Foto Wateroverlast A79 in Limburg.

Het klimaat verandert. Nederland krijgt steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden, zoals hitte, droogte en wateroverlast. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) draagt bij aan het klimaatbestendig maken van Nederland. In dit hoofdstuk rapporteren we over onze aanpak en resultaten op het gebied van een klimaatbestendig hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en hoofdwatersysteem.

De overstromingen in Limburg, in juli 2021, zorgden voor enorme schade en overlast. Extreem weer zal in de toekomst steeds vaker delen van ons land lam leggen. Op kleinere schaal begint dat nu al, bijvoorbeeld met bruggen die niet meer open of dicht kunnen door de hitte. Of met containerschepen die bij aanhoudende droogte door een te lage waterstand niet door kunnen varen.

Klimaatverandering is een internationaal probleem. De verwachting is dat we ook in ons land in de komende decennia steeds vaker te maken krijgen met extreme weersomstandigheden. Hitte, droogte en wateroverlast zijn, zoals de voorbeelden hierboven al aangeven, een gevaar voor een leefbaar, bereikbaar en veilig Nederland. Het risico dat we het hoofdwegennet (HWN), hoofdvaarwegennet (HVWN) en hoofdwatersysteem (HWS) niet optimaal kunnen gebruiken, willen wij zoveel mogelijk voorkomen. 

De A73 verdwijnt onder water bij Venlo.
De A73 verdwijnt onder water bij Venlo.

Beleidsverantwoordelijkheid IenW

De drie netwerken in beheer bij Rijkswaterstaat zijn belangrijk voor het functioneren van het openbare leven en de economie, zowel in Nederland als voor het Europese achterland. Deze netwerken zijn een belangrijk onderdeel van de Europese transportnetwerken en watersystemen. Klimaatverandering zal, zo blijkt uit de stresstesten, in de toekomst leiden tot steeds meer risico’s en knelpunten op de netwerken. Volgens de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie moet Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn ingericht. Ook moet ons land dan weerbaar zijn voor de gevolgen van extreem weer, zoals wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen.  

Nationale uitvoeringsverantwoordelijkheid

IenW verantwoordt de Rijksuitvoering van klimaatadaptatie in de jaarverantwoording. Daarnaast informeert het kabinet de Tweede Kamer op Prinsjesdag via het nationaal Deltaprogramma over de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.

Doelstelling

In het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is het doel vastgesteld dat alle overheden in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Om aan die doelstellingen te voldoen, hebben we met betrekking tot de netwerken die onder onze directe verantwoordelijkheid vallen het programma Klimaatbestendige Netwerken (KBN) opgezet. Dit programma loopt tot en met 2023 en wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat en ProRail. Dit verslag rapporteert over de uitvoering van Rijkswaterstaat. ProRail rapporteert zelfstandig over duurzaamheid.

De agenda van KBN omvat stresstesten, risicodialogen en een uitvoeringsagenda voor de drie netwerken in het beheer van Rijkswaterstaat: het hoofdwegennet (HWN), hoofdvaarwegennet (HVWN) en het hoofdwatersysteem (HWS). De voorlopige inzet is dat deze netwerken binnen de veranderende omstandigheden van extreem weer en klimaatverandering op hetzelfde niveau blijven opereren. In de herijkte Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie 2021 is als doel gesteld om eind 2023 een realistische ambitie voor klimaatadaptatie te formuleren en deze vast te leggen in beleid en toezicht of in een andere passende vorm.

2021: van de uitvoeringsagenda tot groeiend bewustzijn

Extreme weersomstandigheden zoals de wateroverlast in Limburg in de zomer van 2021 tonen aan dat aandacht voor klimaatadaptatie noodzakelijk is. Het hoofdwatersysteem in Limburg kon de grote hoeveelheid water dankzij eerder genomen maatregelen verwerken, maar het scheelde weinig. Van deze gebeurtenis kunnen we veel leren voor de toekomst.

