Strategie KCI

Dit artikel hoort bij: Duurzaamheidsverslag IenW 2021

Strategie KCI Rijksinfrastructuurprojecten

E-graafmachine aan het werk bij de A16

Foto E-graafmachine aan het werk bij de A16.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil ook in de uitvoering van het werk duurzaam zijn. We hebben de ambitie om uiterlijk in 2030 volledig klimaatneutraal te zijn en circulair te werken. Hieronder, en in de volgende hoofdstukken, behandelen we onze invloed als opdrachtgever van infraprojecten.

Stikstof zorgde voor onzekerheid over het doorgaan van bouwprojecten en corona hinderde het onderlinge contact. Desondanks hebben we in 2021 nieuwe stappen kunnen zetten om de uitvoering van ons werk te verduurzamen.

Als grote opdrachtgever van infraprojecten is het de ambitie van IenW om in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair te werken, met hoogwaardig hergebruik van alle materialen en een halvering van het gebruik van primaire grondstoffen. Zo verminderen we ook de uitstoot van fijnstof en stikstof. 

We werken sinds 2019 met de strategie Naar klimaatneutrale en circulaire rijksinfrastructuurprojecten (KCI), vanuit de ambitie om uiterlijk in 2030 volledig klimaatneutraal te zijn en circulair te werken. De focus van onze aanpak ligt bij de werkterreinen met de meeste klimaat- en grondstoffenimpact. Dit zijn: wegverharding, kunstwerken, kustlijnzorg & vaargeulonderhoud, weg- dijk- spoormaterieel en spoor. Samen met belanghebbenden uit de markt, andere publieke opdrachtgevers en kennisinstellingen ontwikkelen we voor elk van deze werkterreinen een transitiepad waarin we de meest realistische route naar 2030 bepalen. 

We bekijken per transitiepad wat er nu al kan, welke innovaties nodig zijn en hoe we de lat steeds hoger kunnen leggen. Onze aanpak is meerjarig. Zo zorgen we ervoor dat we de afgesproken koers vasthouden en dat investeringen van bedrijven op de langere termijn renderen.

De uitvoeringsorganisaties ProRail en Rijkswaterstaat stoten samen ongeveer 0,7 Megaton CO₂ uit bij hun aanleg-, beheer- en onderhoudsprojecten. Voor Rijkswaterstaat komen we op een jaarlijkse uitstoot van 612 kiloton CO₂ uit. De berekening van die 612 kiloton is gebaseerd op alle aanleg-, beheer- en onderhoudsprojecten die we uitvoeren op de 3 netwerken van Rijkswaterstaat. De berekening staat uitgelegd in het hoofdstuk Over dit verslag.

Aan de slag met de KCI-strategie

Eind 2020 maakte IenW 50 miljoen euro vrij voor Rijkswaterstaat en ProRail, om een voortvarende start te maken. Met dit zogeheten impulsbudget worden koplopers in de markt beloond en eventuele meerkosten van duurzame maatregelen bekostigd. We konden in 2021 dus écht aan de slag met de uitvoering van de strategie. En we hebben dit impulsbudget direct gebruikt om projecten te verduurzamen. In het hoofdstuk Energieverbruik en emissies in de keten lees je meer over de projecten die hier in 2021 uit voort zijn gekomen. Daarnaast hebben we samenwerkingen met de markt en medeoverheden opgezet, waarbij we zien dat de markt al veel initiatieven neemt. 

In 2021 heeft IenW de financiering van de KCI structureel gemaakt door het op te nemen in het budget voor regulier beheer en onderhoud. Hierdoor raakt het thema duurzaamheid steeds meer ingebed in onze projecten. In het beheer en onderhoud is een vaste set maatregelen is gemaakt om toe te passen in de projecten. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn de inzet van elektrisch materieel of het gebruik van Lage Temperatuur Verhardingen (LTV).

Deze vaste set maatregelen is voorgelegd aan 125 infrastructuurprojecten in de realisatiefase om er een of meerdere op te nemen. Zo zijn er 34 lopende aanleg-, beheer- en onderhoudsprojecten geselecteerd om de extra duurzame maatregelen toe te passen en zo bij te dragen aan de realisatie van de ambitie. Daarnaast is een deel van het budget opzij gelegd voor projecten die mogelijkheden zien om klimaatneutraal of circulair te werken. 

