Foto Wateroverlast in een tunnel (ANP Foto/Ed Oudenaarden)
Het klimaat verandert. Nederland krijgt steeds meer te maken met extreem weer zoals hitte en droogte, maar ook met wateroverlast. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkt daarom aan een klimaatbestendig Nederland. In dit hoofdstuk rapporteren we over onze aanpak en resultaten op het gebied van een klimaatbestendig Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem.
Beleidsverantwoordelijkheid ministerie van IenW
Volgens de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie moet Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn ingericht. Ook moet ons land dan weerbaar zijn voor de gevolgen van extreem weer, zoals wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen. In de herijkte Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie 2021 wordt als doel gesteld dat de stresstesten in 2021 op nationaal niveau zijn afgerond. Daarnaast is ons doel om eind 2023 een realistische ambitie voor klimaatadaptatie te formuleren en deze vast te leggen in beleid en toezicht.
Nationale uitvoeringsverantwoordelijkheid
IenW verantwoordt de nationale uitvoering van klimaatadaptatie in de jaarverantwoording. Daarnaast informeert het kabinet de Tweede Kamer op Prinsjesdag via het nationaal Deltaprogramma over de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.
Aanpak
Om aan de doelstellingen voor een klimaatbestendig Nederland in 2050 te voldoen, hebben we met betrekking tot de netwerken die onder onze directe verantwoordelijkheid vallen het programma Klimaatbestendige Netwerken (KBN) opgezet. Dit programma wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat (RWS) en ProRail. Dit verslag rapporteert over de uitvoering van RWS. Het KBN-programma omvat stresstesten, risicodialogen en een uitvoeringsagenda voor de drie netwerken in het beheer van RWS: het Hoofdwegennet (HWN), Hoofdvaarwegennet (HVWN) en het Hoofdwatersysteem (HWS).
Om klimaatbestendig en waterrobuust te kunnen handelen, moeten eerst de gevolgen van hitte, droogte, overstromingen en wateroverlast voor het HWN, HWS en HVWN duidelijk zijn. Hiervoor voeren we in 2019, 2020 en 2021 stresstesten uit. De informatie uit deze testen wordt gebruikt voor risicodialogen met interne en externe partijen. Deze dialogen worden gevoerd in 2020 en 2021. De uitkomsten van deze dialogen vormen weer de basis voor een uitvoeringsagenda die in 2021 wordt opgeleverd.
Stresstesten en risicodialogen
In de stresstesten en risicodialogen is aandacht voor de afweging van risico's, kansen en eventuele maatregelen. Ook vormen we met deze instrumenten een beeld van de klimaatbestendigheid en gevoeligheid voor klimaatverandering van de netwerken. Daarbij kijken we naar maatschappelijke en economische schade.
In de stresstesten wordt specifiek gekeken naar de gevoeligheid van de netwerken voor klimaatverandering: hitte, droogte, overstromingen en wateroverlast door regen. Deze gegevens en kwetsbaarheden brengt RWS vervolgens in kaart in een Klimaateffectatlas (RWS KEA). Hiermee hebben we beter zicht op de impact van bijvoorbeeld regionale overstromingen op het HWN en kunnen we gerichtere maatregelen bedenken. De stresstesten worden elke vijf of zes jaar herhaald.
Resultaten
Er zijn geen indicatoren bepaald om te toetsen in hoeverre we het voor 2050 gestelde doel of tussendoelen gaan halen. Daarom beschrijven we hier vooral de voortgang van het programma KBN. Dit verloopt volgens planning. De resultaten van afgeronde stresstesten zijn verwerkt in de RWS KEA, de eerste risicodialogen zijn uitgevoerd en de eerste stappen naar de uitvoeringsagenda zijn gezet. Voor het programma is veel afstemming nodig met externe partijen. Door COVID-19 was het opstarten en voeren van risicodialogen ingewikkelder. Uiteindelijk kozen we om alle 18 dialogen voor HWN, HWS en HVWN digitaal te voeren. Hierdoor liep het programma geen vertraging op.
Resultaten voor het HWN
Voor het HWN gebruikten we 2020 om de stresstest te verifiëren en te valideren. Daarvoor voerden we interne risicodialogen en begonnen we met de externe risicodialogen. Ook stelden we een maatregelenlijst op en is een eerste aanzet gemaakt voor een uitvoeringsagenda. Deze agenda geeft op basis van de stresstestresultaten het ambitieniveau en een eerste beeld van klimaatadaptatiemaatregelen weer. Het concept wordt gedurende het traject aangepast naar aanleiding van aanvullende informatie uit toekomstige stresstesten en risicodialogen. De ambities voor de uitvoeringsagenda komen voort uit een afweegkader klimaatadaptatie. Dit kader is naar verwachting eind 2021 op hoofdlijnen gereed.
