Foto Zonneveld in de zuidelijke oksel van de aansluiting van Deventer op de A1.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stelde zich in 2018 tot doel om in 2030 klimaat- en energieneutraal zijn. In dit hoofdstuk rapporteren we over onze algemene aanpak en resultaten. In het hoofdstuk Duurzame mobiliteit gaan we verder in op de CO₂-reductie van het wagenpark en het vervoer van onze medewerkers tijdens het woon-werkverkeer en dienstreizen.

Het reduceren van ons energieverbruik, en de impact daarvan, is een kernonderdeel van onze bedrijfsvoering. We zoeken naar manieren om het energieverbruik te verminderen en de energie die we verbruiken duurzaam op te wekken.

Doelstelling

In 2018 formuleerde IenW ambitieuze doelstellingen voor 2030: in dat jaar zouden we een klimaat- en energieneutrale organisatie willen zijn. 

Het windpark op de Tweede Maasvlakte, naar verwachting in 2023 operationeel, zal gaan voorzien in het gehele elektriciteitsverbruik van IenW. Uit een in 2021 gehouden tussenevaluatie blijkt dat energieneutraliteit waarschijnlijk te ambitieus is. In 2022 wordt de strategie officieel herijkt, op basis van de tussenevaluatie. In die herijkte strategie komt de nadruk meer te liggen op klimaatneutraal en circulair. Meer informatie over de evaluatie en herijking lees je in het hoofdstuk over de strategie IenW klimaat- en energieneutraal in 2030.

Onze ambities blijven echter onverminderd hoog. We verminderen onze CO₂-uitstoot door het verduurzamen van onze gebouwen, infrastructuur, Rijksrederij en ons wagenpark en het vervangen van openbare verlichting door ledverlichting. Hierbij maken we gebruik van een CO₂-managementsysteem op basis van de methodiek van de CO₂-Prestatieladder. In 2021 behielden we het vijfde en hoogste niveau van de CO₂-Prestatieladder. 

Certificaat van het ministerie van IenW voor niveau 5 van de CO2-Prestatieladder.
Certificaat van het ministerie van IenW voor niveau 5 van de CO₂-Prestatieladder.

Onze doelen sluiten aan bij het Klimaatakkoord. We hebben een voorbeeldrol – onder andere ten opzichte van onze ketenpartners, van wie we voor de verduurzaming van de uitvoering ook veel verwachten – en willen die graag pakken. We verwachten veel van onze ketenpartners, en voelen dus zelf ook de verplichting om zo duurzaam mogelijk te werk te gaan. Bovendien beschikken we over de mogelijkheden, als grote aanbestedende dienst in de GWW-sector en beheerder van een grote hoeveelheid land en water.

2021: vooruitgang en stilstand

In 2021 was onze CO₂-uitstoot 95 kiloton (kton). Dit komt overeen met ongeveer 12.800 huishoudens (zie Milieu Centraal voor de omrekening) en is 6% hoger dan de CO₂-uitstoot in 2020 (89 kiloton). De gevolgen van de coronacrisis op onze CO₂-uitstoot waren vooral zichtbaar in ons zakelijk verkeer. De pandemie had relatief weinig effect op het totale elektriciteitsverbruik en de CO₂-uitstoot die dit tot gevolg heeft. Dit komt omdat de meeste elektriciteit wordt verbruikt door bijvoorbeeld tunnels, openbare verlichting, verkeerscentrales en gemalen waarvan de inzet continu doorging. Het elektriciteitsverbruik van de kantoren lag wel lager dan voor de pandemie.

Ontwikkeling CO₂-emissie IenW

Ontwikkeling CO₂-emissie IenW
JaarCO2 (kton)
2009177
2010185
2011179
2012175
2013178
2014171
2015153
2016119
2017117
2018114
2019112
202089
202195
Brontabel als csv (145 bytes)

CO₂-emissie IenW per categorie

CO₂-emissie IenW per categorie Totaal: 95 kton in 2021
CategorieTotaal
Elektriciteit40%
Brandstof schepen Rijksrederij43%
Wagenpark8%
Huisvesting gas en warmte6%
Vliegreizen0%
Privé auto's zakelijk verkeer2%
Diesel en propaan beheer RWS1%
Openbaar vervoer zakelijk verkeer0%
Brontabel als csv (239 bytes)

De CO₂-uitstoot van de Rijksrederij steeg juist significant: van 29 kiloton in 2020 naar 41 kiloton in 2021. Waar de schepen in 2020 nog minder voeren door corona, is in 2021 weer nagenoeg het normale dienstschema aangehouden. Bovendien is er een tweede emergency response & towing vessel (ERTV) in gebruik genomen. Deze twee ERTV’s waren samen verantwoordelijk voor 31% van de totale uitstoot van de vloot van de Rijksrederij (zo’n 100 schepen). Maar ze dienen ook een belangrijk duurzaam doel: het beschermen van windparken. In 2022 zal een derde ERTV in gebruik genomen worden voor de bescherming van een ander windpark op zee. De uitstoot van de Rijksrederij zal hierdoor in 2022 stijgen naar zo’n 46 kiloton. 

