Foto Voetgangersbrug van de Vismigratierivier door de Afsluitdijk
In een klein land als Nederland wonen en werken mensen naast dieren en planten, die leven op, in en naast een infrastructuur van wegen, steden, industriegebieden, landbouwgebieden en watersystemen. Door ons eigen gebruik, dat in toenemende mate intensiveert, maar ook door klimaatverandering, is het steeds lastiger de biodiversiteit en de kwaliteit van bodem- en watersystemen te waarborgen. Zo kunnen plant- en diersoorten de veiligheid en het functioneren van onze watersystemen en infrastructuur ook belemmeren. Als beheerder heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een zorgplicht als het gaat om soortenbescherming en herplantingsplicht. Op deze pagina rapporteren we over onze aanpak en resultaten op het gebied van het behoud en herstel van de biodiversiteit.
Biodiversiteit gaat om meer dan planten, dieren, reptielen en insecten (kort: planten en dieren). Wanneer er sprake is van gezond functionerende ecosystemen met een hoge biodiversiteit, wil dat zeggen dat er voldoende relaties tussen planten en dieren zijn om het ecosysteem veerkrachtig en in balans te houden. Hierdoor ontstaat leveringszekerheid van essentiële ecosysteemdiensten zoals schone lucht en water, een gezonde bodemkwaliteit en natuurlijke bestuiving van gewassen.
Biodiversiteit levert ook infra- en waterbeheerders nuttige ecosysteemdiensten. Dijken en bermen met kruiden in de grasmat zijn bijvoorbeeld steviger en veiliger dan die met alleen grassen, vanwege de diepere doorworteling. Bovendien profiteren insecten van de aanwezigheid van bloemen. En ook door zuivering en infiltratie van water, en opslagcapaciteit van CO₂ in veerkrachtige ecosystemen, levert biodiversiteit een bijdrage om effecten van klimaatverandering op te vangen. Dat alles maakt behoud van biodiversiteit belangrijk.
Rol, doelstelling en aanpak IenW
Als beheerder van Nederlandse natuurgebieden draagt IenW via de uitvoering van Europese natuurwetgeving en Nederlandse Omgevingswet direct bij aan doelstellingen op het gebied van natuurbehoud en herstel. We hebben geen eigen doel wat betreft biodiversiteitsherstel, maar we werken aan verschillende wettelijke taken. Ten aanzien van het behoud en herstel van biodiversiteit en natuur- en waterkwaliteit, zijn er namelijk internationale afspraken en Europese en nationale wetgeving. Denk aan de Vogel- en Habitatrichtlijn, Kaderrichtlijn Water en Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De Vogel- en Habitatrichtlijn is op nationaal niveau verankerd in de Wet natuurbescherming, waaruit ook het beschermingsregime van Natura 2000 en soortenbescherming is voortgevloeid. We verantwoorden ons hierover onder andere in het reguliere jaarverslag van IenW.
Biodiversiteit is een thema waarvoor een gezamenlijke verantwoordelijkheid geldt en dat in samenwerking met andere partijen moet worden uitgewerkt. Daarom werkt Rijkswaterstaat ook in opdracht van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit (LNV) mee aan het Programma Natuur, waarover je later op deze pagina meer leest.
Voor 25 Natura 2000-gebieden heeft Rijkswaterstaat natuurbeheerplannen opgesteld en met het uitvoeren van deze plannen worden natuurdoelstellingen gerealiseerd. Als beheerder van de grote wateren stellen we stroomgebiedbeheerplannen op voor het realiseren van waterkwaliteitsdoelen en ecologisch gezonde wateren van de Kaderrichtlijn Water. Met de uitvoering van plannen en projecten voor de Kaderrichtlijn Water, de Programmatische Aanpak Grote Wateren en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie dragen we bij aan het behoud van leven in deze wateren. En voor onze activiteiten langs het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet is de Wet Natuurbescherming een randvoorwaarde. Als we de natuurplannen goed uitvoeren, kunnen we een bijdrage leveren aan het behoud en verbeteren van de natuurkwaliteit. We verantwoorden ons hierover onder andere wederom in het reguliere jaarverslag van IenW en in het jaarverslag van LNV.
Concrete resultaten 2023
Natuurlijker beheer uiterwaarden en herstel stikstofgevoelige natuurbermen (Programma Natuur)
In het Programma Natuur van het ministerie van LNV versterken en verbeteren het Rijk, de provincies en maatschappelijke partners samen de stikstofgevoelige natuur. Rijkswaterstaat heeft opdracht gekregen om specifieke natuurherstelmaatregelen in bermen in Oost- en Zuid-Nederland voor te bereiden en uit te voeren.
Deze herstelmaatregelen gaan we naar verwachting in 2024 en 2025 uitvoeren. Denk hierbij aan plaggen, het ontzuren van de bodem, het verwijderen van stikstofminnende opslag en invasieve exoten en kleine hydrologische ingrepen. Ook voerden we een inventarisatie uit naar aanvullende kansen voor stikstofgerelateerd natuurherstel in andere gebieden langs het hoofdwegennet. En we voeren, daar waar het kan en mag, in de uiterwaarden een natuurlijker beheer door. Zo is er ten noorden van de Biesbosch, in de Noordwaard, een grotere focus gelegd op meer natuurgericht beheer. Dit deden we in samenwerking met Staatsbosbeheer. Een belangrijk doel is het ontwikkelen en verbeteren van stroomdalgrasland, welke stikstofgevoelig is en onder druk staat. Door te werken aan de versterking van dit gebied, dragen we ook bij aan de Natura 2000-opgave. Voor meer informatie, verwijzen we je door naar het jaarverslag van LNV.
