Steeds meer grip op onze CO2-uitstoot

Het energieverbruik en de CO2-uitstoot van Rijkswaterstaat zijn in 2017 stabiel gebleven ten opzichte van 2016, terwijl het wegoppervlakte en aantal tunnels toenam. Dit is vooral bereikt dankzij brandstofbesparingen bij de schepen van de Rijksrederij en elektriciteitsbesparing, zoals ledverlichting in de Beneluxtunnel.

Bij het thema Klimaat en Energie besteedt Rijkswaterstaat vooral aandacht aan CO2-reductie. Daarnaast maken we onze (vaar)wegen en bouwwerken beter bestand tegen de gevolgen van mogelijke klimaatverandering, zoals droogte, hitte, wateroverlast en overstromingen.

We beperken ons hier tot de uitstoot van ons eigen energieverbruik. Denk daarbij aan openbare verlichting, tunnels, gebouwen en schepen van de Rijksrederij. De CO2-uitstoot van werkzaamheden die we aan de markt uitbesteden, beïnvloeden we via Duurzame inkoop GWW.

Herontwikkeling Hemelrijkse Waard

Route naar energie- en klimaatneutraliteit

Rijkswaterstaat wil in 2030 energieneutraal te zijn. Dat betekent: net zoveel energie opwekken als verbruiken. Ook willen we volledig klimaatneutraal zijn in 2030, oftewel netto geen CO2-uitstoot en andere broeikasgassen, ook niet door onze opdrachtnemers en ketenpartners. Die doelstelling geldt voor het hele ministerie van IenW.

We werken op 4 manieren aan klimaat- en energieneutraliteit.

  1. Inkoop van duurzame energie, zoals groene stroom of biodiesel.
  2. Verschuiven van gebruik van fossiele naar duurzame energie, vooral door elektrificatie.
  3. Besparen van energie. 
  4. Duurzame energie opwekken op eigen grondgebied.

De inkoop van duurzame energie draagt alleen bij klimaatneutraliteit en niet aan energieneutraliteit, omdat we hier geen energie mee besparen. De CO2-Prestatieladder helpt bij het structureel verlagen van de CO2-emissie.

Vier voorbeelden van de manieren om aan klimaat- en energieneutraliteit te werken worden hieronder beschreven. 

  • Door groene stroom (via Garanties van Oorsprong, GvO) en biodiesel (Hydrotreated Vegetable Oil, HVO) te gebruiken beperkt Rijkswaterstaat haar CO2-uitstoot en levert daarmee een bijdrage aan een klimaatneutraal IenW. De afgelopen jaren is jaarlijks voor circa 300 TeraJoule (TJ) aan groene elektriciteit verbruikt en voor 50 TJ aan HVO door de Rijksrederij.
  • Met het elektrificeren van brandstofverbruikers kan Rijkswaterstaat veel energie besparen en uitstoot van CO2 beperken. Begin 2018 heeft Rijkswaterstaat daarom 100 diesel poolauto’s vervangen door elektrische auto’s. Hiermee wordt per auto 60% energie bespaard en 100% CO2 door het gebruik van groene stroom. Hiermee is het begin gemaakt van de ambitie om in 2022 driekwart van de personenauto’s te hebben vervangen door elektrische auto’s.
  • Door slimme aanpassingen te doen heeft Rijkswaterstaat veel energie bespaard. Zo zijn bij de BENELUX-tunnel onder andere alle verlichting vervangen door leds en is het lichtniveau nauwkeurig afgesteld. Mede hierdoor bespaart Rijkswaterstaat 22% energie en wordt er 400 ton CO2 per jaar minder uitgestoten.
  • Rijkswaterstaat heeft veel grond, water en gebouwen in beheer. Deze zijn in te zetten voor het opwekken van energie met bijvoorbeeld windmolens of zonnepanelen. Zo bestaat het dak van de nieuwe zoutloods in Houten uit bijna 1.500 zonnepanelen die in eigendom zijn van omwonenden. Samen leveren ze genoeg energie van 100 huishoudens.
     