Desondanks zetten we in 2021 toch weer een paar goede stappen vooruit. Hoewel het elektriciteitsverbruik is toegenomen ten opzichte van 2020, is de totale CO₂-uitstoot van dit gebruik gedaald. Dit komt omdat we dit jaar opnieuw relatief meer groene stroom zijn gaan inkopen. Daarnaast produceerden we zelf ook meer groene stroom. 

We brengen onze CO₂-emissie in beeld conform de CO₂-Prestatieladder. De CO₂-uitstoot van het energiegebruik van de eigen organisatie bestaat uit directe CO₂-uitstoot door verbranding van brandstoffen (scope 1) en uit indirecte CO₂-uitstoot door met name elektriciteitsverbruik (scope 2). Ook wordt de indirecte CO₂-uitstoot meegerekend die het resultaat is van zakelijke reizen (scope 3 zakelijke reizen). De CO₂-uitstoot van de diensten en producten die we inkopen, wordt hier niet meegerekend (overige scope 3 emissies oftewel ketenemissies). Deze ketenemissies worden voor een deel geadresseerd in het hoofdstuk Energieverbruik en emissies in de keten. Andere broeikasgasemissies heeft IenW als departement niet of nauwelijks; we sturen alleen op een reductie van de CO₂-uitstoot. In het hoofdstuk Over dit verslag staat uitgelegd welke uitstoot we per scope meenemen in de berekening van onze footprint. De resultaten per scope zijn:

Scope 1: 55 kiloton (14% minder dan in 2009, voor 5% bijdragend aan de totale reductie van 46% ten opzichte van 2009)

Scope 2: 38 kiloton (64% minder dan in 2009), voor 37% bijdragend aan totale reductie van 46% ten opzichte van 2009)

Scope 3: (zakelijke reizen): 2 kiloton (76% minder dan in 2009, voor 4% bijdragend aan totale reductie van 46% ten opzichte van 2009)

Energiegebruik en emissies in concrete resultaten

Hieronder vind je een overzicht van onze resultaten per thema, met allereerst het totale energieverbruik voor elektriciteit en brandstoffen, gevolgd door een verdere duiding voor een aantal ontwikkelingen.

Ons totale energieverbruik in 2021 voor heel IenW bedroeg 1359 TeraJoules (TJ). Dat is een stijging van 12% ten opzichte van 2020. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de extra inzet van de emergency response & towing vessels. Het elektriciteitsverbruik van 693 TJ komt overeen met het verbruik van 61.000 huishoudens (bron). De brandstof van de schepen, het wagenpark en overige zaken (met name het verwarmen van de kantoren) bedroeg 666 TJ. Dit komt overeen met 19 miljoen liter diesel, wat neerkomt op ongeveer 300.000 volgetankte dieselauto’s.

Elektriciteitontwikkeling IenW (TJ)

Elektriciteitontwikkeling IenW (TJ)
Energieverbruik elektriciteit (TJ)20172018201920202021
Openbare verlichting en verkeersregel- installaties233226226223228
Tunnels152149143142155
Huisvesting131120118105103
Sluizen en stuwen92991009392
Pompen en gemalen6054546353
Overig4144424143
Brug en dam2019181718
Eindtotaal728711701684693
Brontabel als csv (348 bytes)

Brandstofontwikkeling IenW (TJ)

Brandstofontwikkeling IenW (TJ)
Energieverbruik brandstoffen (TJ)20172018201920202021
Brandstof schepen Rijksrederij400391415328457
Diesel en propaan beheer RWS1542132016
Huisvesting gas en warmte12010610498106
Wagenpark1181121178987
Eindtotaal653651649534666
Brontabel als csv (264 bytes)

Kantoorgebouwen

Het Bouwbesluit schrijft voor dat in 2023 alle kantoren groter dan 100 m² energielabel C moeten hebben. In het Klimaatakkoord staat dat de kantorenportefeuille van het gehele Rijk in 2030 beschikt over een gemiddeld label A. Een ambitie waar ook wij aan werken.

