Foto Ruimte voor de Waal bij de stad Nijmegen

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkt als gebiedspartner in het ruimtelijk domein veel samen met andere (Rijks-)overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven. Die samenwerking is belangrijk voor zowel nationale doelstellingen als onze eigen duurzaamheidsdoelstellingen, bijvoorbeeld als het gaat om het opwekken van hernieuwbare energie op Rijksgronden of om het klimaatrobuust maken van ons land.

Doel en ambitie

Er zijn veel ontwikkelingen in en opgaven voor het ruimtelijk domein. Denk hierbij aan waterberging, omdat hoogwater steeds vaker voorkomt. Maar ook op het gebied van woningbouw zijn er opgaves. Doordat er meer woningen komen, wordt het ook drukker op de wegen ernaartoe. En op dit moment is er een energietransitie gaande naar duurzame, hernieuwbare energie. Dit alles moet worden gerealiseerd terwijl de ruimte zelf schaars is. Ruimtes op een meervoudige manier gebruiken is hiervoor één van de mogelijke oplossingen. Dit betekent dat de verschillende thema’s, opgaven en functies op dezelfde plek kunnen worden gecombineerd, waarbij belangen op een integrale manier worden afgewogen.  

Aanpak en focus

Bij duurzame gebiedsontwikkeling maken we gebruik van de 12 thema's uit het Ambitieweb GWW. In het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) stellen we de vijf thema’s klimaatmitigatie, energie, circulaire economie, klimaatadaptatie en gezondheid centraal. Deze thema’s benaderen we vanuit een integraal perspectief. Waar kunnen ze elkaar versterken en waar zitten ze elkaar in de weg? Waar mogelijk kijken we over de grens van het project, waardoor ook ruimte ontstaat voor de ambities van andere partijen, bijvoorbeeld provincies en gemeenten. 

Om die ruimte voor ambities van andere partijen waar te kunnen maken, zoeken we bij de werkzaamheden aan onze netwerken in een vroeg stadium contact met onze gebiedspartners. Wanneer wij betrokken raken bij initiatieven van anderen in ons beheergebied, willen wij ons als betrouwbare gebiedspartner opstellen, bijvoorbeeld voor energiecoöperaties die Rijksgronden gebruiken voor het opwekken van hernieuwbare energie.  

'Rijkswaterstaat stelde het rapport Kracht van de Uitvoering op'

Kracht van de Uitvoering

Om in kaart te brengen wat er vanuit de praktijk nodig is om integraal te kunnen werken, stelde Rijkswaterstaat het rapport Kracht van de Uitvoering op. Hierin staat de vraag welke samenwerking er in de ogen van gebiedspartners nodig is voor het realiseren van de opgaven in het ruimtelijk domein centraal. 

Uit het rapport Kracht van de Uitvoering is onder andere naar voren gekomen dat de rol van grenswerkers belangrijk is in de samenwerking. Grenswerkers zijn de spil tussen Rijkswaterstaat en externe partijen. Dat vraagt van hen een zekere tweebenigheid: ze staan met één been in Rijkswaterstaat en met één been daarbuiten. Grenswerkers hebben actief contact met gemeentes en provincies, maar ook met bedrijven die laadpalen en zonnepanelen plaatsen en zo meewerken aan de energietransitie. Door meer aandacht te besteden aan de rol van de grenswerkers wordt de afstand tussen strategische doelen vanuit Rijkswaterstaat en de daadwerkelijke uitvoering kleiner. Dit sluit ook goed aan bij de wens om beleid en uitvoering meer in samenwerking met belanghebbenden te ontwikkelen.  

Rol IenW bij gebiedsontwikkeling

We weten nooit precies wat de uitkomsten gaan zijn bij duurzame gebiedsontwikkeling. Daarom is het belangrijk goede procesafspraken te maken en de onderlinge rollen duidelijk te verdelen. Op deze manier zorgen we ervoor dat alle partijen aan tafel weten wat ze moeten doen en wat de verwachtingen zijn. 

We onderscheiden 3 rollen voor IenW (Rijkswaterstaat) binnen gebiedsontwikkeling:  

Uitvoerder: in onze rol als uitvoerder voeren we 3 soorten projecten uit: Beheer & Onderhoud, Vervanging & Renovatie en Aanleg. 

Beheerder: als beheerder krijgen we verzoeken om initiatieven op ons beheergebied te ontplooien. We geven niet alleen vergunningen af, maar maken ook de afweging of wij richting het Rijksvastgoedbedrijf instemmen om gronden op ons beheergebied in gebruik te geven aan derden (en onder welke voorwaarden). 

Gebiedspartner: in de rol van gebiedspartner werken we samen met anderen aan een gebiedsopgave. Het netwerk en de kennis en expertise van IenW helpen zowel de gebiedspartners als IenW hun doelen te behalen. 