In de periode 2019-2021 voerden we voor de verschillende netwerken stresstesten uit. Stresstesten geven een voorzichtig eerste inzicht in de klimaatbestendigheid van de netwerken. De informatie uit deze testen is gebruikt voor risicodialogen; gesprekken (zie kader) met interne en externe partijen. Deze uitkomsten vormen op hun beurt weer de basis voor een uitvoeringsagenda. Deze wordt in 2022 opgeleverd. De Uitvoeringsagenda Klimaatbestendige Netwerken beschrijft de eerste stappen die IenW de komende jaren zet om de verschillende netwerken klimaatbestendig te maken. Om in 2050 het gehele netwerk klimaatbestendig te hebben, zullen er aanvullend onderzoek en aanvullende maatregelen nodig zijn. Dit zal zich bijvoorbeeld richten op uitvoeringsmaatregelen en het aanpassen van kaders en richtlijnen. Hier wordt de komende jaren aandacht aan besteed. Verder zal het de komende jaren steeds duidelijker worden hoe we het beoogde einddoel willen behalen.

We merken daarnaast ook dat uitvoerders binnen en buiten onze organisatie steeds meer belang hechten aan klimaatbestendigheid. In 2021 zette die trend zich voort.

Wateroverlast op de A79

De A79 tussen Maastricht en Heerlen stond als gevolg van de hevige regenval in juli 2021 deels onder water. Los hiervan had Rijkswaterstaat samen met het Waterschap Limburg al besloten om extra maatregelen tegen wateroverlast te nemen, vanwege het risico van aquaplaning. Bij het onderhoud aan deze weg, dat eind 2021 is afgerond, was er daarom veel aandacht voor het verbeteren van de afwatering. Zo liggen aan beide zijden van de snelweg nu bredere en diepere sloten met stuwen en waterbuffers, die het water beter kunnen reguleren, afvoeren en eventueel vasthouden.

Klimaattop

Niet alleen de wateroverlast in Limburg genereerde aandacht en commitment. Begin januari 2021 organiseerde het ministerie van IenW, samen met andere departementen én de Verenigde Naties, de Climate Adaptation Summit, de eerste klimaattop ooit over klimaatadaptatie. Door de organisatie op zich te nemen heeft Nederland internationaal een voortrekkersrol genomen. Deze rol geeft ons een prettig duwtje in de rug om ook nationaal werk te maken van klimaatadaptatie.

Die voortrekkersrol van Nederland, en IenW in het bijzonder, geldt bijvoorbeeld voor het thema klimaatbestendige infrastructuur. Binnen de EU, wereldbanken en ontwikkelingsbanken komt klimaatbestendige infrastructuur sneller in aanmerking voor financiering. Wij werken aan een manier om klimaatadaptatie duidelijk terug te laten komen in de plannen voor infrastructuurprojecten, zodat ze ook daadwerkelijk makkelijker gefinancierd worden.

Voortgang programma

Er zijn geen indicatoren bepaald om te toetsen in hoeverre we het voor 2050 gestelde doel of de tussendoelen gaan halen. Daarom beschrijven we hier vooral de voortgang van het programma KBN. Dit verloopt volgens planning. De stresstesten en risicodialogen die voor 2021 gepland stonden zijn uitgevoerd en de uitvoeringsagenda is in 2022 gepubliceerd. Vanaf 2024/2025 wordt gestart met de voorbereidingen van de volgende ronde stresstesten en risicodialogen als onderdeel van de zesjarige cyclus van het Deltaprogramma. In de tussentijd werken we zelf aan het verder borgen van klimaatadaptatie in onze organisatie. 

Het hoofdvaarwegennet

Stresstesten wijzen uit dat klimaatverandering in de toekomst steeds meer risico’s en knelpunten voor de bevaarbaarheid van onze rivieren op zal leveren. Met name droogte, in combinatie met bodemerosie, vormt een grote bedreiging voor het hoofdvaarwegennet. Voor de aanpak van droogte op de Rijntakken en de Maas zijn al diverse pilots en onderzoeken gepland of in uitvoering genomen.