In 2020 stelden we infobladen op om het doel en voorbeelden van klimaatadaptatie concreet te maken. In deze infobladen beschrijven we per klimaatthema, zoals droogte, wateroverlast, overstroming, de belangrijkste effecten en risico's op het HWN. De effecten zijn bijvoorbeeld het moeten afsluiten van de weg vanwege bermbranden door droogte, een overstroming door het overlopen van rivieren, of het niet kunnen sluiten van bruggen door hitte. Bij elk infoblad zijn verschillende casussen genoemd, zoals de bermbrand op de A27 bij Eemnes in 2017 of de Spijkenisserbrug die in 2019 door hitte uitzette en niet meer open kon.
Ook keken we of het mogelijk is om klimaatadaptatie op te nemen in de systematiek van de maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s), zoals die bij projecten in het MIRT wordt gebruikt. Dit is in 2020 bij het project A4 Burgerveen-N14 als pilot getoetst. Uit deze pilot bleek bijvoorbeeld dat de Wegwijzer Klimaatadaptatie inzicht gaf in de klimaateffecten voor dit project. Maar ook werd duidelijk dat het opnemen van klimaatadaptatie in de systematiek van de MKBA niet een-op-een kan. Dit is afhankelijk van de grootte en complexiteit van projecten.
Resultaten voor het HWS en HVWN
Voor het HWS voerden we in 2020 een kwalitatieve stresstest uit. Op basis van deze test voeren we in 2021 risicodialogen. Tijdens deze risicodialogen bepalen we welke maatregelen mogelijk zijn en kijken we naar samenloopkansen met reeds lopende trajecten. Zo weten we wat we eind 2021 kunnen opnemen in de uitvoeringsagenda.
Voor het HVWN is de stresstest opgedeeld in verschillende onderdelen. De belangrijkste bedreiging van droogte op de Maas- en Rijntakken is in 2020 onderzocht in het eerste deel van de stresstest. Momenteel lopen nog andere onderdelen van de stresstest. Deze worden in 2021 afgerond. Verder zijn de risicodialogen nog in volle gang en wordt gewerkt om de maatregelen voor het HVWN op te nemen in de uitvoeringsagenda.
Dilemma's
Het laten landen van klimaatadaptatie in de reguliere processen van aanleg, vervanging & renovatie en beheer & onderhoud is en blijft de uitdaging. Deze processen zijn complex, er is niet altijd budget beschikbaar en we nemen klimaatadaptatie nog niet vanzelfsprekend mee in de scope. Bovendien is het programma Klimaatbestendige Netwerken nog in volle gang en is er nog geen vastgesteld afwegingskader klimaatadaptatie.
Conclusie
De voortgang van het programma Klimaatbestendige Netwerken ligt op koers. Het uitvoeren van stresstesten voor het HWS en het HVWN kwam verder op stoom, de risicodialogen voor HWN zijn voortgezet en voor de andere netwerken gestart.
Natuurlijk zijn er nog uitdagingen. Er is nog veel werk te verzetten voordat klimaatadaptatie voldoende wordt meegenomen in de uitvoering van projecten op onze netwerken. Daarnaast is het uitvoeren van een stresstest een ingewikkeld proces en moeten we nog stappen zetten om klimaatadaptatie meetbaar te maken. Hiermee krijgen we inzicht of we het voor 2050 gestelde doel gaan halen en kunnen we tussendoelen benoemen.
Hoewel het moeilijk is om klimaatadaptatie te verankeren in de organisatie, verbeterde in 2020 de communicatie tussen landelijke beleidsafdelingen en de verschillende regio’s. Dit kwam onder meer door het voeren van risicodialogen. Klimaatadaptatie staat bij onszelf en onze samenwerkingspartners meer dan ooit op het netvlies. We zien dat ook gemeenten en provincies steeds verder zijn in het proces van stresstesten-risicodialogen-uitvoeringsagenda.
De gevolgen van klimaatadaptatie worden steeds duidelijker. Sommige effecten, zoals wateroverlast door hevige regenbuien, zijn redelijk concreet en goed te berekenen. In voorgaande jaren zijn de richtlijnen voor het hemelwaterafvoer al aangepast aan de verwachte regenbuien in de toekomst. Voor andere onderdelen is echter meer tijd en onderzoek nodig.