Foto Balgstuw bij Ramspol
Klimaatverandering is een feit, daar kunnen we niet omheen. Nederland moet wennen aan het vaker voorkomen van extreme weersomstandigheden. Denk aan extreme hitte en langere periodes van droogte, maar ook wateroverlast, veroorzaakt door bijvoorbeeld piekbuien en veel regen- en/of smeltwater dat via de rivieren ons land bereikt. Wanneer we geen aanpak formuleren hoe om te gaan met deze extreme weersomstandigheden, kan dat zorgen voor veel overlast, toename van schades en daardoor grote impact op de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid van Nederland. Voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is omgaan met klimaatverandering, en Nederland weerbaar maken tegen weersextremen, aan de orde van de dag.
De gevolgen van klimaatverandering manifesteren zich steeds vaker en met grote impact. Recente voorbeelden uit eigen land illustreren dit: 2023 was bijvoorbeeld een extreem nat jaar. De klimaatscenario’s van het KNMI uit 2023 geven extra urgentie aan de gevolgen van klimaatverandering. Zo geven ze aan dat de zomers droger worden, de winters natter en de gemiddelde temperatuur stijgt, evenals de zeespiegel. Het risico dat we onze netwerken vanwege extreem weer niet optimaal kunnen gebruiken, moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Zonder extra inzet en aandacht voor klimaatadaptatie zullen onze netwerken minder betrouwbaar worden. We moeten omgaan met hoge en lage waterstanden in rivieren, toenemende bodemdaling, verzilting en een stijgende zeespiegel. We moeten onze wegen, bruggen en dijken beschermen tegen bijvoorbeeld clusterbuien, extreme hitte en langdurig hoogwater of droogte. Kortom, de urgentie is hoog.
Het doel van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie en de Nationale Adaptatie Strategie (die hieronder zal worden uitgelegd) is dat alle overheden in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Op dit moment is IenW bezig om op basis van de uitkomsten van de stresstesten, die eens in de zes jaar worden uitgevoerd en waarvan de laatste in 2020 is afgerond, beleid te ontwikkelen voor de netwerken van IenW.
Als het gaat om het focuspunt van klimaatadaptatie, heeft deze als rol het aanjagen en versnellen van het behalen van het doel om Nederland klimaatrobuust te maken. Vanaf 2030 is de ambitie dat klimaatadaptatie standaard meegenomen wordt in zowel de programmering als de financiering. Ook hebben we de ambitie om de ruimtelijke inrichting van Nederland water en bodem sturend te maken. Meer hierover lees je op de pagina Waterbeheer.
De komende jaren ligt de nadruk binnen het thema klimaatadaptatie op de volgende 3 opgaven:
- We maken een beeld van welke ruimte nodig is om klimaatadaptief handelen naar de toekomst toe te kunnen borgen, bijvoorbeeld door een ruimtekaart te maken;
- Er zijn beleidsleemtes op het gebied van klimaat geïdentificeerd. IenW gaat de voorwaarden voor klimaatrobuust handelen verankeren. Denk hierbij aan wateroverlast;
- We hebben de juiste kennis en tools om hiernaar te handelen.
Hieronder lees je concrete resultaten uit 2023 die met deze opgaven in het achterhoofd zijn geformuleerd ofwel gerealiseerd.
Concrete resultaten 2023
Nationale Adaptatie Strategie
De Nationale Adaptatie Strategie (NAS) zet de koers uit voor een klimaatbestendig Nederland: deze strategie brengt nieuwe initiatieven voor klimaatadaptatie op gang, en versnelt en verbreedt bestaande initiatieven. In 2023 is het Nationaal uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie vastgesteld waarin een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste acties op het gebied van klimaatadaptatie die al worden uitgevoerd of waarvan de uitvoering in voorbereiding is. Het laat ook zien hoe de uitvoering van de NAS wordt aangepakt en welke extra stappen er nodig zijn om te versnellen; die zijn samengevat in vijf prioriteiten. Het uitvoeringsprogramma is tot stand gekomen door een samenwerking tussen zeven ministeries, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen.
Kennisprogramma Zeespiegelstijging
In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KPZSS) bundelen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hun krachten. Er wordt onderzocht wat de gevolgen zijn van de zeespiegelstijging en maatregelen worden verkend. In 2023 is een tussenbalans gepresenteerd van het Kennisprogramma. Uit deze tussenbalans kan worden opgemaakt dat het van belang is dat er ruimte wordt bewaard voor dijkversterkingen en waterberging en dat er bij buitendijkse ontwikkelingen voldoende rekening wordt gehouden met peilverhogingen. Daarnaast is het van belang dat er, ondanks de aanleg van windmolenparken, voldoende zand winbaar blijft voor toekomstige kustlijnzorg. Ook zorgt zeespiegelstijging op termijn voor een toename van de verzilting in de kuststreek.
Programma Integraal Riviermanagement
Binnen het programma Integraal Riviermanagement (IRM) werken het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten de komende decennia aan een toekomstbestendig Maas- en Rijnsysteem. Als dit systeem goed functioneert, is deze op meerdere manieren te gebruiken en duurzaam te beheren. Eind 2023 is het Ontwerp Programma IRM naar de Kamer gestuurd en deze zal, na de inspraakperiode, naar verwachting in het voorjaar van 2024 definitief worden gemaakt. Daarna zal het programma IRM in een eerste fase starten om de benodigde ruimte voor de rivier te concretiseren, waarmee we de effecten van klimaatverandering kunnen opvangen. Het doel daarbij is een balans te vinden tussen hoogwaterveiligheid, natuur en waterkwaliteit, zoetwaterbeschikbaarheid en bevaarbaarheid.