Het hoofdwatersysteem

Rijkswaterstaat werkt al jaren in projecten en programma’s aan een klimaatbestendig hoofdwatersysteem. Met het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) zorgen Rijkswaterstaat en de waterschappen doorlopend voor veilige dijken die nog jaren meekunnen. De eerste serie stresstesten, risicodialogen en de uitvoeringsagenda laten zien dat veel van de huidige activiteiten bijdragen aan het klimaatbestendig maken en houden van dit netwerk. De komende twee jaar wordt er verder onderzoek gedaan naar de knelpunten die in de stresstesten naar voren zijn gekomen.

Het hoofdwegennet

Het gericht uitvoeren van onderhoud blijkt een zeer effectieve en kostenefficiënte maatregel bij het verminderen van de gevoeligheid van het hoofdwegennet (HWN) voor (extreme) neerslag en daarmee voor de dreiging van wateroverlast op het HWN (taludinstabiliteit en plasvorming door extreme regenval). Daarmee wordt namelijk al voor een belangrijk deel voldaan aan de ‘klimaatbestendigheid’ van het HWN. Om klimaatadaptatie in de toekomst integraal mee te kunnen nemen in het beheer en onderhoud van het HWN is een aantal acties voorbereid. Bijvoorbeeld het berekenen van de maatschappelijke kosten en baten van maatregelen. En het ontwikkelen van (prestatie)indicatoren voor klimaatadaptatie op het HWN.

De overstroomde A79 bij Venlo.
Ingezakt talud bij de overstroomde A79 bij Venlo.
SDG iconen
SDG’s 11, 13 en 17.

Met de hierboven genoemde resultaten levert IenW een bijdrage aan het behalen van de SDG’s 11, 13 en 17.

Dilemma’s en uitdagingen

Klimaatadaptatie is iets dat we samen moeten doen. Mede daarom voeren we risicodialogen, om het bewustzijn bij externe partijen te vergroten. We merken grote verschillen in het bewustzijn over klimaatadaptatie bij de partijen waarmee we in gesprek zijn, maar duidelijk is dat de urgentie van klimaatadaptatie in de afgelopen paar jaar overal is gestegen. Dit komt enerzijds door een toename van overlast door extreem weer over de hele wereld, en anderzijds door inspanningen om dit thema op de kaart te zetten. Ook onze risicodialogen spelen hier een rol in. De onzekerheden omtrent klimaatverandering en weersextremen zijn groot en zorgen voor uitdagingen ten aanzien van de beslissingen die we op dit moment al moeten nemen.

Het laten landen van klimaatadaptatie in de reguliere processen van aanleg, vervanging en renovatie en beheer en onderhoud is en blijft de uitdaging. Deze processen zijn complex, er is niet altijd budget beschikbaar en we nemen klimaatadaptatie nog niet vanzelfsprekend mee in de scope van het beheer en onderhoud. Binnen aanleg en vervanging is er meer aandacht voor klimaatadaptatie, bijvoorbeeld in spelregels en handreikingen. Bovendien wordt er gewerkt aan een afwegingskader klimaatadaptatie.

Stresstesten en risicodialogen

In de stresstesten en risicodialogen gaven we aandacht aan de afweging van risico's, kansen en eventuele maatregelen. Ook vormden we met deze instrumenten een beeld van de klimaatbestendigheid en gevoeligheid voor klimaatverandering van de netwerken. Daarbij keken we naar maatschappelijke en economische schade.

In de stresstesten keken we specifiek naar de gevoeligheid van de netwerken voor klimaatverandering: hitte, droogte, overstromingen en wateroverlast door regen. Deze gegevens en kwetsbaarheden bracht Rijkswaterstaat vervolgens in kaart in een Klimaateffectatlas (RWS KEA). Hiermee hebben we beter zicht op de impact van bijvoorbeeld regionale overstromingen op het HWN en kunnen we gerichtere maatregelen bedenken. De stresstesten worden elke vijf of zes jaar herhaald.