Onze ambitie

Het ministerie van IenW wil uiterlijk in 2030 volledig klimaat- en energieneutraal zijn. Dit houdt in dat we dan evenveel energie zelf opwekken als we verbruiken en geen CO2 of andere broeikasgassen uitstoten. Dat geldt voor onze eigen organisatie en in onze keten. Het tussendoel voor 2020 is een CO2-uitstoot van tenminste 30% tot 40% minder dan in 2009. Dat is het jaar waarin we zijn gestart met onze metingen.

We gebruiken de systematiek van de CO2-Prestatieladder, een managementsysteem dat organisaties helpt om op structurele wijze de CO2-uitstoot te reduceren.

Het ministerie van IenW stuurt op 3 pijlers:

Energie en Klimaat bij IenW

Energie en Klimaat bij IenW

IenW werkt langs drie pijlers aan het thema energie en klimaat. En richt zich daarbij niet alleen op het eigen energieverbruik, maar levert ook een bijdrage aan de (inter)nationale klimaatdoelen en energietransitie. IenW streeft naar energieneutrale netwerken en wil in 2030 klimaatneutraal zijn.

Pijler 1: CO2-reductie bij eigen energieverbruik. Dit is onderdeel van de ambitie: energieneutrale netwerken en klimaatneutraal IenW.
Certificering op trede 3. Doel: een ambitieus energie- en CO2-beleid voor pijler 1.
Maatregelen en activiteiten:

  • Energie besparen;
  • Zelf duurzame energie opwekken voor eigen gebruik;
  • Vergroenen brandstoffen;
  • Nederlandse groene stroom inkopen;
  • Energiezuinig en CO2-arm of –neutraal ontwerpen.

IenW als eigenaar: sturen op energiebesparing en vergroening van het eigen energieverbruik.

Pijler 2: Co2-reductie bij opdrachtnemers en ketenpartners. Dit is onderdeel van de ambitie: klimaatneutraal IenW.
Certificering op trede 4. Doel: een ambitieus energie- en CO2-beleid voor pijler 1 en 2.
Maatregelen en activiteiten:

  • Duurzaam ontwerpen;
  • Duurzaam inkopen;
  • Ruimte bieden aan innovaties;
  • Samenwerken met markt en materiaalketen;
  • Bijdragen aan circulaire economie.

IenW als opdrachtgever en aanjager van de markt: Sturen als opdrachtgever MIRT en markt; samenwerken met opdrachtnemers, gebieds- en ketenpartners GWW.

Pijler 3: Bijdrage IenW aan nationale klimaatdoelen en de energie transitie.
Certificering op trede 5. Doel: een ambitieus energie- en CO2-beleid voor pijlers 1,2 en 3.
Maatregelen en activiteiten:

  • IenW-terrein beschikbaar stellen om duurzame energie op te wekken;
  • Bijdragen aan de CO2-reductie van mobiliteit door:
    • duurzame technologie te laten ontwikkelen en toe te passen in Nederland;
    • in te zetten op draagvlak en gedragsverandering in de maatschappij.

Daarbij kijken we zowel naar personen- als goederenvervoer en verbinden het aan ontwikkelingen als smart mobility en mobility as a service.
IenW als beleidsmaker, netwerkmanager en partner: zorgen voor duidelijke beleidskaders; samenwerken met Rijksvastgoedbedrijf, andere overheden, netbeheerders, coöperaties en gebiedspartners; beïnvloeden van de nationale CO2-uitstoot van mobiliteit.

Pijler 1 houdt in het terugdringen van de uitstoot van ons eigen energieverbruik. Dat doen we onder meer door energiebesparing, hernieuwbare energie opwekken op eigen grond en CO2-reductie (bijvoorbeeld door pompen, gemalen en voer- en vaartuigen te voorzien van elektrische voeding).

Pijler 2 gaat over de keten. Dat betreft het terugdringen van de CO2-uitstoot bij onze inkopen en opdrachten. Een belangrijk middel hiervoor is maatschappelijk verantwoord inkopen, maar ook ketensamenwerking, zoals in de Green Deal Duurzaam Grond-, Weg- en Waterbouw 2.0. Momenteel geven we vorm aan de sturing op, en de monitoring van, de uitstoot in deze pijler.