Selectie van duurzame projecten en initiatieven in 2021

(Tekst gaat door onder de infographic)

Energielabels tunnels (WNN)

De Coentunnel is grootste elektra verbruiker van alle tunnels van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat ontwikkelt een energielabel voor alle tunnels langer dan 250 meter. Het energielabel geeft inzicht of een tunnel zuinig of onzuinig is. Zo kunnen we leren en best practices toepassen. Met het energielabel kan ook een ambitie worden uitgesproken, bijvoorbeeld; alle tunnels voldoen minimaal aan energielabel C voor een bepaald jaar.

Monitoringsboeien Holwerd-Ameland (Noord Nederland),

Er is een meetsysteem uitgerold in de boeien op de Waddenzee om te kijken hoe de slib zich ontwikkelt. Hierdoor kan een nauwkeuriger inschatting gemaakt worden wanneer er gebaggerd moet worden. De boeien worden in de loop van 2022 geplaatst.

Warmte uit Water: pilotprojecten thermische energie uit oppervlaktewater

Het Bouwcampusproject Warmte uit Water heeft als doel de sectoren Water en Energie in de praktijk met elkaar te verbinden. Hierbij ligt de focus op thermische energie uit oppervlaktewater. Rijkswaterstaat en Alliander werken samen om, op basis van één tot drie proeflocaties bij gemeenten, de leerervaringen uit te werken waarmee de opschaling van thermische energie uit oppervlaktewater in Nederland een vlucht kan nemen. Met thermische energie uit oppervlaktewater kan een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening mogelijk worden gemaakt.

John Frostbrug (Oost-Nederland)

Het onderhoud van de John Frostbrug is een pilot in het kader van het project emissieloze bouwplaats. De aannemers die een offerte uitbrachten zijn uitgedaagd om de emissies van het project zo laag mogelijk te houden. Door bijvoorbeeld de inzet van elektrisch materieel en de toepassing van zonnepanelen.

Onderhoud rivieren en kanalen Oost-Nederland

In Oost-Nederland wordt een groot project gestart voor het onderhoud aan vaargeulen, oevers en kribben. De aannemers nemen duurzaamheid mee in de projecten door 50% CO2-reductie voor alle werkzaamheden te beloven, inclusief een verwachte reductie van stikstof- en zwaveloxide-emissie. Ook is er onderzoek naar het reduceren van het gebruik van grondstoffen en hergebruik van bestaande materialen.

OER project A15 (Oost Nederland)

Het project Energiecorridor A15 verkent welke mogelijkheden er zijn om langs de A15 in de Betuwe Rijksgronden in te zetten voor de opwek van zonne-energie. ProRail, beheerder van de naastgelegen Betuweroute, neemt ook deel aan het project. Hierdoor is kan een omvangrijk areaal Rijksgrond als geheel worden onderzocht. De Rijkspartners –ProRail, Rijksvastgoedbedrijf, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Rijkswaterstaat - doen de verkenningsfase in nauwe samenwerking met twee RES-regio’s (7 gemeenten), de netbeheerder en de provincie, waarbij het de bedoeling is te zoeken naar koppelkansen met andere ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. Het projectgebied strekt zich uit tussen de knooppunten Deil en Valburg.

Afronding LIVES project Maas (Zuid-Nederland)

Het project LIVES richtte zich op het terugdringen van plastic afval in de Maas. LIVES bevorderde grensoverschrijdende samenwerking aan de zwerfafvalproblematiek door overheidsinstellingen, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties uit de Euregio Maas-Rijn bij elkaar te brengen. Centraal bij het project stonden data-inventarisatie en monitoring van zwerfafval, maatregelen om de hoeveelheid afval terug te dringen, waaronder bewustwordingscampagnes en de installatie van vijf verschillende soorten plasticvangers, en het bevorderen van samenwerking.

A79 hergebruik geleiderails (Zuid-Nederland)

In Nederland is de meest gebruikelijke vorm van de geleiderails uitgevoerd in thermisch verzinkt staal. Deze geleiderail wordt gerenoveerd in plaats van vervangen. Hergebruik is circulair en vermindert CO2 uitstoot.