Yge ten Kate

“Duurzame energieopwek op rijksgronden heeft veel potentie”

Yge ten Kate, procesmanager, Rijkswaterstaat

In de praktijk ketsen energieopwekprojecten op rijksgronden vaak af op de risico’s. In het Petaplan onderzoeken infrastructuur- en netbeheerders en andere overheidsorganisaties hoe het wél kan. Yge ten Kate, procesmanager Rijkswaterstaat: “Onze ambitie is om veel voorwerk te doen.”

Tot voor kort stonden het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat passief tegenover energieprojecten, vertelt Ten Kate. “Onze rol was beperkt tot het afgeven van vergunningen. In het Petaplan hebben we verkend wat mogelijk is als we onze gronden proactief aanbieden aan derden met de benodigde vergunningen, zodat zij direct energie kunnen opwekken. Denk aan baggerdepots, middenbermen van wegen, klaverbladen of sluiscomplexen.”

Veelbelovend
De uitkomst is veelbelovend. In totaal kan 15 tot 25 petajoule energie opgewekt worden op grond en water van Rijkswaterstaat en ProRail. Ten Kate: “Dat is vele malen meer dan Rijkswaterstaat zelf nodig heeft aan elektriciteit! Zelfs als je de hele Rijksoverheid van energie zou voorzien, blijft er veel over voor de markt.”

Meer voorwerk
De praktijk is weerbarstiger. Er zijn wel aanvragen vanuit de markt, maar veel projecten gaan uiteindelijk niet door omdat de risico’s te groot blijken. Bijvoorbeeld omdat niet alle vergunningen worden afgegeven, de subsidieaanvraag niet rondkomt of omdat het lastig blijkt het project op het netwerk aan te sluiten. Het Petaplan wil deze zaken vooraf met alle betrokken overheden en partijen regelen.

Drijvende zonnepanelen
Binnen het Petaplan worden nu 10 pilots gekozen om uit te voeren. Op het baggerdepot de Slufter op de Maasvlakte wordt al een proef gedaan met drijvende zonnepanelen, vertelt Ten Kate. “De bedoeling is dat we die uitbreiden. Ook onderzoeken we mogelijkheden om op het IJsselmeer zonnepanelen te plaatsen, in combinatie met windmolens. Zo ontdekken we in de praktijk wat er allemaal geregeld moet worden.”

CO2-footprint op koers

In 2017 was onze CO2-footprint 113 kiloton, vergelijkbaar met de uitstoot van 25.000 huishoudens. Dat is stabiel ten opzichte van 2016 en een daling van 30% ten opzichte van 2009. Daarmee ligt Rijkswaterstaat op koers wat betreft de doelstelling voor 2020 ‘ten minste 30% minder CO2’. Wel blijft het vasthouden van deze daling in de toekomst altijd een uitdaging omdat ons (vaar)wegennet steeds verder groeit.

Ontwikkeling RWS CO2 footprint

Ontwikkeling RWS CO2 footprint (in kton)
JaarCO2 footprintDoelstelling
2009161113
2010168113
2011163113
2012158113
2013162113
2014155113
2015144113
2016113113
2017113113
Brontabel als csv (148 bytes)

Verdeling CO2-uitstoot

Onze CO2-uitstoot bestaat uit het energieverbruik en de gebruikte energiebronnen (groene stroom, diesel, biodiesel etc.) volgens de methodiek van de CO2-Prestatieladder. Ook de zakelijke reizen tellen mee, waaronder het gebruik van privéauto’s, openbaar vervoer en vliegreizen. Elektriciteit is verantwoordelijk voor ruim de helft van onze totale CO2-uitstoot. De andere helft bestaat voor een groot deel uit brandstofgebruik, met name door schepen van de Rijksrederij, gevolgd door het wagenpark en het gas- en warmtegebruik door kantoren. Het zakelijk verkeer is verantwoordelijk voor 5% van de totale CO2-uitstoot.

