Foto Droogte in de rivier de Waal tussen Doornenburg en Nijmegen

Het klimaat verandert. Nederland krijgt steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden, zoals hitte, droogte en wateroverlast. Die extreme weersomstandigheden kunnen een gevaar vormen voor de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) draagt bij aan het klimaatbestendig maken van Nederland.

De gevolgen van klimaatverandering manifesteren zich steeds vaker en met grote impact. Recente voorbeelden uit eigen land zoals de droogte van het afgelopen jaar, illustreren dit. In het Deltaprogramma staat hoe we klimaatadaptatie aanpakken voor heel Nederland. In dit hoofdstuk rapporteren we over onze aanpak en resultaten op het gebied van een klimaatbestendig hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en hoofdwatersysteem.

'We moeten een antwoord vinden op de stijgende zeespiegel, hoge en lage waterstanden in rivieren, toenemende bodemdaling en verzilting'

Het risico dat we deze netwerken vanwege extreem weer niet optimaal kunnen gebruiken, willen wij zoveel mogelijk voorkomen. Zonder extra inzet en aandacht voor klimaatadaptatie zullen onze netwerken minder betrouwbaar worden. We moeten een antwoord vinden op de stijgende zeespiegel, hoge en lage waterstanden in rivieren, toenemende bodemdaling en verzilting. En bijvoorbeeld onze wegen, bruggen en dijken beschermen tegen clusterbuien, extreme hitte en langdurige droogte.

Rol, doelstelling en aanpak IenW

Het doel van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is dat alle overheden in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Een doel van de herijkte Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie 2021 is om eind 2023 een ambitie voor klimaatadaptatie te formuleren en deze vast te leggen in beleid.

De nadruk ligt de komende jaren op 3 opgaven:

  1. We reserveren de benodigde ruimte om de effecten van klimaatverandering te kunnen opvangen. Dit doen we met een systeemgerichte blik op dit vraagstuk vanuit het water- en bodemsysteem. Hierbij zijn water en bodem sturend.
  2. We houden in de opdrachtverlening en uitvoering rekening met klimaatverandering.
  3. We hebben de juiste kennis en tools om hiernaar te handelen.

De komende jaren werken we aan deze opgaven. Hierbij maken we gebruik van de kennis die we al eerder hebben opgedaan in verschillende onderzoeken. In het kader ‘Stresstesten en risicodialogen’ lees je hierover meer.

Stresstesten en risicodialogen

In de periode 2019-2022 voerden we stresstesten uit voor het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Stresstesten zijn onderzoeken naar de stabiliteit van de netwerken bij hitte, droogte, overstromingen en wateroverlast door regen. In die testen kijken we waar in zulke situaties een probleem ontstaat met de bereikbaarheid of de veiligheid. Deze informatie gebruiken we voor risicodialogen; hoe érg is het dat dit gebied niet bereikbaar is bij extreem weer? We kijken daarbij naar maatschappelijke en economische schade. De gegevens en kwetsbaarheden die uit stresstesten komen, brengen we in kaart in een Klimaateffectatlas. Hiermee krijgen we beter zicht op de gevoeligheden van de netwerken, stellen we ‘hotspots’ vast en kunnen we verdere risicoanalyses uitvoeren en maatregelen treffen. Bij het komen tot die maatregelen is het belangrijk dat we de werkprocessen voor beheer en onderhoud, vervanging en renovatie, en aanleg in samenhang bekijken. We herhalen de stresstesten elke 5 tot 6 jaar.

Concrete resultaten 2022
Concrete resultaten hoofdwegennet

Inzicht in haalbaarheid maatregelen
Voor het hoofdwegennet hebben we in 2022 flink geïnvesteerd in kennis. Met stresstesten en risicodialogen (zie bovenstaande kader) onderzochten we de gevolgen van klimaatdreigingen. Daarnaast onderzochten we hoe we de gevolgen van klimaatdreigingen kunnen beperken en wat de economische haalbaarheid van die maatregelen is. Aan de hand van die kennis hebben we 2 handelingsperspectieven opgesteld. We behandelen hierin plasvorming door extreme neerslag op wegen, en de instabiliteit en erosie van wegtaluds.
 

Internationale kennisdeling
Onze inzet op klimaatadaptatie in het hoofdwegennet heeft een groot internationaal aspect. Zo deelden we in 2022 onze lessons learned met andere landen. Dat deden we via de Global Center of Adaptation tijdens de Klimaatconferentie in Egypte. Aanwezigen reageerden hier positief op. Het Global Center on Adaptation stimuleert de aanpak voor stresstesten internationaal en een aantal landen in Afrika en Azië passen hem al toe.

