Foto Snelweg door stedelijk gebied (foto: Tineke Dijkstra).

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil dat mensen in een gezonde en prettige omgeving kunnen leven. Een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is. In dit hoofdstuk rapporteren we over onze aanpak en resultaten op het gebied van het creëren van een gezonde leefomgeving.

Beleidsverantwoordelijkheid ministerie van IenW

IenW wil bijdragen aan een leefomgeving die mensen als prettig ervaren, uitnodigt tot gezond gedrag en waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is. Dit doen we onder meer door het verbeteren van de luchtkwaliteit en het voorkomen of beperken van geluidshinder. Onze ambities op dit gebied staan in het Schone Lucht Akkoord en het Nationaal Milieubeleidskader (NMK) en worden concreet uitgewerkt in de uitvoeringsagenda van het Schone Lucht Akkoord en het Nationaal Milieuprogramma. In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) wordt gewerkt aan het overal bereiken van EU-grenswaarden voor luchtkwaliteit.
 
Voor luchtkwaliteit zetten we in op emissiereducerende maatregelen. Daarbij is het doel van het kabinet om in 2030 50% gezondheidswinst te halen ten opzichte van 2016. Het gaat dan om de gezondheidseffecten afkomstig van binnenlandse bronnen. Op 13 januari 2020 ondertekenden het ministerie, gemeenten en provincies daarvoor het Schone Lucht Akkoord. Rijk, gemeenten en provincies werken samen aan de uitvoering van dit akkoord.

Geluidproductie toetsen we aan de vastgestelde geluidproductieplafonds (GPP’s). Die voorkomen dat de geluidbelasting onbegrensd toeneemt. Geluidhinder pakken we aan door gebruik van geluidreducerende wegdekken. Ook voeren we een saneringsprogramma uit. Hierbij treffen we maatregelen voor woningen met een te hoge geluidbelasting in de vorm van geluidsschermen of gevelisolatie.

Nationale uitvoeringsverantwoordelijkheid

Jaarlijks verantwoorden we de nationale uitvoering van de gezonde leefomgeving in de IenW-jaarverantwoording.

Doelstelling

Gezonde leefomgeving krijgt een steeds belangrijkere positie in nieuw beleid. Daarbij verschuift de aandacht van ambitie naar uitvoering. Zo startte in 2020 de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord

Luchtkwaliteit

Doelstelling

Het kabinet wil in 2030 een gezondheidswinst van 50% halen ten opzichte van 2016. Dit is vastgelegd in het Schone Lucht Akkoord. Dit akkoord is in 2020 samen met een flink aantal gemeenten en provincies ondertekend.

Aanpak

IenW  verduurzaamt ten eerste haar eigen bedrijfsvoering, zoals de aanschaf van zero-emissie voertuigen. Dit leidt tot minder emissie. Ook zetten we in op minder emissies van de bouwplaats en bij de bouwlogistiek (zie Energieverbruik en emissies in de keten).

Vanuit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) werken we samen met andere partijen, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Als uit monitoring blijkt dat de luchtkwaliteit onvoldoende is, nemen we maatregelen die de uitstoot van schadelijke stoffen beperken. Denk hierbij aan het oplossen van knelpunten. De laatste jaren zijn er geen overschrijdingen geweest op het Hoofdwegennet (HWN) en waren dus geen maatregelen nodig. De enige resterende knelpunten zijn vlakbij veehouderijen en in een binnenstedelijk gebied. Deze vallen onder de verantwoordelijkheid van decentrale overheden.

Meten van de voortgang

Het RIVM monitort elk jaar de luchtkwaliteit, onder meer langs de rijkswegen. RWS levert als wegbeheerder actuele gegevens aan over het HWN die het RIVM hiervoor nodig heeft. Dit zijn bijvoorbeeld gegevens over verkeersintensiteiten, precieze ligging van de weg, locatie van schermen en snelheden. De luchtkwaliteit in Nederland langs onder andere de rijkswegen is zichtbaar in de monitoringstool van het NSL.

De kabinetsdoelstelling meten we door het doorrekenen van de gezondheidsindicator. In 2021 vindt de nulmeting met de gezondheidsindicator plaats. Daarmee wordt duidelijk in hoeverre de ondertekenaars van het Schone Lucht Akkoord op koers liggen om de doelen in 2030 te halen.

Resultaten

Voor de monitoring van luchtkwaliteit gebruiken we cijfers uit het vorige jaar. De cijfers over 2020 worden in de loop van 2021 vastgesteld. Daarom rapporteren we hier over cijfers uit 2019. Daaruit bleek dat de luchtkwaliteit langs het HWN in 2019 nergens de grenswaarden overschreed. Doordat we werken met de cijfers van 2019 zijn de effecten van de maximumsnelheidsverlaging naar 100 km/h nog niet bekend. Deze volgen naar verwachting in 2022. Dan is deze maximumsnelheid een heel jaar van kracht.

Vanuit het Schone Lucht Akkoord werkt IenW aan een schonere bouwplaats en bouwlogistiek. Hiervoor zijn de eerste pilots gestart. IenW zet ook in op minder emissies van het eigen wagenpark en de vloot van de Rijksrederij. Dit levert ook een bijdrage aan het verminderen van stikstofdepositie (zie hoofdstuk Duurzame bedrijfsvoering).

