Een prettige leefomgeving ontwikkel je samen
Samen met boeren en bedrijven uit de omgeving nadenken over slimmere vervanging van de bruggen over de Twentekanalen. Of de Zonneroute A37 waar we onderzoeken of grootschalige opwek van zonne-energie mogelijk is. Dit zijn voorbeelden hoe Rijkswaterstaat in 2017 met duurzame gebiedsontwikkeling heeft gewerkt aan een prettige leefomgeving.
Duurzame gebiedsontwikkeling betekent dat we voor de (her)inrichting van een gebied eerst praten met partners als gemeenten, bedrijven en bewoners. Wat willen we met dit gebied, waar willen we het voor gebruiken? Daarna combineren we gebruiksfuncties en geven we ruimte aan duurzame initiatieven.
Een voorbeeld is het project IJsseldelta–Reevediep/Reevesluis. De aanleg van het nieuwe Reevediep combineert hoogwaterbescherming, natuur en recreatie. Ook bevat het project veel duurzame initiatieven.
“We hebben onze stinkende best gedaan om een duurzame inhaalslag te plegen”
Cor Beekmans, projectmanager IJsseldelta/Reevesluis
“Een circulair bedieningsgebouw, een “betonarm” ontwerp van de sluiskolk, een energiebesparend koelingssysteem…” Projectmanager Cor Beekmans somt de duurzame aspecten op van de nieuwe Reevesluis, onderdeel van de gebiedsontwikkeling IJsseldelta. “De duurzaamheidsaspecten zijn pas later aan het project toegevoegd, maar we hebben onze stinkende best gedaan om een inhaalslag te plegen.”
De gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta bestaat uit een rivierverruiming, gecombineerd met 350 hectare nieuwe deltanatuur en mogelijkheden voor varen, fietsen, wandelen, vissen en struinen. Middelpunt van de gebiedsontwikkeling die al ruim 10 jaar loopt, is het Reevediep. Deze nieuwe geul tussen de IJssel en het Drontermeer beschermt de regio tot aan voorbij Zwolle en omgeving tegen overstromingen. Het Reevediep is naar verwachting in 2018 klaar. Rijkswaterstaat is partner sinds 2014. We zijn in november 2017 gestart met de bouw van een nieuw sluiscomplex.
Circulair bedieningsgebouw
“Het bedieningsgebouw wordt zo gebouwd dat je het eenvoudig kunt afbreken en elders weer kunt opbouwen, bijvoorbeeld als kleinschalig horecagebouw. De kans is namelijk groot dat Rijkswaterstaat binnen 10 jaar voor deze sluis overstapt op bediening op afstand. Met dit circulaire ontwerp voorkomen we dat het gebouw dan leeg komt te staan.”
200 heipalen bespaard
“Met de sluiskolk besparen we veel beton. Aannemer Van Hattem en Blankevoort heeft op eigen initiatief een ontwerp gemaakt voor een schutkolk die lek is [geen betonnen bodem bevat, red.]. Dit scheelt 200 heipalen, wat een forse CO2-uitsparing van ongeveer 90.000 kg oplevert. Het sluiscomplex wordt bovendien energieneutraal met een energiebesparend openkoelingssysteem, een stand-byknop en mogelijk zonne-energie.”
Pluim
“De opdracht [van IenW, red.] om duurzame kansen te onderzoeken, kwam pas nadat het ontwerp al klaar was. Daar hebben we vervolgens onze stinkende best voor gedaan. In die zin is het nog geen duurzame gebiedsontwikkeling optima forma, waarbij duurzame kansen al vanaf het begin onderdeel van het project worden. Maar het is wel een hele mooie inhaalslag en leerervaring. Het ontwerp van het bedieningsgebouw bijvoorbeeld is echt een toonbeeld van circulariteit. Hiervoor hebben we ook een pluim gekregen van onze opdrachtgever.”
Brede blik
Rijkswaterstaat werkt al veel samen met de omgeving als we een project uitvoeren. Maar we hebben nog veel te leren om het werk echt vanuit een gebiedsopgave te benaderen. Neem een fileprobleem. Door deze bereikbaarheidsopgave samen met gebiedspartners breder te benaderen, kom je misschien wel uit op een snelfietsverbinding of een betere ov-verbinding, in plaats van een wegverbreding.
Eerder en proactiever in gesprek
Deze werkwijze is nog geen gemeengoed. We leren stapsgewijs, in projecten, om eerder en proactiever in gesprek te gaan met gebiedspartners. In zo’n gebiedsproces kan Rijkswaterstaat verschillende rollen hebben en elke rol kent zijn ambities en uitdagingen.
Rijkswaterstaat als gebiedspartner
In deze rol moeten we meer openstaan voor andere (duurzame) ideeën. Het betekent ook: vaker aansluiten bij de visie van andere grondeigenaren, zoals provincies, gemeenten en waterschappen. Deze aanpak past bij het gedachtegoed van de Omgevingswet. Onze ambitie is om de komende jaren actief mee te doen met een aantal omgevingsvisies en gebiedsagenda’s.
Bruggen Twentekanalen slimmer vervangen
Een deel van de 28 bruggen over de Twentekanalen is op termijn aan vervanging toe. Maar past deze vervangingsopgave wel bij het gebied? Kan het ook anders? Hiervoor is Rijkswaterstaat in 2017 als gebiedspartner een gebiedsproces gestart.
