijdragen aan het slagen van de BRO met de ontwikkeling van de benodigde instrumenten voldeed RWS bovendien aan de wettelijke verplichtingen.
Dilemma’s
RWS vertaalt de wet- en regelgeving door naar haar opdrachtnemers. Door de werkwijze met verschillende onderaannemers heeft IenW niet altijd direct zicht op de huidige bodemkwaliteit. Als alles vlekkeloos verloopt, ontvangt RWS bij oplevering van het project informatie over de bodemkwaliteit en de duurzaamheidsgegevens van de bodem. Bij complicaties wordt IenW er weer bij betrokken. Daarom is er vaak nog (net als bij grondverzet) geen actueel inzicht.
De hoeveelheid verplaatste grond wordt daarnaast niet bijgehouden of gerapporteerd (behalve zand toegepast voor het kustfundament). Hoeveel kubieke meter verplaatst de aannemer bijvoorbeeld bij de verbreding van een weg? De contracten zijn daar nu niet op ingericht, maar vanwege het grote aandeel van grondverzet in de uitstoot van onze projecten zijn we daar wel steeds nieuwsgieriger naar. Momenteel werkt onze prijsprikkel wel door, want de aannemer met de efficiëntste logistiek heeft een kostenvoordeel. Monitoren hoeft niet complex te zijn, maar vraagt wel om capaciteit en kwaliteit van personeel en nauwere samenwerking in de administratie.
Conclusie
Het beheer van bodem en ondergrond is een thema waarop IenW onder de radar al jarenlang bekwaam is. Toch zijn er nog veel stappen te zetten in de overgang naar circulair werken, waaronder het verankeren van duurzaamheid in de opdrachtverlening.