Ontwikkelingen Nationaal Programma Landelijk Gebied en Agenda Natuurinclusief
In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) werken vanuit de Rijksoverheid de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), LNV en IenW samen met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke partners, (agrarisch) ondernemers, grondeigenaren en gebruikers. IenW levert hier als Rijkspartner concreet een bijdrage aan herstel van de biodiversiteit.
Gedragscode soortenbescherming RWS
IenW houdt bij werkzaamheden rekening met aanwezige beschermde plant- en diersoorten. Hoe we dat doen, is onder andere vastgelegd in de nieuwe Gedragscode soortenbescherming Rijkswaterstaat, die vanaf september 2023 wordt gehanteerd. In de nieuwe Gedragscode is nauwkeurig en limitatief vastgelegd voor welke activiteiten, ofwel werkzaamheden, de Gedragscode gebruikt kan worden en aan welke voorwaarden moet worden voldaan.
Flora, infra en fauna
De directe omgeving van de infrastructuur, zoals een berm, is zeker voor de grotere soorten fauna te onveilig vanwege de risico’s op aanrijdingen en (fysieke) slachtoffers. Het is hier zoeken naar een balans tussen infra en natuur. Een primaire taak van IenW is het borgen van de openbare veiligheid van het weg- en spoorverkeer en anderzijds de zorgplicht voor de instandhouding van wettelijk beschermde soorten.
In 2023 is het Actieprogramma flora, infra en fauna gestart. Dit actieprogramma heeft als doel een balans te creëren tussen flora, infra en fauna en aandacht te besteden aan plekken waar de bereikbaarheid en veiligheid van de infrastructuur aangetast kan worden door flora en fauna. Dit programma onderzoekt potentiële risico’s en trends in de ontwikkelingen van flora en fauna om te komen tot een toekomstbestendige en meer preventieve aanpak. Daarvoor zijn soms aanvullende maatregelen nodig, waarvan je hieronder 3 voorbeelden leest.
Dassen en bermen
Wegen en dijken ondervinden hinder door graverij van dassen. De risico’s op ondergraving, schade aan en uitval van infrastructuur nemen door de toename van het aantal dassen sterk toe. Daarbij is er vanuit het basiskwaliteitsniveau besloten om minder bermbeheer uit te voeren, wat de kans op aanrijdingen vergroot, omdat steeds meer dassen dicht bij de weg leven. Deze afschaling vindt zijn oorsprong in de keuzes die in 2023 door IenW zijn gemaakt vanwege schaarste aan capaciteit en middelen voor het onderhouden van de netwerken van Rijkswaterstaat. Een van de keuzes die vorig jaar is gemaakt is om voor het onderhoud van bermen langs snelwegen minder geld te reserveren en alleen dat te doen wat noodzakelijk is voor de veiligheid op de weg. Hoogstwaarschijnlijk heeft dit een negatief effect op de biodiversiteit.
Bevers en dijken
De beverpopulatie groeit en dat is goed nieuws. De bever is onderdeel van een gezonde biodiversiteit en zorgt met zijn dammen voor vernatting en het vasthouden van water en door zijn knagerij voor verjonging van bossen. Maar bevers kunnen ook voor overlast zorgen, doordat ze bijvoorbeeld in dijken en kanaaloevers graven. We willen de beverpopulatie gezond houden, maar voorkomen dat de dijken in gevaar komen. Een risico kan ontstaan tijdens perioden met hoogwater als beverburchten in het uiterwaardengebied overstromen. De bevers worden dan gedwongen nieuwe burchten te graven, wat ze soms in kwetsbare gebieden doen die cruciaal zijn voor de bescherming van Nederland tegen het water.
Om dit te voorkomen is op dit moment een pilot bezig om hoogwatervluchtplaatsen aan te leggen, waarheen bevers kunnen vluchten indien er sprake is van extreem hoog water. Deze pilot is gestart in de winter van 2023 en loopt tot het voorjaar van 2025. Deze pilot is een mooi voorbeeld van de ambitie om te zorgen voor zowel de instandhouding van een gezonde beverpopulatie als het behoud van onze dijken.
Opnieuw asfalteren rondom de A73
Door de tunnels die bevers hebben gegraven, zijn er scheuren in het asfalt van de A73 ontstaan en zijn borden scheef gaan staan. Daarom is de A73, specifiek de afrit naar Venray, in september 2023 2 weken afgesloten en opnieuw geasfalteerd. De werkzaamheden zijn met een werkprotocol en begeleiding op locatie uitgevoerd en er is voldoende geschikt leefgebied voor de bever in de omgeving behouden. Om de afrit in de toekomst te beschermen, is als preventieve maatregel een ‘beverwerend’ raster geplaatst om graverij in de toekomst tegen te gaan.