Foto Een fietser fietst over de fietsbrug Maasover
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkt aan slimme mobiliteit zonder emissies. Niet alleen binnen onze eigen organisatie, maar ook voor heel Nederland. Op deze pagina rapporteren we over onze rol bij het stimuleren van duurzame mobiliteit in onze directe invloedssfeer.
Als ministerie zijn we verantwoordelijk voor een bereikbaar Nederland. We werken aan de bereikbaarheid en toegankelijkheid van steden en gebieden voor mensen en goederen. Maar we willen ook dat dit zo duurzaam mogelijk gebeurt.
Rol, doelstelling en aanpak IenW
Binnen verschillende beleidsprogramma’s richten we ons bij IenW voor burgers en (commerciële) organisaties dus onder meer op het gebruik van zero-emissie voertuigen, het delen van auto’s, het stimuleren van fietsgebruik, het vervangen van fossiele energie door hernieuwbare brandstoffen en het vergroenen van ons reisgedrag. Omdat we het belangrijk vinden dat iedereen mee kan doen met de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem, helpen we burgers en ondernemers met verschillende subsidies actief bij de overstap naar duurzame voertuigen. Ook ontwikkelen we een subsidie voor laadinfrastructuur.
Hoewel we beleidsprogramma’s maken voor heel Nederland, hebben ze ook betrekking op onze eigen uitvoering. Vooral bij projecten in de fysieke infrastructuur (op wegen en vaarwegen) proberen we hinder te beperken en duurzame mobiliteit te stimuleren. En we blijven bezig ons eigen voertuigenpark te vergroenen waar dit kan. Deze pagina richt zich met name op hoe wij duurzame mobiliteit in Nederland bevorderen. Op de pagina Onze zakelijke mobiliteit lees je meer over onze doelstellingen en aanpak op het gebied van duurzame mobiliteit binnen onze eigen organisatie.
Concrete resultaten 2023
Slim Reizen
Onder de noemer ‘Slim Reizen’ zorgen we er samen voor dat het verkeer op en rond onze snelwegen tijdens wegwerkzaamheden beter doorstroomt. We moedigen reizigers bijvoorbeeld aan vooraf hun route te checken en waar mogelijk thuis te werken, te reizen op andere tijden of via een andere route, of te kiezen voor ander vervoer dan de auto. Zo blijven regio’s bereikbaar en leefbaar.
Het werk gaat verder dan puur het beperken van hinder bij wegwerkzaamheden. We kijken ook, in samenwerking met regionale en landelijke partners, hoe we onze meerjarige of langetermijnambities en -doelstellingen op het gebied van mobiliteit kunnen formuleren. Op die manier draagt de Hinderaanpak bij aan de transitie naar slimme en duurzame mobiliteit. Voorbeelden van projecten waarin we dit toepasten in 2023 zijn de renovatie van de Heinenoordtunnel, de Haringvlietbrug, de Roertunnel en de tunnel Swalmen. We richten ons hierbij niet alleen op het aanpassen van het reisgedrag van weggebruikers tijdens de werkzaamheden, maar wijzen ze ook op alternatieven die ze daarna kunnen blijven gebruiken.
Stopcontact op Land
In 2023 ging het pilot- en leerprogramma Stopcontact op Land van start. Met dit programma willen we de uitrol van snellaadinfrastructuur faciliteren, door een aanpak te ontwikkelen voor de elektriciteitsvoorziening op verzorgingsplaatsen. Want hoe meer elektrische auto’s er rondrijden, hoe meer laadinfrastructuur we nodig hebben.
In de pilot onderzoeken we hoe we toekomstvaste netaansluitingen op verzorgingsplaatsen kunnen realiseren en hoe we voldoende netcapaciteit over de gebruikers kunnen verdelen. Onze focus ligt op snellaadinfrastructuur voor zowel personen- als vrachtvoertuigen. Én we onderzoeken of en hoe het aansluiten van lokaal duurzaam opgewekte elektriciteit, dus dicht bij de verzorgingsplaats, mogelijk is. Dit om de mobiliteit verder te verduurzamen, het net te ontlasten en de businesscase van Stopcontact op Land te verbeteren.
Dit eerste jaar stond in het teken van het uitwerken van de aanpak en de keuze voor de hoofdbenadering. IenW richt zich in het vervolg van dit programma, in samenwerking met netbeheerders, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Rijksvastgoedbedrijf, op de uitwerking van de rollen en verantwoordelijkheden bij het realiseren van deze netaansluitingen.
Inventarisatie fietsinfrastructuur
De fiets speelt een belangrijke rol in de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem. Goede en veilige fietsinfrastructuur is dus essentieel. Om inzicht te krijgen in de beschikbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de fietsinfrastructuur op Rijksgronden, vond in 2022 al een inventarisatie plaats. Op basis daarvan maakten we in 2023 een voorzichtige inschatting van het onderhoudsbudget dat de komende jaren nodig is om deze fietsinfrastructuur op orde te brengen en te houden. In 2024 en verder zetten we het onderzoek voort door het Basiskwaliteitsniveau Fiets te beschrijven, en de beheerverantwoordelijkheid van de geïnventariseerde fietsinfrastructuur in kaart te brengen.
Smart4Sustainable: kansen voor duurzaamheid bij Smart Mobility-maatregelen
De wereld van de mobiliteit verandert. Er is steeds meer aandacht voor digitalisering en automatisering. Hiermee kunnen we ons wegennet duurzamer onderhouden en dragen we bij aan de veiligheid en doorstroming van het verkeer. Dit noemen we Smart Mobility.
Binnen Smart Mobility groeit de aandacht voor het bevorderen van het duurzaam gebruik van de infrastructuur van IenW. De vraag is of hier ook daadwerkelijk effect valt te behalen. Daarom voerden we een drietal verkenningen uit, om te ontdekken of en in welke mate we kunnen bijdragen aan een duurzamer gebruik van ons hoofdwegennet.
In 2023 onderzochten we in samenwerking met onderzoeksbureau TNO welke relatie er is tussen duurzaamheidsbereik en Smart Mobility-maatregelen. Hierbij lag de focus op het reduceren van de uitstoot van CO₂, stikstof en fijnstof. Dit leidde tot meerdere potentiële maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement, maar ook in vlootmanagement en verkeersmanagement. Eind 2023 startten we, opnieuw met TNO, een nieuw samenwerkingsprogramma. Met dit programma, ‘Smart4Sustainable’, bepalen we welke maatregelen (potentieel) voor de meeste effecten op uitstootreductie in het verkeer zorgen en in welke mate. De resultaten hiervan verwachten we in 2024. Op basis van de resultaten bepalen we of we al dan niet verder kunnen en willen inzetten op het duurzaamheidspotentieel van Smart Mobility.