Foto Nieuwe zero-emissie voertuigen van Rijkswaterstaat.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkt aan slimme, duurzame en zorgeloze mobiliteit zonder emissies. In dit hoofdstuk rapporteren we over de aanpak en behaalde resultaten op het gebied van duurzame mobiliteit en het terugdringen van onze CO2-uitstoot tijdens het woon-werkverkeer en de dienstreizen van onze medewerkers.

Beleidsverantwoordelijkheid ministerie van IenW

Beleidsmatig zijn we verantwoordelijk voor een duurzame mobiliteit in Nederland. Onze missie hierover staat beschreven in het Klimaatakkoord: slimme, duurzame en zorgeloze mobiliteit zonder emissies, waarbij steden en gebieden uitstekend bereikbaar en toegankelijk zijn voor mensen en goederen. Naast CO2-reductie zijn ook de stikstofproblematiek en een schone lucht leidende milieuthema’s. Bij programma’s richten we ons onder andere op het gebruik van zero-emissie voertuigen, het stimuleren van fietsgebruik, het delen van auto’s, het beter gebruik maken van onze bestaande netwerken (Programma Slim, Veilig en Duurzaam) en het vergroenen van ons mobiliteitssysteem. 

Uitvoeringsverantwoordelijkheid

De beleidsprogramma’s hebben ook betrekking op onze eigen uitvoering door Rijkswaterstaat (RWS), vooral op het gebied van de fysieke infrastructuur (wegen). Zo spraken we in 2020 af dat de aanpak van hinder bij grote onderhouds- en renovatieprojecten op de netwerken bijdraagt aan een veiliger, slimmer en duurzamer mobiliteitssysteem (zie het voorbeeld van de Hoeksche Waard in het hoofdstuk Duurzame gebiedsontwikkeling). Daarnaast is onze aanpak mede gericht op duurzame gedragsverandering en bewust mobiliteitsgedrag van burgers en bedrijven. Deze onderwerpen zijn expliciet onderdeel van onze uitvoeringsprojecten. 

Het meenemen van de mogelijkheden voor het fietsgebruik is voortaan onderdeel van onze opdrachten aan RWS en ProRail voor rijksinfrastructuurprojecten. Op deze manier versterken we de rol van de fiets in ons mobiliteitssysteem. 

We verantwoorden de nationale uitvoering van duurzame mobiliteit ieder jaar in de IenW-jaarverantwoording, de Klimaat- en Energieverantwoording (KEV), via het Schone Lucht Akkoord en het stikstofbeleid. 

Duurzame mobiliteit van IenW-medewerkers

Verduurzaming van de eigen mobiliteit door Anders Reizen

Doelstelling 

Als IenW willen we met de mobiliteit van onze eigen medewerkers in 2025 50% minder CO2 uitstoten ten opzichte van 2016. Daarom maakten we als lid van de coalitie Anders Reizen het plan ‘IenW reist anders’. We stelden dit plan op 26 oktober 2020 vast. De IenW-doelstelling is ambitieuzer dan de doelstelling van de coalitie Anders Reizen. De coalitie wil pas in 2030 50% minder CO2-uitstoot bereiken. 

Woon-werk- en zakelijk verkeer medewerkers 

Aanpak 

Bij het verduurzamen van de mobiliteit van onze eigen medewerkers richten we ons op minder reizen, het verduurzamen van het wagenpark, het stimuleren van het gebruik van de (e-)fiets en het openbaar vervoer (OV), en minder en duurzamer vliegen. Daarnaast is het rijksvliegbeleid in de Rijks CAO aangepast. Bij een reistijd van 8 uur of minder reizen we niet met het vliegtuig, maar nemen we het OV. 

De CO2-uitstoot daalt de komende jaren autonoom, dus zonder dat we extra maatregelen nemen. Auto’s worden de komende jaren zuiniger, het regionale OV stoot geen CO2 meer uit en vliegtuigen worden zuiniger. Daarnaast werd door COVID-19 in 2020 minder gereisd met leaseauto’s en privéauto’s en werden er minder vliegreizen gemaakt. Hierdoor verminderde de CO2-uitstoot. Ook zijn zowel binnen IenW als voor de hele rijksdienst afspraken gemaakt over duurzamer reizen. Ons wagenpark rijdt in 2028 niet meer op fossiele brandstof en het rijksvliegbeleid is aangescherpt: bij een reistijd van 8 uur of minder reizen we met het OV. Dat zijn de extra maatregelen van IenW om in 2025 50% CO2 te besparen.