We werken samen met boeren en bedrijven uit de omgeving om te onderzoeken welke kansen de vervangingsopgave van de bruggen met zich meebrengt. Tijdens één van de bijeenkomsten kwam bijvoorbeeld naar voren dat veel boeren in het gebied aan beide kanten van het kanaal grond bezitten. Via kavelruil zou het landbouwverkeer van de bruggen beperkt kunnen worden.
Rijkswaterstaat als uitvoerder
Rijkswaterstaat is een grote opdrachtgever in de sector grond-, weg- en waterbouw en kan een forse bijdrage leveren aan verantwoord grondstoffengebruik en CO2-reductie. Denk aan circulair materiaalgebruik of energiebesparing. Door deze uitvoeringsaspecten vroegtijdig in het gebiedsproces in te brengen, kunnen duurzame kansen benut worden.
We stimuleren aannemers om duurzaam te werken. Dit aspect is steeds vaker een criterium bij aanbestedingen. Onze ambitie is dat duurzaamheid in 2020 in álle contracten met marktpartijen een plek heeft.
Rijkswaterstaat als beheerder
Als Rijkswaterstaat beheren wij grote gebieden in Nederland, die we beschikbaar willen stellen voor bijvoorbeeld exploitanten van zonne- of windenergie of waterkracht. Dit gastheerschap is nog relatief nieuw voor ons. Uitdagingen zijn: welke initiatieven zijn de moeite waard en passen bij het gebied? Met welke partij ga je in zee? Wat betekent dit voor ons beheer? De ambitie is om de komende jaren overzicht te krijgen. En ervoor te zorgen dat we initiatieven sneller en duidelijker kunnen afwegen en ondersteunen bij de uitvoering.
Gastheer voor Zonneroute A37
Hoe kunnen we met de omgeving van de Drentse A37 bermen langs de 40 km lange A37 benutten voor de opwekking van zonne-energie? Dit onderzoeken de gemeentes Coevorden, Emmen, Hoogeveen, netwerkbedrijf Enexis Groep en netbeheerder Rendo, de provincie Drenthe en Rijkswaterstaat. Ze ondertekenden in november 2017 tijdens de Klimaattop Noord-Nederland een intentieverklaring.
Zonneroutes of solar highways zijn een interessante maatregel voor CO2-reductie omdat ze op grote schaal toepasbaar zijn. Ze kunnen de snelweg energieneutraal maken en tegelijkertijd omringende huishoudens van groene stroom voorzien. De rol van Rijkswaterstaat als beheerder is vooral dat wij als ons beheergebied als een gastheer beschikbaar kunnen stellen.
Stakeholder aan het woord
“Best bijzonder dat Rijkswaterstaat zich ontpopt tot initiatiefnemer”
Paulien Kooistra, adviseur Energie en ruimte bij de provincie Drenthe vindt het best bijzonder dat Rijkswaterstaat zich ontpopt tot initiatiefnemer van duurzame energieprojecten, zoals de Zonneroute A37. “De energietransitie vraagt erom.”
De provincie Drenthe heeft de ambitie dat in 2030 40% van de energieproductie hernieuwbaar is. Voor 2023 is de doelstelling 16%. “We kunnen dat niet alleen”, benadrukt Paulien Kooistra, adviseur Energie en ruimte bij de provincie. De provincie was dan ook meteen geïnteresseerd in het plan van Rijkswaterstaat voor een zonneroute.
Effecten onderzoeken
“De effecten gaan we goed onderzoeken, samen met de omgeving. Daarbij geldt dat voor de provincie een goede landschappelijke inpassing belangrijk is. Tegelijkertijd hebben we ook een energiedoelstelling te behalen. Onze verantwoordelijkheid strekt verder dan het afgeven van een vergunning. We zullen ons flexibel moeten opstellen.”
Plannen combineren
Duurzame energie opwekken kost ruimte. Daarom is het de uitdaging slim om te gaan met de beschikbare grond in Nederland, aldus Paulien. “We zijn nu aan het inventariseren of er nog meer plannen voor de omgeving zijn die we slim kunnen combineren? Denk aan het benutten van de knooppunten van de A37 om panelen te plaatsen of plannen voor zonnepanelen op aangrenzende akkers.”
Draagvlak
De provincie vindt draagvlak heel belangrijk en wil alle stakeholders vroegtijdig betrekken. Zelfs co-creatie, het gezamenlijk maken van plannen op basis van gedeeld eigenaarschap, behoort tot de mogelijkheden.
Wat er tegen zonnepanelen langs de weg kan zijn? Paulien: “Je zou kunnen denken aan mogelijke schittering, een andere blik op het landschap, eventuele gevaren, minder licht op de ondergrond… Het is in elk geval belangrijk daar goed over te communiceren.”
Eigen inbreng
De samenwerking loopt tot dusver soepel, vertelt de adviseur. “We komen regelmatig bijeen. Iedereen heeft zijn eigen inbreng. De netbeheerders stellen bijvoorbeeld voorwaarden aan de aansluitpunten en kijken waar het net verzwaard kan worden. De provincie let meer op de hele uitstraling en de architectuur. Rijkswaterstaat doet het omgevingsmanagement. Zo brengen we alle factoren bij elkaar.”
Duurzaamheid in alle aanlegprojecten
Een mijlpaal in 2017 is verder dat duurzaamheid concreet is gemaakt voor alle aanlegprojecten (MIRT). Rijkswaterstaat heeft hiervoor de Handreiking Verduurzaming MIRT-projecten gemaakt. De handreiking bevat concrete tips hoe duurzaamheid in elke fase een plek kan krijgen.