'De zomer van 2022 was uitzonderlijk warm en droog en had grote overeenkomsten met toekomstige klimaatscenario’s'

Concrete resultaten hoofdvaarwegennet

2 nieuwe stresstesten op het hoofdvaarwegennet
De zomer van 2022 was uitzonderlijk warm en droog en had grote overeenkomsten met toekomstige klimaatscenario’s. Met behulp van die praktijkervaringen konden we resultaten uit eerdere stresstesten op het hoofdvaarwegennet valideren en aanscherpen. Met name over waterstanden die horen bij extreem lage rivierafvoeren hebben we veel zekerheid gekregen. Met die gevalideerde en aangescherpte resultaten konden we snel en nauwkeurig de gevolgen voor kosten en bereikbaarheid in de droge zomer voorspellen.

We hebben in 2022 2 nieuwe stresstesten uitgevoerd. Een daarvan spitste zich toe op de gevolgen van extreem weer, zoals extreme buien, mist, windstoten en extreme vorst voor de scheepvaart. In een andere stresstest toetsten we de stabiliteit en operatie van kunstwerken bij extreme situaties als zeer lage en zeer hoge waterstanden.

Onderzoek laagste rivierstand Rijn
Nederland heeft met de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) afspraken gemaakt over de bevaarbaarheid van de Rijn: bij een vastgestelde ‘Overeengekomen Laagste Rivierstand’ moet een minimale vaardiepte voor de scheepvaart worden gegarandeerd. In 2022 hebben we een eerste onderzoek gedaan naar in hoeverre deze afspraken bij sterke klimaatverandering houdbaar zijn op lange termijn.

Aandacht voor samenhang
De grootste klimaatdreiging voor de Nederlandse scheepvaart is een lage rivierwaterstand door droogte. Om deze dreiging aan te pakken zijn fundamentele ingrepen in het vaarweg- en rivierensysteem nodig. En die ingrepen kun je niet doen zonder te werken in samenhang tussen klimaatadaptatie voor vaarwegen en andere grote opgaven. Met name bodemerosie op de rivieren heeft bijvoorbeeld grote invloed op de beschikbare vaardiepte. Daarom zijn de keuzes voor de toekomstige rivierbodemligging in het bijzonder belangrijk voor de klimaatdreiging droogte.

In 2022 hebben we veel aandacht besteed aan integraal handelen. Zo onderzochten we hoe we de droogte met een integrale aanpak kunnen aanpakken. Het resultaat: een samenhangende aanpak waarin we deze opgave combineren met de opgaven voor onder meer hoogwaterveiligheid, zoetwaterverdeling en natuur. Een samenwerking zoals we die nastreven met Integraal Riviermanagement.

Concrete resultaten hoofdwatersysteem

Vervolgonderzoeken 5 kwetsbare gebieden
In een eerdere stresstest signaleerden we dat het hoofdwatersysteem op 5 plekken erg kwetsbaar is voor klimaatextremen. Voor deze locaties hebben we afgelopen jaar verder onderzocht:

  1. welke maatregelen we kunnen treffen om wateroverlast tegen te gaan in de Noord-Brabantse kanalen;
  2. wat de effecten zijn van droogte op de Grensmaas;
  3. wat er in de regio van het Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaal gebeurt aan klimaatbestendig waterbeheer;
  4. welke invloed het verbreden van de monding van het Amsterdam-Rijnkanaal heeft op de verzilting en zoetwaterbehoefte;
  5. welke maatregelen tegen droogte en verzilting we kunnen treffen in het kanaal Gent-Terneuzen (bijdrage aan internationaal onderzoek met Vlaanderen).

Doorontwikkeling methodiek stresstesten
De eerste stresstesten naar de dreigingen voor het hoofdwatersysteem waren erg verschillend. In 2022 werkten we daarom aan een uniforme stresstestmethode voor droogte, hitte, wateroverlast en gevolgen van overstromingen. We hebben op een rij gezet welke lopende onderzoeken van belang zijn vanuit het Deltaprogramma Zoet Water, de Programmatische Aanpak Grote Wateren, Beleidstafel wateroverlast en Kennisprogramma Natte Kunstwerken. We werkten hierin samen met kennisinstituut Deltares en het kennisprogramma Natte Kunstwerken.