Met partners in de ketens waar omvangrijke CO2-uitstoot plaatsvindt, hebben we in 2017 doelstellingen vastgesteld:

  • Asfalt: 20% reductie in 2025 ten opzichte van 2017.
  • Inzet van materieel bij droog grondverzet: 10% reductie in 2020 ten opzichte van 2016.

In het duurzaamheidsverslag 2018 leest u hoe we daar uitvoering aan geven. Voor andere ketens met forse CO2-emissies, zoals nat grondverzet en beton, formuleren we op korte termijn ook doelstellingen.

Het ministerie van IenW voldoet inmiddels aan niveau 4 van de CO2-Prestatieladder. Dat is het op een na hoogste niveau.

Pijler 3 bevat de kansen die we zien om buiten onze eigen ketenuitstoot bij te dragen aan de klimaat- en energietransitie in Nederland. Een concreet voorbeeld is het ter beschikking stellen van onze gronden voor energieopwekking door derden.

Waar staan we nu?

Hieronder leest u hoe we onze eigen CO2-uitstoot reduceren en ons energieverbruik verlagen, zoals geformuleerd onder pijler 1. De doelstellingen onder de pijlers 2 en 3 komen verderop in dit verslag aan de orde.

CO2-uitstoot

In 2017 bedroeg onze CO2-uitstoot 119 kton CO2. Dit staat gelijk aan de gemiddelde uitstoot van ongeveer 26.000 huishoudens. Onze uitstoot is daarmee 32% lager dan in ons referentiejaar 2009. Ten opzichte van 2016 is onze uitstoot min of meer gestabiliseerd (-1%).

Toch hebben we de CO2-uitstoot in 2017 gereduceerd, onder meer door verdere implementatie van ledverlichting in tunnels en de buitenruimte, de verhuizing naar de Rijnstraat en lagere uitstoot door de schepen van de Rijksrederij. We zien dit in de cijfers niet goed terug door de ingebruikname van een aantal infrastructurele objecten in 2017. Zo heeft de nieuwe Koning Willem-Alexander tunnel in Maastricht met 24 uur per dag verlichting een grote invloed.

Ontwikkeling CO2-uitstoot IenW vanaf 2009

Ontwikkeling CO2-uitstoot IenW vanaf 2009 (in kton)
CO2-uitstootDoel
2009175,4122,8
2010183122,8
2011177,4122,8
2012173,3122,8
2013176,6122,8
2014169,3122,8
2015153,7122,8
2016120,4122,8
2017118,6122,8
Brontabel als csv (169 bytes)

CO2-voetafdruk

Onze CO2-voetafdruk bestaat uit directe CO2-emissies door verbranding van brandstoffen (scope 1) en uit indirecte emissies door bijvoorbeeld het gebruik van elektriciteit (scope 2). De resultaten per scope zijn:

CO2-voetafdruk per scope
Directe emissies 51,7 kton (6% minder dan in 2009)
Indirecte emissies  66,9 kton (26% minder dan in 2009)
Ledverlichting snelweg

Elektriciteit volledig groen

De elektriciteit die wij in 2017 gebruikten, is volledig groen. Een derde deel hiervan komt van het nieuwe windpark Gemini, dat boven Schiermonnikoog in het Nederlandse deel van de Noordzee ligt. Het overige deel wordt in Noordwest-Europa opgewekt door zon en wind. Echter, in overeenstemming met de systematiek van de CO2-Prestatieladder kennen wij aan deze stroom wel degelijk CO2-emissie toe. Uitsluitend groene stroom, opgewekt in Nederland, heeft geen CO2-uitstoot. (Bekijk de website CO2-emissiefactoren.nl)

CO2-uitstoot per categorie

Het grootste deel van de CO2-uitstoot is gerelateerd aan ons elektriciteitsverbruik.

Elektriciteit gebruiken wij primair voor verlichting van tunnels en Rijkswegen en voor de bediening van sluizen, bruggen en gemalen. De schepen van de Rijksrederij nemen daarnaast een belangrijk deel van de CO2-uitstoot voor hun rekening met fossiele brandstof.