A2 VKH (GPO / Zuid Nederland)

Drie grote faunapassages worden aangelegd voor de ecologische verbindingen en de A2 wordt aan beide kanten voorzien van een Parkway. Dit draagt bij aan het landschap en de ecologische waarde van het traject van circa twintig kilometer op de A2 tussen de knooppunten Het Vonderen (A2/A73) en Kerensheide (A2/A76).

InnovA58 (GPO / Zuid Nederland)

In het project InnovA58 experimenteren we, naast de opgave van de wegverbreding van de A58, met innovatieve, duurzame werkwijzen en producten voor de wegenbouw. Zijn deze succesvol, dan willen we ze toepassen bij de verbreding van de A58 en andere wegenprojecten.

Walstroom en laadinfrastructuur (Zee en Delta)

Op locatie Sluiskil is gestart van de aanleg van walstroom voor de binnenvaart. Schepen aan ligplaatsen kunnen zo stroom afnemen en hoeven hun aggregaten niet aan de houden. Dit vermindert geluidsklachten van omwonenden en draagt bij aan schonere lucht in de kanaalzone. Op andere locaties (Hansweert, Wemeldinge en Krammersluizen) worden aansluitingen voorbereid waarmee de schepen van de Rijksrederij hun batterijpakket kunnen opladen. Op locatie Neeltje Jans komt laadinfra voor de schepen van Rijksrederij en voor de onderhoudsaannemers die zo hun elektrisch materieel kunnen opladen.

Duurzaam wegenonderhoud (Zee en Delta)

Met de aannemer is een pakket aan duurzaamheidsmaatregelen afgesproken. Bij vervanging of renovatie worden duurzame versies teruggeplaatst, zoals opgeknapte geleiderail en refurbished bebording.

Baggeren Zandkreekgeul (Zee en Delta)

Een flinke reductie van de CO2-uitstoot is bereikt ten opzichte van de reguliere werkwijze door een slimme inzet van schepen, passend bij te baggeren hoeveelheden, in combinatie met toepassing van biobrandstoffen (HVO).

1ste Heinenoordtunnel (West Nederland Zuid)

De tunnel is aangelegd in 1969 en is toe aan een grote renovatie. De opgave omvat onder andere het renoveren of vervangen van de technische installaties, renoveren van de bestaande dienstgebouwen en het realiseren van een middentunnelkanaal. Duurzaamheid heeft een rol in het plan, zo wordt de benodigde energie voor de tunnel opgewekt met een eigen zonneweide op een nabije locatie. Alle nieuwe installaties worden in de bestaande dienstgebouwen geplaatst, in plaats van deze te slopen en nieuwe te bouwen, wat een forse verlaging van de benodigde grondstoffen oplevert.

Duurzaamheidsmaatregelen in onderhoudscontract A13 (West-Nederland-Zuid)

In het lopende contract voor het groot onderhoud van de wegen in Zuid-Holland zocht Rijkswaterstaat naar extra duurzaamheidsmaatregelen. De aannemer ging de uitdaging aan én deed er nog een schepje bovenop door te investeren in elektrische materieel.

Herplant van bomen & natuurimpuls langs N246

De oude populieren langs de N246 vormden een gevaar voor de verkeersveiligheid. Er is toen ingezet op vergroten van de veiligheid en een verrijking van het traject met inheemse bomen en struiken. Het verwijderen van de populieren gebeurde zorgvuldig onder ecologische begeleiding. De lagere begroeiing rond de bomen bleef behouden. Er werd gewerkt buiten het broedseizoen en met gebruik gemaakt van rijplaten, om de natuuroever en het er naast gelegen grasland te sparen. Op de plek van de verwijderde populieren zijn meer dan 300 inheemse bomen geplant: zwarte populier, ratelpopulier, noorse- en veldesdoorn, els, ruwe- en zachte berk, haagbeuk, wintereik, zoete kers, wilde appel, lijsterbes, winterlinde. Ook zijn er zeven soorten heesters geplant. Hiermee is de biodiversiteit verrijkt. Op initiatief van Kontakt Milieubeheer Zaanstreek worden mogelijkheden benut om het vrijkomende hout te gebruiken voor takkenrillen en broedplaatsen voor wilde bijen en andere mogelijkheden om de natuur in de directe omgeving te versterken. De gemeente Zaanstad is hierbij ook nauw betrokken.