Om dit te bereiken inventariseerden we welke maatregelen, zoals isoleren of dubbele beglazing, nodig zijn om onze kantoren minstens naar label C te krijgen en of we op een groot gedeelte van deze panden zonnepanelen kunnen plaatsen. Om tot een label A te komen is het plaatsen van zonnepanelen meestal ook een voorwaarde. Het doel daarbij is om alle kantoorpanden ook, als we toch bezig zijn, direct (zo dicht mogelijk) richting label A te brengen. En indien mogelijk ook van het gas af te krijgen, met het doel van 2030 in het vooruitzicht.

Rijksrederij

De vloot van de Rijksrederij bestaat uit ca 100 zeer diverse schepen met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. De schepen bedienen verschillende diensten, zoals de Douane, Kustwacht, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat. Hieronder wordt de verdeling van CO₂-uitstoot per opdrachtgever weergegeven.

CO₂-uitstoot Rijksrederij per opdrachtgever

CO₂-uitstoot Rijksrederij per opdrachtgever
CO2-uitstoot Rijksrederij per opdrachtgeverMinisterieCO2 (kton)Percentage
RijkswaterstaatIenW17,542%
KustwachtIenW17,142%
Ministerie van Landbouw, Natuur en VoedselkwaliteitLNV5,413%
DouaneFinanciën1,13%
Koninklijke MarechausseeDefensie0,020%

Totaal: 41,2 kton CO₂

Brontabel als csv (268 bytes)

Bij de Rijksrederij werken we aan een meer omvattend Vlootvervangingsprogramma, samen met de opdrachtgevers. Verduurzaming van de vloot is hierbij een uitgangspunt (op basis van bewezen technieken, zodat de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening gegarandeerd blijven). In het Vlootprogramma wordt het laatste schip in 2038 in de vaart genomen en zal de Rijksrederij vanaf dan klimaatneutraal opereren. Als gevolg van de grootte en complexiteit van deze operatie lijkt dit ook de kortst haalbare termijn voor de vervanging en verduurzaming van de gehele vloot. Maar we willen ook de ruimte om sneller te verduurzamen proberen te benutten. Daarom blijven we onderzoeken of we de uitstoot al eerder kunnen verlagen. We bekijken bijvoorbeeld of we de ERTV-schepen, die een hoge uitstoot hebben, eerder kunnen verduurzamen. Ook zijn we van plan om met twee van onze schepen pilots te doen met een waterstof- en methanolaandrijving.

Openbare verlichting

Openbare verlichting is één van onze grootste energieverbruikers (zie grafiek 'Elektriciteitontwikkeling IenW (TJ)'). Het is vanuit het Energieakkoord een verplichting om hierop 50% te besparen in 2030 ten opzichte van 2013. In 2021 was er juist een toename van het elektriciteitsverbruik door de openbare verlichting in vergelijking met 2020. Dit is vooral het gevolg van de uitvoering van het besluit van de Minister in 2019 om de verlichting ’s nachts op sommige trajecten weer aan te zetten.

In 2021 hebben we een onderzoek afgerond naar de mogelijkheden om de besparing van 50% te realiseren door de toepassing van dimbare ledverlichting. Momenteel is 31% van de verlichting boven de snelwegen voorzien van LED-armaturen.

Innovatie: energiebesparing door licht asfalt

Vele grote, maar ook kleine initiatieven samen maken de energietransitie. Bij de renovatie van de Roertunnel en Tunnel Swalmen werken we aan zo’n klein initiatief. Onder meer het asfalt is daar aan vervanging toe. In 2021 kwamen we op het idee om daarvoor licht asfalt te gebruiken. Donker asfalt absorbeert namelijk veel van het licht dat de lampen in de tunnel schijnen. Licht asfalt reflecteert het licht van de lampen juist. Daardoor kunnen we de verlichting zachter zetten en besparen we energie. Dit materiaal is al eerder gebruikt in de Gaasperdammertunnel, en ook voor de Roertunnel en Tunnel Swalmen ligt er nu een uitvraag bij de markt voor deze innovatieve techniek.

Elektriciteitsvoorziening

Een belangrijke mijlpaal voor IenW is het in gebruik nemen van het windpark op de Tweede Maasvlakte, naar verwachting in 2023. Daarmee kan heel IenW groene stroom gebruiken die op eigen grond is opgewekt en zijn we, wat elektriciteitsgebruik betreft, energieneutraal. In de tussentijd proberen we waar mogelijk al zoveel mogelijk energie zelf op te wekken. Bijvoorbeeld het zonnepark langs de A1 bij Deventer, dat het traject A1 Apeldoorn-Azelo energieneutraal gaat maken. En de uitbreiding van sluis Eefde is energieneutraal door energiebesparing en opwekking met zonnepanelen.