Geluid

Doelstelling

Geluidhinder willen we zoveel mogelijk beperken. Langs ons hele HWN zijn geluidproductieplafonds (GPP’s) vastgesteld. Het geluid mag hier niet boven een bepaalde waarde uitkomen. Wij moeten aan deze GPP-normen voldoen en de toenemende geluidsproductie tegengaan. 

Aanpak 

De uitkomsten van onderzoek, de getroffen maatregelen en de geplande aanpak van nieuwe knelpunten die de GPP’s overschrijden leggen we vast in een nalevingsverslag. Daarnaast werken we aan de sanering van geluidhinder binnen het Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG) en nemen we diverse maatregelen, zoals het aanleggen van stiller asfalt, het plaatsen van geluidsschermen en het aanbrengen van gevelisolatie.

Meten van de voortgang

RWS controleert elk jaar op 61.000 virtuele referentiepunten via berekeningen of het geluidniveau voldoet aan de GPP’s. Deze referentiepunten liggen op een vaste afstand en hoogte ten opzichte van de weg. Door elk jaar de geluidniveaus op dat punt te berekenen volgen wij de ontwikkeling van de geluidsreductie. Hiervoor gebruiken we modellen van het RIVM die zijn gevalideerd op basis van metingen. In 2020 vond er geen meting plaats.

Resultaten

Ook in 2020 monitorde RWS het geluidniveau langs onze rijkswegen. Net zoals bij luchtkwaliteit gaan deze cijfers over het jaar hiervoor (2019). Daarom zijn de invloeden van de coronacrisis en bijvoorbeeld de verlaging van de maximumsnelheid op het geluidniveau nog niet zichtbaar. 

Uit de cijfers van 2019 blijkt dat het aantal overschrijdingen van de GPP’s daalde door de toename van geluidreducerende maatregelen. Denk hierbij aan stiller asfalt, zoals zeer open asfaltbeton (zoab), dubbellaags zoab en ultrafijn zoab. Daarnaast zetten we geluidsschermen en geluidswallen in. Als deze maatregelen niet doelmatig zijn, wordt gevelisolatie aangeboden. Er is wel een toename van het aantal potentiële (toekomstige) knelpunten. Dit komt vooral door de toename van de hoeveelheid verkeer in 2019.

Geluiddiffractor in de berm langs een weg.
Een geluiddiffractor beperkt geluidshinder langs wegen.

Innovatie: de geluiddiffractor

Om geluidhinder te beperken is een geluiddiffractor een aanvulling op stille wegdekken en geluidschermen. Voorbeeld is de ‘Whiswall’. Dit is een metaalconstructie met holtes die op een laag scherm is geplaatst. De innovatie werkt met holtes die het geluid van passerende voertuigen omhoog stuwen. Daardoor bereikt het geluid niet de geluidsgevoelige gebouwen erachter.

In 2020 voerde RWS hiervoor metingen uit. We verwachten dat deze innovatie in 2021 in de wettelijke reken- en meetvoorschriften wordt meegenomen.

Dilemma's

De onverwacht toenemende verkeersdruk blijft een dilemma. Daardoor konden we, net als in voorgaande jaren, moeilijk tijdig anticiperen op geluidmaatregelen. Zo kan onderschatting van de verkeersdruk leiden tot knelpunten en dus overschrijding van GPP’s. Wel werken we aan de introductie van specifieke geluidsmarges. Hierdoor kunnen we potentiële knelpunten eerder signaleren en voorspellen. 

Verder moeten we zorgen dat het verkeer vlot en veilig doorstroomt, maar willen we tegelijkertijd de afgesproken luchtkwaliteit en geluidsnormen niet overschrijden. Het blijft zoeken naar een balans hierin. Het faciliteren van mobiliteit is onze taak, maar leidt ook tot meer drukte op de weg. Elektrische voertuigen moeten in de toekomst zorgen voor minder uitstoot. Ook fietsdoorgangen helpen daarbij.

Op de snelweg wordt het geluid vooral bepaald door bandengeluid, niet door het geluid van de motor. Een elektrische auto en een benzineauto maken op de snelweg dezelfde hoeveelheid geluid. Bronmaatregelen als stiller asfalt dragen bij aan geluidsreductie. Dit soort maatregelen moeten echter zoveel mogelijk op tijd worden genomen. Ook moeten daarvoor financiële middelen worden vrijgemaakt.

Conclusie

Uit de meest recente onderzoeken blijkt dat de luchtkwaliteit langs het Hoofdwegennet (HWN) in 2019 nergens de grenswaarden overschrijdt. Ook onder de luchtkwaliteitsnorm is forse gezondheidswinst te behalen. Daarom zetten we verder in op het Schone Lucht Akkoord. Met dit akkoord werkt het kabinet aan een permanente verbetering van de luchtkwaliteit voor gezondheidswinst. Hierbij wil het kabinet in alle relevante sectoren een dalende trend inzetten van emissies naar de lucht. Het doel is om 50% gezondheidswinst in 2030 te behalen ten opzichte van 2016, voor de gezondheidseffecten afkomstig van Nederlandse bronnen. Het Schone Lucht Akkoord is begin 2020 samen met tal van gemeenten en provincies ondertekend.

Uit de cijfers van 2019 blijkt dat het aantal overschrijdingen van de geluidproductieplafonds daalde door de toename van geluidreducerende maatregelen, zoals stiller asfalt. Wel nam het aantal potentiële (toekomstige) knelpunten toe. Dit komt vooral door de toename van de hoeveelheid verkeer in 2019. In het verslag over 2021 kijken we terug op de effecten van COVID-19 op de geluidsituatie langs rijkswegen.