Marijkesluis (Midden-Nederland)

Voor Marijkesluis zal duurzaamheid steeds een afwegingscriterium in de ontwerpvragen zijn. In de aanbesteding is o.a. het volgende meegegeven: • Alle objectverlichting en scheepvaartseinen vervangen door LED-uitvoering • Aanwezigheidsdetectie voor de verlichting • Aandrijving van de deuren en deurschuiven herzien i.r.t. energieverbruik • Stand-by apparatuur in slaapstand uitschakelen • No break system realiseren

2e Heinenoordtunnel (GPO / West-Nederland Zuid)

Het project kent twee doelstellingen, het renoveren van de 1e Heinenoordtunnel en het ontwikkelen en toepassen van een generieke herbruikbare 3BT bouwblok. Het 3BT bouwblok bestuurt alle dynamische functies in een brug, zoals de signalering, afsluitbomen en het aansturen van de brugvallen. Het bouwblok kan worden toegepast op vrijwel alle bruggen van Rijkswaterstaat en gebruik ervan zorgt voor voorspelbaar onderhoud, grotere betrouwbaarheid, minder storingen en de mogelijkheid om operators flexibeler in te zetten. (Bediening, Besturing en Bewaking). In dit project wordt duurzaamheid op veel manieren toegepast, onder andere: • Energiebesparing (o.a. LED tunnelverlichting en Phase Change Materials koeling ruimtes) • Geen toepassing van noodstroomaggregaten op fossiele brandstoffen maar voedingen van Stedin vanaf 2 kanten • Voorbereidingen voor mogelijke toepassing van een zonnepanelenveld in de toekomst • Opstellen business case voor toepassing duurzame energiebuffering (bijvoorbeeld waterstofbromide opslag) • Herinrichting i.p.v. nieuwe dienstgebouwen • De tunnel gaat niet langdurig dicht, waardoor geen extra CO2 uitstoot t.g.v. omleidroutes ontstaat • Toepassen van een materialenpaspoort • Inrichting emissiearme bouwplaats • Vrijkomende materialen gebruiken als reservematerialen voor andere tunnels

Resultaten in 2021

In het hoofdstuk Energieverbruik en emissies in de keten rapporteren we over uitstootvermindering bij het uitbesteden van producten en diensten. Het hoofdstuk Circulaire economie gaat dieper in op onze inspanningen om circulair te werken. Deze beide thema’s vallen onder de strategie KCI.

Daarna behandelen we nog een aantal thema’s die buiten de strategie vallen. In de hoofdstukken Duurzaam waterbeheer en Beheer van bodem en ondergrond lees je hoe we onze water- en wegennetwerken duurzaam beheren en onderhouden. Verder omschrijven de hoofstukken Klimaatadaptatie en Biodiversiteit hoe we klimaatbestendig en met aandacht voor het ecosysteem te werk gingen in 2021. Tot slot lees je in het hoofdstuk Gezonde leefomgeving over onze ambitie voor verbetering van de luchtkwaliteit en geluid.

Vijf transitiepaden

Het programma waarmee we de KCI-strategie implementeren is uitgewerkt in vijf transitiepaden. 
1.    Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud
2.    Wegverharding
3.    Weg-, Dijk- en Spoormaterieel (voorheen Bouwplaats en Bouwlogistiek) 
4.    Kunstwerken 
5.    Spoor

In 2021 zijn we samen met de markt en andere overheden gestart met het opstellen van routekaarten voor deze verschillende transitiepaden. In deze routekaarten willen we bijvoorbeeld aangeven waar we op in willen zetten en hoe de veranderstrategie eruit gaat zien. Zo helpen we de markt bij het bepalen van hun toekomst. Daarnaast werken we voor de transitiepaden Weg-, Dijk- en Spoormaterieel en Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud één op één samen met de routekaart op weg naar Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Hieronder geven we een kort overzicht van de ambities en werkwijzen die in de verschillende routekaarten zijn opgesteld. Meer informatie over de routekaarten vind je hier.

Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud

IenW wil een klimaatneutrale en circulaire uitvoering van vaargeulonderhoud (zoet en zout) en kustlijnzorg vanaf 2030. Dit willen we onder meer bereiken door middel van innovaties, een meer efficiënte werkwijze en het standaard meenemen van duurzaamheid in aanbestedingen.