SDG iconen
SDG’s 7 en 13.

Met de hierboven genoemde resultaten levert IenW een bijdrage aan het behalen van de SDG’s 7 en 13. 

Dilemma’s en uitdagingen

We zien een algemene landelijke ontwikkeling dat het elektriciteitsnetwerk steeds drukker wordt. Ook voor sommige locaties van IenW is de elektriciteitscapaciteit beperkt. Dit kan ondervangen worden door het elektriciteitsverbruik lokaal zoveel mogelijk af te stemmen op de beschikbaarheid van zelfopgewekte, duurzame energie, zoals bij het project Laden op de Zon (zie kader).

In zowel 2020 als 2021 was de CO₂-uitstoot van onze bedrijfsvoering aanzienlijk lager dan de jaren daarvoor (zie grafiek 'Ontwikkeling CO₂-emissie IenW'). In die cijfers zit echter niet het effect van thuiswerken, omdat we niet weten hoeveel CO₂-uitstoot dit extra of minder is. Er is een afname in woon-werkverkeer, maar een toename van gas- en elektriciteitsverbruik thuis. Het lijkt erop dat we voorlopig nog niet weer de hele week op kantoor zullen werken.

Laden op zon

Rijkswaterstaat tekende eind 2021 een contract met een opdrachtnemer voor een groot nieuw project: Laden op Zon. Het doel is om 400 laadpalen, 77 energiemanagementsystemen en zonnepanelen op vele tientallen gebouwen van Rijkswaterstaat te realiseren. Denk hierbij aan steunpunten, districtskantoren en verkeerscentrales. De palen, zonnepanelen en het energiemanagementsysteem werken samen in één systeem. Zo kunnen we auto’s versneld opladen wanneer er een piek is op het elektriciteitsnetwerk, wat gebeurt als de zon veel schijnt. Of we wachten even met laden als het bewolkt is. Zo gaan we efficiënter om met de opgewekte energie. En gaan we dus nóg duurzamer te werk. 

Zonnestroompark op het dak van de Gaasperdammertunnel
Zonnestroompark op het dak van de Gaasperdammertunnel.

Mobiliteit en duurzaamheid kunnen samengaan

In 2021 waren de Gaasperdammertunnel, én het op het dak gelegen zonnepark, voor het eerst een vol jaar in gebruik. Het is een van de plekken waar de mobiliteitsbehoefte van Nederland en de duurzaamheidsdoelen samenkomen voor IenW. De cijfers over 2021 laten zien dat deze twee thema’s behoorlijk goed samen kunnen gaan. Met een verbruik van 15 TeraJoules (TJ) zagen we de Gaasperdammertunnel direct terug in ons totale elektriciteitsverbruik over 2021 (693TJ). 15 TeraJoules is te vergelijken met het elektriciteitsverbruik van zo’n 1.300 huishoudens. Het zonnepark compenseerde dit deels, door 6 TJ op te wekken.

Aanpak

Het ministerie van IenW werkt toe naar een klimaatneutrale en circulaire organisatie. We pakken dit aan via de trias energetica: besparen, verschuiven naar elektrisch en zelf duurzame energie opwekken. We verminderen onze CO₂-uitstoot door het verduurzamen van onze gebouwen, objecten zoals bruggen en sluizen, de Rijksrederij en het wagenpark en het vervangen van openbare verlichting door ledverlichting. Groene energie uit Nederland kopen we nu in via onze energieleverancier.

Intussen werken we aan het vergroenen van ons elektriciteitsverbruik. We worden voor wat betreft het elektriciteitsverbruik in 2023 energieneutraal door rechtstreeks de energieproductie af te nemen van het op ons beheersgebied te laten bouwen windpark op de Tweede Maasvlakte. Daarnaast plaatsen we soms ook zonnepanelen op ons natte en droge beheergebied. De zonnestroom wordt gebruikt voor sluizen en gemalen, tunnels en openbare verlichting.

Om het behalen van onze doelstellingen te volgen en verantwoorden maken we gebruik van CO₂-management op basis van de systematiek van de CO₂-Prestatieladder. We meten de CO₂-uitstoot volgens het Energiemeetplan. Dit plan is onderdeel van het CO₂-Managementplan 2020-2021.

Onze bijdrage aan de energietransitie voor heel Nederland, zoals het opwekken van elektriciteit op onze gronden door en voor derde partijen, staat beschreven in het hoofdstuk Energietransitie.