Foto Vispassage bij het stuw- en sluizencomplex Lith.
Op, in en langs onze infrastructuur leven veel verschillende planten en dieren. Een grote variatie aan planten en dieren in gezonde ecosystemen is belangrijk voor het duurzame voortbestaan van het leven op onze planeet. In dit hoofdstuk rapporteren we over onze aanpak en resultaten op het gebied van behoud en herstel van de biodiversiteit.
Beleidsverantwoordelijkheid ministerie van LNV
De bescherming van natuur en biodiversiteit is ingebed in (inter)nationale afspraken. Op 20 mei 2020 is de EU Biodiversity Strategy 2030 gelanceerd onder de titel “Bringing nature back into our lives”. In deze strategie staat de ambitie om het biodiversiteitsverlies om te draaien en in 2030 30% van de oppervlakte van land en zee in Europa als natuur te beschermen. Op nationaal niveau is de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn verankerd in de Wet natuurbescherming (Wn), waarin ook het beschermingsregime van Natura 2000 is opgenomen.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) richt zich met zijn natuurbeleid op het behouden en versterken van de Nederlandse natuur. Daaronder valt ook het behoud van de verschillende plant- en diersoorten (biodiversiteit). Jaarlijks verantwoordt het ministerie van LNV de nationale uitvoering van biodiversiteit in de LNV-jaarverantwoording.
Doelstelling
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voert Europese en nationale regelgeving rond biodiversiteit uit. Het ministerie heeft zelf nog geen concreet doel voor biodiversiteitsherstel vastgesteld.
Aanpak
IenW heeft een belangrijke rol als beheerder van 24 Natura2000-gebieden, waaronder de Noordzee, het IJsselmeer, de Deltawateren en de Waddenzee. Ook met de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) dragen we bij aan het behoud en herstel van biodiversiteit in deze wateren. Voor de activiteiten langs het Hoofdwegennet (HWN) en de kanalen is de Wet Natuurbescherming het uitgangspunt. In 2020 begonnen we met het opstellen van de areaalstrategie. Deze strategie moet antwoord gaan geven op de vraag: voor welke maatschappelijke opgaven kunnen we het beheergebied inzetten? Hierbij kozen we voor een actieve rol op het gebied van biodiversiteit.
In 2020 hebben we vooral ingezet op interne en externe samenwerking. Zo deed Rijkswaterstaat (RWS) een voorstel voor maatregelen om de biodiversiteit te herstellen in groen- en waterbeheer (aanpak biodiversiteitsherstel). Denk hierbij aan aangepast maaibeheer, het toekomstbestendig maken van faunapassages, het verbeteren van groenonderhoud en samenwerken met andere partijen zoals ProRail. Daarbij houden we rekening met beschermde natuur en nemen we indien nodig compenserende maatregelen of maatregelen die schadelijke effecten zoveel mogelijk beperken:
- Bij het beheer en onderhoud van de rijkswateren en de oevers en dijken langs deze wateren leggen we onder meer natuurvriendelijke oevers en nevengeulen aan (KRW).
- Bij het beheer, onderhoud en de reconstructie van wegbermen, kanaaltaluds en kunstwerken richten we ons vooral op de wettelijk beschermde soorten (faunapassages).
- Bij het groenbeheer maken we de technische- en verkeersfuncties én de natuurfunctie van de bermen mogelijk.
Bij al deze maatregelen sluiten we zo goed mogelijk aan bij de initiatieven van het ministerie van LNV en andere partijen.
Meten van de voortgang
Voor herstel van biodiversiteit op het HWS zijn nog geen doelstellingen en overkoepelende indicatoren afgesproken. We monitoren op het HWS de trends in de natuurkwaliteit aan de hand van lopende meetnetten, monitoringsprogramma’s, tellingen (vogelpopulaties) en twee indicatoren (leefgebied voor planten en dieren en natuurlijke vismigratieroutes).