De verwachte CO2-uitstoot voor zakelijk en woon-werkverkeer van IenW in 2025 en 2030 door deze ontwikkelingen en maatregelen is:

Schatting CO2-reductie zakelijk en woon-werkverkeer zonder extra maatregelen

Schatting CO2-reductie zakelijk en woon-werkverkeer zonder extra maatregelen
Jaarton CO2Afname t.o.v. 2016
201630.637
202017.18244%
2025 (schatting)19.21637%
2030 (schatting)12.87958%
Brontabel als csv (122 bytes)

Meten van de voortgang

We meten de CO2-uitstoot volgens het Energiemeetplan. Dit plan is onderdeel van het CO2-Managementplan 2020-2021.

De cijfers van de CO2-uitstoot van woon-werkverkeer zijn gebaseerd op de vaste vergoeding voor woon-werkverkeer. Deze vergoeding is opgenomen in het salaris- en personeelsadministratiesysteem P-direct. Door corona werken we sinds 13 maart 2020 thuis en werd er niet gereisd. Desondanks liep de vaste vergoeding tot 30 september 2020 door. 

De reden van de doorbetaling is als volgt. Is een medewerker zes weken afwezig of reist hij of zij niet naar de vaste werklocatie, dan moet de vaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer worden stopgezet. Deze bepaling staat in de cao Rijk en is gebaseerd op fiscale voorschriften. In verband met de coronacrisis besloot de staatssecretaris van Financiën in 2020 dat het laten doorlopen van de vaste reiskostenvergoeding voor deze periode geen fiscale gevolgen heeft. Bovendien mocht de werkgever deze periode blijven uitgaan van het reispatroon waar de vergoeding op was gebaseerd. Het gaat dan om vergoedingen die uiterlijk 12 maart 2020 zijn toegekend. Op 1 oktober 2020 stopte de vaste reiskostenvergoeding voor medewerkers die vanwege de coronacrisis thuiswerken en niet reizen. 

Resultaat duurzame mobiliteit

Resultaat duurzame mobiliteit
CO2 emissie (ton)202020192018
Leasewagens7.76410.1909.911
Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer84319316
Privéauto's voor zakelijk verkeer1.8274.0553.951
Vliegreizen7924.3273.704
Woon- werkverkeer6.7159.0899.063
Totaal17.18227.98126.946
Brontabel als csv (266 bytes)

CO2-emissie per medewerker

CO2-emissie per medewerker
202020192018
Totaal aantal medewerkers14.26913.43212.840
CO2-emissie per medewerker (in ton)1,22,12,1
Brontabel als csv (114 bytes)

De CO2-uitstoot van het woon-werkverkeer in 2020 wordt te hoog weergegeven, omdat de cijfers zijn gebaseerd op de vaste vergoedingen en niet op de daadwerkelijke reizen. Dit heeft overigens geen effect op de maatregelen om ons doel van 50% CO2-besparing in 2025 te halen. Deze maatregelen werken we in 2021 per organisatieonderdeel uit.

De CO2-uitstoot van de vloot van de Rijksrederij is opgenomen in het hoofdstuk Energiegebruik en emissies in de eigen organisatie. De schepen van de Rijksrederij zijn namelijk geen onderdeel van de mobiliteit van medewerkers en maken dus ook geen deel uit van de onderdelen van Anders Reizen. 

Resultaten op subdoelstellingen

Minder reizen

Resultaat

Door de coronamaatregelen van het kabinet werkte een groot deel van onze medewerkers in 2020 thuis. Hierdoor deden we meer ervaring op met werken op afstand en digitaal werken. Medewerkers ervoeren dat dit over het algemeen goed mogelijk is en dat dit een bijdrage kan leveren aan een betere werk-privébalans. De productiviteit van de organisatie bleef hoog. Uit intern onderzoek bleek dat 40% van de medewerkers geheel thuiswerken zwaar vond. In een onderzoek van het PBL en het KiM gaven medewerkers aan in de toekomst vaker thuis willen werken. Dit sluit ook aan bij de ambities van de rijksdienst. Naar verwachting versnelt hierdoor de reductie van het aantal woon-werkkilometers. Een bewustere afweging of fysiek aanwezig zijn bij een overleg noodzakelijk is, kan bovendien tot leiden een reductie van het aantal dienstreizen.