Energieverbruik

Het totale energieverbruik van het ministerie van IenW in 2017 bedroeg 1.380 terajoules (TJ).

Totaal energieverbruik IenW 2017

Totaal energieverbruik IenW 2017 1380 TJ
BronPercentage
Elektriciteit53
Brandstof schepen29
Brandstof wagenpark9
Overig brandstof, gas en warmte9

Het elektriciteitsverbruik van 732 TJ (53%) komt overeen met het elektriciteitsverbruik van 69.000 huishoudens. De brandstof van de schepen, het wagenpark en overige zaken (het verwarmen van de kantoren) bedroeg 648 TJ. Dit komt overeen met de energie van 18 miljoen liter diesel. In 2016 was het energieverbruik nog 1404 TJ. Er is dus sprake van een lichte daling van 2%, ondanks dat we een groter aantal objecten onder beheer hebben gekregen. Het aandeel van Rijkswaterstaat is met 94% verreweg het grootst. Bekijk een nadere analyse van dit verbruik.

Brontabel als csv (109 bytes)
Lars van der Meulen

Stakeholder aan het woord

Lars van der Meulen, manager van duurzaamheidsadviesbureau Primum:

“Het ministerie van IenW is wat betreft duurzaamheid in de eigen organisatie goed op orde. Er is veel aandacht voor onder meer de eigen elektriciteit, schepen en leaseauto’s. Ook in de uitvoering is het ministerie goed bezig. Er zijn harde knock-out criteria opgesteld en in de aanbestedingen zijn duurzaamheidseisen opgenomen in de vorm van een omgevingswijzer en CO2-Prestatieladder. Daarmee leg je in Nederland een stevige basis.”

Voortrekkersrol
“We zien dat het ministerie een stevige voortrekkersrol vervult. Dat is logisch, omdat veel medewerkers bij hun dagelijkse uitvoeringstaken het belang inzien van duurzaamheid. Ik ben duurzaamheidsadviseur bij enkele grote organisaties en ik zie vaak hoe organisaties waarbij duurzaamheid is ingebed in het kernproces vooroplopen.”

Het verschil maken
“Ik wil het ministerie van IenW een uitdaging meegeven. Schrijf een tender uit voor de realisatie van een state-of-the-art kunstwerk of gebouw dat het toonbeeld gaat zijn van circulariteit. Denk niet vanuit de juridische beperkingen, maar vanuit mogelijkheden. Gun de opdracht aan een van de voorlopers in de markt. Bijvoorbeeld de partij met de offerte waarbij de initiële kosten minus de restwaarde aan het einde van de levensduur het laagste zijn. Daar is lef voor nodig, maar de impact zal enorm zijn. Het ministerie van IenW maakt dan werkelijk het verschil. Van daaruit kunnen we gezamenlijk verder bouwen aan een duurzame wereld.”

Hoe gaan we verder?

Besparen op ons energieverbruik is de beste manier om CO2-uitstoot te reduceren. Om de bereikbaarheid te verbeteren, breiden wij onze infrastructuur uit. Een voorbeeld hiervan is de Koning Willem-Alexander tunnel. Deze jaarlijkse uitbreiding vormt een uitdaging voor onze energiebesparing maar ook een kans om in te zetten op energiearme installaties (ledverlichting). In 2018 gaan we verder met besparen, verschuiven naar duurzame energiebronnen (elektrisch, groen gas) en zelf duurzame energie opwekken. Hiermee werken wij toe naar een energie- en klimaatneutrale organisatie.

Uitgelicht: varen, vliegen en rijden

Vaartuigen van de Rijksrederij
In 2017 heeft de Rijksrederij met haar schepen 9% minder CO2 uitgestoten dan in 2016. Dit komt doordat het aandeel van biodiesel in het totale brandstofverbruik toeneemt en door een efficiëntere inzet van schepen. In 2018 zal het eerste semi-elektrische schip in de vaart gaan. Het grootste deel van de dag kan het elektrisch varen en ’s avonds wordt het opgeladen met walstroom. Hiermee besparen we energie en verminderen we de CO2-uitstoot.