'Een belangrijk onderdeel van de Areaalstrategie is de ambitie om meer (pro)actief om te gaan met kansen en risico’s met betrekking tot meervoudig ruimtegebruik van ons areaal'

Areaalstrategie

In 2021 en 2022 ontwikkelden we een Areaalstrategie, zodat we binnen IenW op een meer eenduidige manier om kunnen gaan met vraagstukken die betrekking hebben op meervoudig ruimtegebruik. De behoefte aan een dergelijke strategie komt voort uit het toenemend aantal opgaven en ruimteclaims die op (het areaal van) IenW afkomen. Meervoudig gebruik van ons areaal en de afwegingen die daarbij komen kijken zijn aan de orde van de dag. In de Areaalstrategie geven we aan onder welke condities meervoudig ruimtegebruik kan plaatsvinden en welke prioriteiten we hier als organisatie bij stellen. Om hierbij te ondersteunen is onder andere een GIS-tool ontwikkeld, die het mogelijk maakt geografische data te beheren, te analyseren en te delen. Verder is er een voorkeursvolgorde bepaald, die richting geeft bij de afweging van verschillende (conflicterende) ruimteclaims en de inzet van IenW daarbij. 

Een belangrijk onderdeel van de Areaalstrategie is de ambitie om meer (pro)actief om te gaan met kansen en risico’s met betrekking tot meervoudig ruimtegebruik van ons areaal. De rol van bevoegd gezag en vergunningverlener die IenW in sommige gevallen heeft, biedt in de praktijk maar beperkt ruimte om deze (pro)actieve rol goed in te vullen, omdat je met veel verschillende belangen en wettelijke regels te maken hebt. Door vroegtijdig in gesprek te gaan met omgevingspartners en ons daarbij op te stellen als gebiedspartner die meedenkt over ontwikkelingen op en rond het areaal, ontstaat meer ruimte om vooraf invloed uit te oefenen op ruimtelijke ontwikkelingen. Om ook in de uitvoering een (pro)actieve rol te spelen, is vaak een aanvullende beleidsopdracht nodig. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het programma OER (Opwek Energie op Rijksvastgoed), dat we uitvoeren in opdracht van het ministerie van EZK. Op de volgende pagina, Energietransitie, zal verder ingegaan worden op OER.  

In 2023 oefenden we met de toepassing van de Areaalstrategie in de praktijk bij vijf (bestaande) opgaven van Rijkswaterstaat. Op basis van de leerervaringen die we hierbij opdeden, werken we de komende tijd aan een verdere invulling van de Areaalstrategie. Er is met name nog behoefte aan een doorvertaling van de voorkeursvolgorde naar een regionaal afwegingskader, op basis waarvan concrete verzoeken tot medegebruik van het areaal kunnen worden beoordeeld. 

Verder vraagt gebiedsgericht werken om maatwerkgericht samenwerken met partners. De Areaalstrategie kan helpen om dit maatwerk te structureren, maar biedt geen blauwdruk. De Areaalstrategie blijkt vooral van toegevoegde waarde bij kleine opgaven, zoals eenvoudige initiatieven van derden. Bij grotere opgaven is de hoeveelheid belangen en maatschappelijke impact groter, wat vraagt om meer samenwerking met partners in het formuleren van doelen voor een gebied. Helderheid over de gewenste rol van IenW hierbij is van belang, omdat deze niet direct volgt uit onze kerntaken. 

'Succesvolle voorbeelden van integraal zijn het NOVEX-gebied rondom Zwolle en A12 Slim Reizen bij de Duitse grens bij Arnhem'

Integraal werken op 3 niveaus

Zoals uitgelegd, betekent integraal werken dat meerdere doelen en partijen worden meegenomen in een project, op een manier zodat ze elkaar niet conflicteren, maar juist versterken. Succesvolle voorbeelden hiervan zijn de NOVEX-gebieden rondom Zwolle, A12 Slim Reizen bij de Duitse grens bij Arnhem, maar ook het Reevediep bij Kampen-Zuid. Hieronder lichten we deze drie projecten verder toe.  

NOVEX-gebied Zwolle 

Het is een uitdagende puzzel om Nederland in te richten. De ruimte is schaars en de doelen zijn ambitieus. Om focus aan te brengen in deze puzzel, heeft IenW 16 aandachtsgebieden aangewezen, ook wel de NOVEX-gebieden genoemd.  

Het NOVEX-gebied rondom Zwolle beslaat de delta van de IJssel en de Vecht, met natte en droge, hoge en lage gebieden. Het gebied wordt daarom ook wel ‘Nederland in het klein’ genoemd. Wateraanvoer vanaf de rivieren, beken en weteringen staan via de singels van Zwolle in rechtstreekse verbinding met het IJsselmeer. Het huidige deltasysteem zit echter aan de top van zijn capaciteiten, mede veroorzaakt door het hoge water, met klimaatverandering als één van de oorzaken.  

In het NOVEX-gebied Zwolle betekent dit dat de opgaven zodanig worden ontwikkeld dat er rekening wordt gehouden met zowel toekomstige als huidige klimaatverandering, oftewel klimaatrobuust. Klimaat en duurzaamheid zijn niet zozeer aparte opgaven, maar zijn een vast onderdeel in iedere ruimtelijke opgave waar het IenW voor staat. Op de pagina Klimaatadaptatie lees je hier meer over. 