Verduurzaming wagenpark

Doelstelling

In 2028 zijn al onze auto’s zero-emissie. Dit betekent dat ze geen CO2-uitstoot aan de uitlaat meer hebben. Voor 2020 was ons doel 20% van de auto’s elektrisch.

Aanpak 

Voor de verduurzaming van ons eigen wagenpark zetten we in op emissieloze voertuigen, zoals batterij-elektrische en waterstof-elektrische auto’s. Emissieloos rijden is bij ons het nieuwe normaal. We kopen alleen nog een brandstofauto als er geen vergelijkbare elektrische auto verkrijgbaar is. In een aantal categorieën is dat het geval. Denk hierbij aan voertuigen met een hoog trekgewicht of met een specifieke in- en opbouw, 4x4-voertuigen voor op de dijken of op het strand, enkele soorten bestelbussen en de auto’s van de weginspecteurs. We verwachten dat ons hele wagenpark in 2028 zero-emissie kan zijn.

Om de verduurzaming van het wagenpark mogelijk te maken, breiden we het aantal laadpalen bij onze locaties uit. Dit geldt voor panden in eigendom en panden die we huren. Waar mogelijk combineren we deze laadpunten met zonnepanelen, zodat elektrische voertuigen zo duurzaam mogelijk worden opgeladen. De aanbesteding voor deze nieuwe laadpunten is nog in voorbereiding en wordt in 2021 verwacht.

Resultaat

Eind 2020 was 26% van ons wagenpark zero-emissie. Hiermee is de doelstelling van 20% voor het afgelopen jaar gehaald. Voor het vervoer van bewindspersonen en de topmanagementgroep vervingen we zeven van de negen plug-in-hybride dienstauto’s het afgelopen jaar door zero-emissievoertuigen. Verder startte in december 2020 een pilot met officieren van dienst van de weginspecteurs om te kijken of elektrisch rijden bij hun werkzaamheden past. De resultaten hiervan worden in de loop van 2021 verwacht.

CO2-uitstoot van het wagenpark

CO2-uitstoot van het wagenpark
Jaartal202020192018
Uitstoot in ton CO27.76410.1909.911
Brontabel als csv (64 bytes)

Wagenpark

Wagenpark
Wagenpark (aantal voertuigen en aandeel)2020%2019%2018%
Benzine-diesel1.25866%1.54181%1.58983%
Hybride1468%1628%1638%
Zero-emissie (elektrisch-waterstof)50226%20611%1669%
Totaal1.9061.9091.918
Brontabel als csv (243 bytes)

Eind 2020 hadden we 500 volledig elektrische auto’s en twee waterstofauto’s in bezit: 26% van het totale wagenpark. Het afgelopen jaar vervingen we 296 auto’s door 100% elektrisch aangedreven auto’s.

Door COVID-19 bleven veel locaties van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en RWS in 2020 dicht. Hierdoor zijn er minder laadpunten geplaatst dan vooraf was ingeschat: 86 in plaats van 350. Bovendien duurde de aanbesteding voor de laadpunten voor eigen panden en de interne besluitvorming langer dan verwacht. 

Wel zijn eind 2020 twee snelladers geplaatst bij ons gebouw aan de Rijnstraat 8 in Den Haag. De laadpunten bij de rijkskantoren worden naar verwachting in 2021 geplaatst. Verder plaatsen we van 2021 tot 2024 laadpunten op verschillende locaties die in eigendom zijn van RWS.

Elektrische dienstauto van IenW wordt opgeladen.
Elektrische dienstauto van IenW aan een van de twee snelladers op Rijnstraat 8 in Den Haag.