Al deze resultaten kun je niet zomaar bij elkaar optellen tot een algemene conclusie over biodiversiteit. We moeten rekening houden met relaties tussen omgevingsfactoren en soort(groep)en. Daarom ontbreekt het overzicht op de trends in biodiversiteit in de grote wateren. RWS rapporteert wel jaarlijks over de resultaten voor de KRW en ontwikkelt in PAGW samen met partners een dashboard biodiversiteit voor de grote wateren.
Ook voor de droge beheergebieden HWN en HVWN zijn ook nog geen specifieke biodiversiteitsdoelstellingen en prestatie-indicatoren afgesproken. Wel volgen we de ontwikkeling van de flora in de wegbermen in het Meetnet bermflora. RWS startte in 2020 met de ontwikkeling van een Natuurwaardenkaart voor de bermen en een meetlat voor de biodiversiteit in het droge beheergebied. Deze kaart wordt gebaseerd op een pilot monitoring met behulp van de Natuurpuntencalculator. De Natuurwaardenkaart is belangrijk om goede afwegingen te kunnen maken voor de toekomstige functies in de bermen in relatie tot andere duurzame activiteiten, zoals klimaatadaptieve maatregelen en het opwekken van hernieuwbare energie.
Resultaten
Het is op dit moment niet zeker dat we alle KRW- en Natura2000-doelen halen. Dat blijkt uit de beschikbare monitoringsresultaten van de rijkswateren. De kustbroedvogelpopulatie en het aantal soorten vogels in bepaalde watergebieden nemen af. Met de PAGW en een wettelijk verplichte update van Natura2000-beheerplannen willen we deze achteruitgang keren. De capaciteit om die plannen te updaten ontbreekt alleen nog.
Voorbeeld van het keren van de achteruitgang is het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen. Dit gebeurde in 2020 al voor de 1000ste keer. Hiermee trokken 23 vissoorten vanuit zee richting het Haringvliet. Andere voorbeelden die de achteruitgang moeten tegengaan zijn de aanleg van twee extra eilanden in de Marker Wadden, de vismigratierivier bij de Afsluitdijk en slibinvang in de Eems Dollard. De resultaten van het Meetnet Bermflora over 2020 tonen ook een neergaande trend. Deze neergaande trend rapporteerden we al in het Duurzaamheidsverslag van 2019.
Pilot beheer en inzaaien bloemrijke dijken
In de periode 2017 – 2020 voerden we een pilot uit in de bermen van het Amsterdam-Rijnkanaal. Uit het onderzoek bleek dat een zorgvuldige uitvoering van het vegetatiebeheer (het afvoeren van alle maaisel en binnen de aangegeven tijden maaien) een hogere biodiversiteit oplevert, waaronder een hoger aantal plantensoorten en een groter aandeel bloeiende kruiden ten opzichte van grassen. Daarnaast was er een intensievere doorworteling van de bovenste bodemlaag. Dit leidt tot een betere erosiebestendigheid. Verder bleek dat bijzaaien van plantenzaden in de bestaande vegetatie al na drie jaar zorgt voor een hoger aantal plantensoorten.
Vleermuisvriendelijke lampen op de Haringvlietbrug
Op de Haringvlietbrug is in 2020 vleermuisvriendelijke verlichting aangebracht. Vleermuizen zijn beschermde diersoorten die graag van A naar B willen. In deze omgeving vliegen ze onder de Haringvlietbrug door en trekken ze heen en weer van hun verblijfplaatsen naar foerageergebieden. Vleermuizen zijn gevoelig voor blauw en ultraviolet licht en hebben dus last van normale straatverlichting. Daarom zijn drie lantarenpalen met roodkleurig licht aan de zuidkant met vleermuisverlichting geplaatst. Zo voorkomen we dat we de leefomgeving van de vleermuis verstoren.
Dilemma’s
Het in stand houden en herstellen van biodiversiteit is een urgent probleem. We hebben een wettelijke taak om Natura2000-doelstellingen te halen en gebieden te beheren, maar er is te weinig capaciteit om het beheer van de netwerken op dit thema op orde te krijgen. Dat vraagt keuzes over de inzet van middelen en verdeling van budgetten.