Wegverharding

IenW wil de wegverhardingen voor de snelwegen in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair aanleggen, beheren en onderhouden met 50% minder primaire grondstoffen. Dit willen we bereiken door enerzijds in te zetten op projecten die de levensduur verlengen, en anderzijds door in te zetten op emissieloos en circulair bouwen.

Weg-, Dijk- en Spoormaterieel

IenW wil dat de bouwplaatsen en de bouwlogistiek voor de aanleg-, beheer- en onderhoudsprojecten van Rijkswaterstaat en ProRail in 2030 geen emissies uitstoten. Dit betekent dat er geen uitstoot van CO₂, NOx en fijnstof op de bouwplaats plaatsvindt. Dit is te bereiken door elektrificatie van het materieel en het toepassen van nieuwe logistieke concepten. De aanpak krijgt vorm via inzet op 4 verschillende sporen: techniek, governance, contractering en financiering.

Kunstwerken

IenW wil de kunstwerken in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair aanleggen, beheren en onderhouden met 50% minder primaire grondstoffen. Dit willen we bereiken door levensduurverlenging met waardebehoud te realiseren voor het bestaande beheergebied, en door het ontwikkelen van nieuwe klimaatneutrale en circulaire materialen die gebruikt worden bij de aanleg en het beheer en onderhoud.

ProRail werkt ook volgens de strategie Klimaatneutrale en Circulaire Rijksinfraprojecten. Zij werken net als Rijkswaterstaat aan de transitiepaden Weg-, Dijk- en Spoormaterieel en Kunstwerken en werken en daarbij ook aan het transitiepad Spoor. ProRail rapporteert zelfstandig over duurzaamheid. Deze informatie is te vinden via hun website

Fries Heinis
Fries Heinis

‘Daag de markt uit, dat willen we graag’

IenW, Rijkswaterstaat, ProRail; als grootste brancheorganisatie voor bouw- en infrabedrijven heeft Koninklijk Bouwend Nederland daar veel contact mee. Wat valt algemeen directeur Fries Heinis op aan dat contact tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers in 2021?

‘In crises moet je elkaar opzoeken, en dat gebeurde in coronatijd. We zaten veel om tafel om samen na te denken over hoe we toch konden doorbouwen. Zo werkten we met Rijkswaterstaat samen in een Taskforce Infra. Ook op duurzaamheidsthema’s werden onze leden betrokken bij de totstandkoming van beslissingen. De verbinding was goed.

Het afgelopen jaar werd het overleg soms alleen wel wat te veel en ongecoördineerd. Onze leden denken graag vanuit de praktijk mee met opdrachtgevers over bijvoorbeeld nieuwe innovaties of contractvormen. Heel graag zelfs. Maar op landelijk en regionaal niveau schieten de overlappende overlegtafels nu als paddenstoelen uit de grond, waardoor onze ondernemers door de bomen het bos niet meer zien. Om het efficiënt en behapbaar te houden, is een interdepartementale, integrale aanpak nodig.

Die hoeveelheid laat natuurlijk ook zien wat een positieve stroming er op gang is gekomen: duurzaamheid wordt serieus genomen en staat op de agenda. Zo hebben we Rijkswaterstaat afgelopen jaar mogen feliciteren met hun tweede plek in de top 25 meest duurzame publieke opdrachtgevers. In 71% van de aanbestedingen paste Rijkswaterstaat gunningscriteria toe waarmee marktpartijen zich op duurzaamheid konden onderscheiden. 

Het voelt wel dubbel, moet ik zeggen. In het ideale geval zou ik de top drie toch 100% zien scoren. En dan te bedenken dat Rijkswaterstaat met kop en schouders boven veel van de andere overheden uitsteekt. Tweederde van alle publieke opdrachtgevers gebruikt geen enkel duurzaamheidscriterium bij aanbestedingen. Dat kan niet. Het kon al niet, maar nu zeker niet. 

Kortom: er is nog werk aan de winkel, maar de verduurzamingsgolf beweegt de goede kant op. Ik hoop de toonaangevende infrastructurele opdrachtgevers onder IenW volgend jaar met nog veel hogere scores een taart te kunnen overhandigen. Opdrachtgevers bepalen voor ons bouwers de spelregels. Dus maak bijvoorbeeld de Milieukostenindicator een standaard onderdeel van alle contracten binnen het infradomein van IenW. Daag de markt uit om duurzamer te werken. Dat willen we graag.’