Stimuleren gebruik fiets 

Doelstelling 

In 2022 moeten 10% meer collega’s op de fiets naar het werk komen ten opzichte van 2018. De doelstelling gaat hier om relatieve groei. In 2018 kwamen er 21% IenW collega’s op de fiets. Dat moeten er in 2022 23% zijn. Dat betekent een toename van 200 collega’s die fietsen (bij gelijkblijvend aantal werknemers).

Hierbij gaat het om collega’s die minstens één keer per week op de fiets zitten als ze naar werk gaan. Het kan dus gaan om het hele traject of om een fietstocht naar of van een OV-locatie. Deze doelstelling komt voort uit de zogenaamde fietsbelofte: hierin hebben we toegezegd dat we ook onze eigen medewerkers stimuleren om meer met de fiets naar het werk te gaan.

Aanpak 

Voor alle rijksambtenaren zijn hiervoor een aantal zaken geregeld: € 0,20 vergoeding voor woon-werkverkeer per fietskilometer én medewerkers kunnen een deel van de fiets belastingvrij aanschaffen via hun Individueel Keuze Budget (IKB).

In 2020 zijn geen concrete acties uitgevoerd, onder meer omdat medewerkers het grootste deel van het jaar thuiswerkten. Wel zijn belangrijke stappen gezet in de rijksbrede cao. Hier is afgesproken dat werknemers vanaf 1 januari 2021 bij aanschaf van een fiets de eerste € 500,- volledig vergoed krijgen. Ook is het hiervoor in te zetten IKB-bedrag verhoogd naar € 1500,-. 

In de komende jaren worden binnen IenW fietsstimuleringsacties uitgevoerd. Zo worden bij RWS e-bikes en speedpedelecs aangeboden om uit te proberen. Dit gebeurt in combinatie met een stimuleringsprogramma.

Meten van de voortgang

In 2020 brachten we deze cijfers voor het eerst in kaart. 

Resultaat

In 2018 ging 21% van de medewerkers op de fiets naar het werk. In 2020 was dit 18%. De doelstelling van 10% meer collega’s op de fiets wordt dus nog niet behaald. Dit komt vooral omdat medewerkers in 2020 vanwege COVID-19 voornamelijk thuiswerkten.

OV fietsenstalling
OV fietsenstalling.

Stimuleren gebruik openbaar vervoer

Aanpak

We stimuleren reizen met het openbaar vervoer door het ter beschikking stellen van een zogenaamde Shuttel-kaart. Hiermee kunnen medewerkers gebruik maken van het openbaar vervoer en een OV-fiets. Daarnaast kunnen de werknemers van ILT en RWS met die Shuttel-kaart gebruik maken van (elektrische) deelauto’s. Hierdoor kunnen zij het grootste deel van hun reis met het openbaar vervoer afleggen en nemen zij de auto alleen op stukken waar geen OV aanwezig is. 

Resultaat 

Door corona werkten we in 2020 thuis en is er niet gestuurd op het verduurzamen van onze mobiliteit. De plannen blijven ongewijzigd, maar het vooruitzicht is nog onduidelijk. We werken voorlopig thuis en weten nog niet wat daarna gebeurt. 

Minder en duurzamer vliegen

Doelstelling 

Onze internationale ambities zijn hoog, dus de IenW-beleidsterreinen kunnen niet zonder internationale contacten. Het maken van Europese en mondiale afspraken is een belangrijk onderdeel van ons werk. Vliegen voor het werk vloeit voort uit een beleidskeuze. We willen bijdragen aan de mondiale ontwikkeling van wet- en regelgeving en aan afspraken over de uitvoering en kennisontwikkeling op het gebied van lucht- en zeevaart, milieu, klimaatadaptatie, waterbeheer of weg- en spoorvervoer. Fysieke contactmomenten en dienstreizen zijn hierbij onvermijdelijk. Toch stelden we in 2020 een ambitie op om minder en duurzamer te vliegen: we willen in 2025 tenminste 5% minder CO2-uitstoten door vliegreizen ten opzichte van 2019.

Aanpak

Minder vliegen doen we door het faciliteren van teleconferenties, webinars, videoconferences en treinreizen. Duurzamer vliegen doen we door deel te nemen aan het KLM Corporate Biofuel Programma (KLM CBP). De onvermijdelijke uitstoot die overblijft compenseren wij.