Jaartal 2017 2016 2015
Vloot van de Rijksrederij
Uitstoot in ton CO2 34.523 38.023 39.915


Dienstreizen per vliegtuig
Het ministerie van IenW stimuleert om zo duurzaam mogelijk om te gaan met vliegen. Dat doen wij door:

  • zo min mogelijk te vliegen. Veel overleggen vinden plaats via een videoconferentie. Naar steden binnen Europa reizen we zoveel mogelijk met de trein. We vliegen alleen als een treinreis onevenredig veel tijd zou kosten. Daarbij wegen wij altijd af of het noodzakelijk is dat een medewerker die bijeenkomst of dat congres bijwoont. Als dat het geval is, gaat hij/zij in principe alleen;
  • de uitstoot van iedere gevlogen kilometer te compenseren met Gold Standard certificaten1. Van elke reis wordt de CO2-uitstoot berekend waarna deze volledig gecompenseerd wordt via de ondersteuning van duurzame projecten;
  • deel te nemen aan het KLM Corporate Biofuel Programma. Dit programma stelt organisaties in staat om een gedeelte van hun vluchten te verduurzamen door het gebruik van biokerosine. Wij doen mee voor een periode van drie jaar.

1 Ondanks dat wij alle vliegreizen compenseren met Gold Standard certificaten, boeken wij daar geen reductie van onze CO2-uitstoot voor in. Dat is een voorschrift van de CO2-Prestatieladder.

In 2017 hebben we 14,8 miljoen kilometer gevlogen. Dit komt overeen met circa 1250 retourvluchten naar New York. We hebben in 2017 11% minder gevlogen dan in 2016. De uitschieter in 2016 kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan het EU-voorzitterschap gedurende de eerste helft van dat jaar, waarmee deze resultaten geen garantie bieden voor de toekomst.

In totaal is de CO2-uitstoot van vliegreizen afgenomen met 30%. Dit is het resultaat van minder vliegkilometers én van het gebruik van biobrandstof. In 2017 hebben we op 295.000 liter biofuel gevlogen. Hiermee hebben we 22% CO2 bespaard op onze CO2-uitstoot door vliegreizen. In 2016 hebben we op 39.000 liter biofuel gevlogen.

Jaartal 2017 2016 2015
Vliegreizen
Uitstoot in CO2 3.406 4.858 4.619


Wagenpark
Wij willen dat 35% van ons wagenpark elektrisch is in 2020 en voor de helft elektrisch is in 2022. Hiermee gaan wij verder dan de afspraak die is gemaakt binnen de Green Deal Elektrisch Vervoer 2016-2020, namelijk 20% elektrische auto’s in 2020. De eerste concrete maatregel is de aanschaf in 2017 van 100 volledig elektrische auto’s. Ook hebben we de hiervoor benodigde laadinfrastructuur aangelegd in samenwerking met andere wagenparkbeheerders binnen het Rijk en het Rijksvastgoedbedrijf.

Voor een deel van ons wagenpark is elektrisch rijden nog niet mogelijk. Dat komt door de functionele eisen die aan bijvoorbeeld de zwaardere werkauto’s voor weginspecteurs van Rijkswaterstaat worden gesteld. Totdat er geschikte alternatieven zijn, kiezen wij bij vervanging voor een type auto met minimale CO2-uitstoot.

Jaartal 2017 2016 2015
Wagenpark per 31 december
Diesel/benzine 1.758* 89% 1.789 92% 1.685 87%
Hybride 105 5% 138 7% 226 12%
Elektrisch/waterstof 115 6% 21 1% 32 2%
Totaal 1.987 100% 19.48 100% 1.943 100%

*De 100 elektrische auto’s zijn een vervanging van 100 dieselauto’s die begin 2018 zijn teruggegaan naar de leasemaatschappij. Zodoende zijn ze nog inbegrepen in het aantal dieselauto’s op 31 december 2017.

Vaartuigen van de rijksrederij

Ontwikkeling energieverbruik (in TJ)

Ontwikkeling energieverbruik (in TJ)
JaartalAantal
20091440
20101530
20111477
20121436
20131456
20141371
20151391
20161404
20171380
Brontabel als csv (184 bytes)

Bekijk hier de koppelingstabel voor de CO2-Prestatieladder