Kort gezegd houdt klimaatrobuuste ontwikkeling in dat de ruimtelijke opgaven onder andere niet mogen conflicteren met het natuurlijke bodem- en watersysteem. Daarnaast mag nieuwe bebouwing niet leiden tot grotere klimaat- en wateropgaven, maar moet deze juist leiden tot een verkleining daarvan. Wat duidelijk naar voren komt, is het besef dat alles in de ruimtelijke ordening van elkaar afhankelijk is. Dat is de integrale opgave: je kunt het één niet meer los zien van het ander. 

A12 Arnhem-Duitse grens – Slim Reizen 

De A12 is een belangrijke ader van het hoofdwegennet. Het is een van de drukste wegen van ons land, onder andere bij de Duitse grens bij Arnhem. Het doel van het project A12 Slim Reizen is in samenwerking met partners (overheden en het bedrijfsleven) te werken aan duurzame gedragsverandering om de verkeersdrukte te verminderen. Dat betekent het verminderen van files op de A12, zonder dat daar extra asfalt voor nodig is.  

Binnen dit het project is in 2023 de FietsChallenge A12 opgezet. Tussen 15 april 2023 en 14 oktober 2023 werden werkreizigers uitgedaagd vaker de fiets naar het werk te pakken. Hiermee konden deelnemers de drukte op de A12 omzeilen en zorgen voor een beter bereikbare regio. Deelname had daarnaast nóg een positief effect: hoe meer kilometers de deelnemers fietsten, hoe meer geld naar vijf verschillende lokale goede doelen ging. Door op deze wijze de samenwerking aan te gaan, ontstond er op een interactieve manier bewustzijn voor de positieve invloed van fietsen. Het laat zien dat door samen actief het perspectief te verbreden op andere manieren duurzame oplossingen kunnen ontstaan. 

Het Reevediep 

Een kwart van het hoogwater op de Rijn gaat via de IJssel naar het IJsselmeer. Om de rivieren meer ruimte te geven en zo gehoor te geven aan uitdagingen rondom waterberging, is het Reevediep bij Kampen-Zuid opnieuw ingericht. Dit project laat zien hoe je succesvol maatschappelijke doelen en publieke wensen kan integreren in de realisatie. Zo zijn factoren als bereikbaarheid, zowel middels de Hanze-lijn als de N-wegen, als recreatie, meegenomen in de ontwikkeling en realisatie van dit project.  

In 2023 is het Reevediep voor het eerst benut. Tijdens het hoogwater rondom de kerstdagen van 2023 is via de inlaat het Reevediep volgestroomd. De inlaat is een ‘drempel’ die water van de IJssel toelaat wanneer de waterstand in de IJssel te hoog wordt. Tijdens dit hoogwater is slechts een klein deel van de hele capaciteit benut. Dat betekent dat het Reevediep ook in meer extreme omstandigheden de omgeving kan blijven beschermen. Daarbij is het Reevediep een prachtig natuurgebied geworden, waardoor de recreatiedoeleinden van het project ook zijn bereikt.  

In de 3 pagina’s hierna gaan we specifieker in op de onderliggende thema’s energietransitie, biodiversiteit en klimaatadaptatie in de uitvoering van RWS. 

Sustainable Development Goals (SDG’s) 

Gebiedsgericht werken raakt de materiele thema’s energietransitie, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het creëren van maatschappelijke meerwaarde draagt ook bij aan onze voortgang op de Sustainable Development Goals (SDG’s).  

De Areaalstrategie bevat het medegebruik van ons beheergebied voor het opwekken van hernieuwbare energie en draagt hierbij direct bij aan SDG 7: Betaalbare en duurzame energie. Ons beheergebied bestaat uit zowel land als water. Biodiversiteitmaatregelen hebben impact op de voortgang die op ons beheergebied wordt gerealiseerd op SDG 14: Leven op land en SDG 15 Leven in water, maar ook op SDG 3: gezondheid, gezien de impact van een gezonde leefomgeving op het menselijk welzijn. Waar de strategie Klimaatneutrale en Circulaire Organisatie en de strategie Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur ingezet worden om klimaatverandering te voorkomen, dragen de verschillende maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie bij aan SDG 13: klimaatactie door de impact van klimaatverandering te bestrijden. 

Omdat gebiedsgericht werken als belangrijkste uitgangspunt heeft om medegebruik te stimuleren, is er een directe bijdrage van deze strategie aan het realiseren van voortgang op de SDG 17: Partnerschappen op doelen te bereiken. Daarnaast draagt gebiedsgericht werken bij aan SDG 9: industrie, innovatie en infrastructuur en SDG 11: duurzame steden en gemeenschappen. De focus op klimaatadaptatie draagt bij aan SDG 6: water en sanitatie, SDG 13: klimaat, SDG 14: leven in het water en SDG 15: leven op het land.