Totaal CO2 footprint 2017 RWS

Totaal CO2 footprint 2017 RWS 113 ton
NaamCO2-uitstoot
Elektriciteit51
Brandstof schepen31
Brandstof wagenpark8
Overig brandstof, gas en warmte5
Overig zakelijk verkeer5
Brontabel als csv (137 bytes)

Energieverbruik stabiel

Ons totale verbruik in 2017 was 1303 terajoule (TJ). In 2016 was het verbruik 1305 TJ, dus dit is stabiel gebleven. Elektriciteit had in 2017 met 53% (totaal 693 TJ) het grootste aandeel in ons energieverbruik. Dat staat gelijk aan het elektriciteitsverbruik van 65.000 huishoudens. Dan volgen het brandstofverbruik van de schepen van de Rijksrederij, het wagenpark en het gas en warmtegebruik van kantoren (totaal 610 TJ). Stel dat dit brandstofverbruik alleen diesel zou betreffen, dan staat dit gelijk aan een hoeveelheid van 17 miljoen liter diesel.

Het elektriciteitsverbruik steeg weliswaar met 24 TJ ten opzichte van 2016, onder meer door de nieuwe Koning Willem-Alexander tunnel in Maastricht en wegverbredingen. Maar dankzij net zoveel brandstofbesparingen van de schepen van de Rijksrederij bleef het totale energieverbruik stabiel. Dat komt door een combinatie van energiezuinige motoren en het efficiënter inzetten van schepen.

Ontwikkeling RWS Energieverbruik

Ontwikkeling RWS Energieverbruik (Terajoule)
JaartalEnergieverbruik
20091332
20101417
20111371
20121324
20131348
20141275
20151293
20161305
20171303
Brontabel als csv (113 bytes)

Elektriciteitsbesparing Beneluxtunnel

Als we ons elektriciteitsverbruik onder de loep nemen, dan valt op dat openbare verlichting en verkeersregelinstallaties (OV/VRI) de meeste elektriciteit verbruiken. Daarnaast gebruiken tunnels veel elektriciteit door installaties en verlichting, die 24 uur per dag aanstaan.

Eind 2016 is de Koning Willem-Alexander tunnel in Maastricht geopend. Dat betekent op jaarbasis zo’n 15 TJ extra verbruik. Maar de Beneluxtunnel wist in 2017 22% te besparen door ledverlichting en een betere instelling daarvan. Voornamelijk hierdoor bleef de stijging van het totale elektriciteitsverbruik van tunnels beperkt tot 11 TJ. Verdere energiebesparing bij tunnels heeft dan ook onze grote aandacht. Aandachtspunten hierbij zijn de kosten en vereiste aanpassing van de regelgeving voor verlichting. 

Het energieverbruik van pompen/gemalen en sluizen/stuwen steeg flink in 2017. Dat kwam door de extreme droogte in juni 2017 waardoor we meer dan gebruikelijk moesten pompen om het waterpeil van vaarwegen op orde te houden. Dat gaf een piek in het elektriciteitsverbruik van zo’n 15% ten opzichte van het gemiddelde maandverbruik in juni.  

Electriciteitsontwikkeling RWS

Electriciteitsontwikkeling RWS (in Terajoule)
Type201720162009
Brug en dam202014
Pompen en gemalen605449
Sluizen en stuwen968087
Tunnel152141112
Huisvesting9397128
OV en VRI233238221
Overig393943
Brontabel als csv (173 bytes)

Klimaatbestendig en waterrobuust inrichten

Rijkswaterstaat werkt behalve aan klimaatneutraliteit ook aan klimaatbestendigheid, in lijn met de doelen uit het Deltaprogramma en de Nationale Adaptatiestrategie. We willen dat onze (vaar)wegen en bouwwerken nu en in de toekomst bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte, hitte, wateroverlast en overstromingen.

Klimaatbestendig betekent bijvoorbeeld dat wegen en tunnels bij extreme regenval begaanbaar blijven of dat evacuatieroutes bruikbaar blijven. En dat we bij extreme droogte blijven beschikken over voldoende drinkwater. We werken hiervoor samen met gemeenten, provincies, havenbedrijven en (vaar)weggebruikers.