Daarnaast is er veel ruimtedruk op het water en de bermen. Verschillende maatschappelijke opgaven en duurzame activiteiten naast biodiversiteit (zoals energietransitie en klimaatadaptatie) zoeken naar ruimte op ons beheergebied. Hiervoor ontwikkelen we een areaalstrategie.
We willen graag overkoepelende indicatoren die iets over de stand van biodiversiteit op ons beheergebied zeggen. Dit is lastig bij gebrek aan een overkoepelende doelstelling. Voor het formuleren van een doelstelling ontbreekt een referentie. Daarnaast zijn landelijke tellingen niet zomaar door te vertalen naar resultaten op ons beheergebied. In andere gebieden worden tellingen bovendien vaak uitgevoerd door vrijwilligers. Dat is op ons beheergebied vaak niet mogelijk, omdat dit bijvoorbeeld naast de snelweg ligt. In de aanpak biodiversiteitsherstel is een voorstel gedaan om de stand van zaken op het gebied van biodiversiteit beter meetbaar te maken.
Conclusie
Helaas blijven natuurwaarden achteruitgaan en hebben we beperkt zicht op daadwerkelijke verbeteringen op ons beheergebied. In 2020 hebben we vooral ingezet op visie- en besluitvorming en interne en externe samenwerking, zoals het voorstel voor de aanpak van biodiversiteitsherstel. In 2021 stellen we een implementatieplan op.
‘Maak biodiversiteit leidend in alle duurzaamheidsopgaven’
De biodiversiteit in Nederland staat steeds meer onder druk. En dat doet pijn bij Louise Vet, ecoloog en voorzitter van het Deltaplan Biodiversiteit. Bij het herstellen van de biodiversiteit is volgens haar een cruciale rol weggelegd voor het ministerie van IenW.
‘Het verlies van biodiversiteit in Nederland maakt me soms wat depressief. Toch zie ik ook veel mooie kansen als we samen de goede keuzes maken. Alleen dan kunnen we het biodiversiteitsverlies ombuigen naar herstel.’
Duurzaam grondgebruik
‘Alles draait uiteindelijk om duurzaam grondgebruik. De grond en wateren van IenW spelen daar natuurlijk een belangrijke rol in. Het ministerie is weliswaar ontzettend betrokken bij het Deltaplan Biodiversiteit, maar tot mijn schande nog geen officiële partner. Daar moeten we binnenkort met elkaar over in gesprek. Onze ambities zijn namelijk groot. We kunnen simpelweg niet meer los van elkaar aan onze klimaat- en natuuropgaven werken.’
Natuurlijke oplossing
‘Je kunt zóveel bereiken met natuur. Zo ontstaat op de Marker Wadden nu een prachtig natuurgebied met een volledig nieuw ecosysteem. Biodiversiteit is voor veel duurzaamheidsopgaven een geweldige oplossing. Het verbindt alle uitdagingen met elkaar. Zo zijn in het programma Ruimte voor de Rivier de rivieren veiliger gemaakt én is fantastische biodiversiteit gecreëerd. Dát is de toekomst van het grondgebruik in Nederland. Om dit voor elkaar te krijgen moeten we echter uit onze eigen bubbel stappen en samen op zoek naar integrale, creatieve oplossingen. Met respect voor elkaars belangen.’
Biodiversiteit als leidend principe
‘Mijn boodschap aan IenW: maak biodiversiteit en natuur leidend in al jullie duurzaamheidsopgaven. Anders gaan jullie je doelstellingen niet halen. Ik heb de indruk dat IenW zich dat steeds beter realiseert. Als wij met elkaar van duurzaam grondgebruik en biodiversiteit leidende principes maken, dan is Nederland met haar schaarse grond bovendien een fantastisch voorbeeld voor andere landen.’