Resultaat

In 2020 vlogen we in totaal 2,7 miljoen kilometer. Dit komt overeen met circa 226 retourvluchten naar New York. In 2019 waren dat 1380 retourvluchten. Vergeleken met 2019 zijn er 84% minder vliegkilometers afgelegd en is er 82% minder CO2 uitgestoten door vliegen, als gevolg van COVID-19. 

Vliegreizen

Vliegreizen
Jaartal2020201920182017
Kilometers (x1.000)2.66616.27715.46414.826
Uitstoot in ton CO27924.3273.7043.409
Brontabel als csv (120 bytes)

Door COVID-19 hebben we vaker ICT-toepassingen ingezet voor informatieuitwisseling en kennisdeling. Het is niet de verwachting dat ICT al het internationale overleg kan vervangen. 

Van 2016 tot en met 2019 namen we deel aan het KLM Corporate Biofuel Programma (CBP). In het eerste kwartaal van 2020 zou de hele rijkoverheid toetreden tot KLM CBP, maar door COVID-19 en het wegvallen van een groot deel van de dienstreizen is dit niet gedaan. De daadwerkelijke rijksbrede toetreding is op 1 april in 2021. Het Rijk treedt dan toe tot het KLM Corporate Aviation Fuel Program. 

Bij vliegreizen compenseren we de uitstoot van iedere gevlogen kilometer met Gold Standard certificaten. Van elke reis wordt de CO2-uitstoot berekend. Deze wordt vervolgens volledig gecompenseerd via de ondersteuning van duurzame projecten. Ondanks dat wij alle vliegreizen compenseren met Gold Standard certificaten, boeken wij daar geen reductie van onze CO2-uitstoot voor in. Dat is een voorschrift van de CO2-Prestatieladder.

Dilemma's

Als individuele werkgever is onze invloed beperkt. Een groot deel van de afspraken rondom het reiskostenstelsel gelden voor de hele rijksdienst en/of zijn in de cao vastgelegd. Wijzigingen hierin hebben direct invloed op het reisgedrag. 

Een deel van onze medewerkers (met name bij RWS en ILT) heeft bij zijn functie een auto nodig. Wegwerkzaamheden zijn nu eenmaal lastig te bereiken met het OV. Het gaat hierbij deels om privéauto’s. Als werkgever bemoeien we ons niet met de autokeuze van onze werknemers. Dat heeft als gevolg dat de kilometers met een privéauto relatief veel uitstoot veroorzaken. Dit zijn meestal benzine- of dieselauto’s. 

Medewerkers maken hun eigen keuzes en zijn slechts beperkt beïnvloedbaar. Iemand die ’s ochtends zijn kinderen eerst op school afzet, kiest er soms voor met de auto verder te gaan, ook al is er een goede OV-verbinding. Tijdwinst en comfort zijn daarbij leidende motieven. Ook zijn er technische beperkingen: voor sommige voertuigen zijn (nog) geen elektrische alternatieven beschikbaar.

Conclusie

In 2020 nam de CO2-uitstoot van onze mobiliteit door COVID-19 flink af. Ongeveer 90% van de collega’s werkte vanaf half maart thuis. Er waren ook veel minder vliegreizen. Het verduurzamen van het wagenpark ging ondanks de coronacrisis gewoon door: elektrisch vervoer is inmiddels de norm. Voor de overige mobiliteit ligt een grote uitdaging om de uitstoot structureel te verminderen. Onze keuzes en het reisgedrag moeten hiervoor duurzaam veranderen. We gaan medewerkers de komende jaren nog meer stimuleren om vaker de fiets of de trein te pakken, gebruik te maken van een (elektrische) deelauto en minder te vliegen.

We verwachten dat onze werknemers in 2021 meer gaan reizen als dat weer mogelijk is. Hierbij bestaat op korte termijn de kans dat mensen vanwege het besmettingsgevaar eerder voor de auto kiezen dan voor het OV, met een negatief effect op de uitstoot. We zetten in op deels thuis en deels op kantoor werken. Dit kan uiteindelijk leiden tot een reductie van het aantal dienstreizen.