Foto True pricing

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil ook zijn facilitaire producten en diensten verduurzamen. Op deze pagina rapporteren we over ons afvalbeheer, onze catering, het (her)gebruik van ons meubilair en de automatisering van onze kantoorlocaties.

Het belang van circulariteit neemt toe, binnen én buiten onze organisatie. Door verspilling tegen te gaan voorkomen we onnodig gebruik van (schaarse) materialen en grondstoffen. Als verantwoordelijke voor de circulaire economie en het afvalbeleid in Nederland wordt er óók van ons verwacht dat we intern stappen zetten op dit onderwerp. We halen in Nederland bovendien veel grondstoffen uit het buitenland. Met onze grondstofconsumptie leggen we zo ook veel druk op het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen in andere landen.

Rol, doelstelling en aanpak IenW

IenW streeft naar een klimaatneutrale en circulaire werkplek in 2030, waar afval nagenoeg niet meer bestaat. Onze doelstelling voor afval is gelijk aan die van de hele Rijksoverheid; het percentage restafval verminderen tot maximaal 35% van de totale hoeveelheid kantoorafval (minus papier en karton). Onder restafval verstaan we: afval dat je niet gescheiden kunt inleveren. 

Het idee achter deze doelstelling is dat de resterende afvalstromen dan zuivere stromen zijn die weer als grondstof kunnen worden teruggebracht in de keten. Deze zogenaamde monostromen bestaan uit 1 materiaalsoort of 1 type product waardoor recycling makkelijker is. 

IenW heeft invloed op de kwaliteit (betere afvalscheiding) én kwantiteit (minder afval) van zijn afvalverwerking. We verbeteren de bestaande inzamelingsmiddelen door het aanbieden van voldoende en goed zichtbare afvalcontainers en trachten medewerkers te helpen om hun afval in de juiste bak te gooien door het ophangen van posters en het plakken van herkenbare standaardpictogrammen. 

Voor de overige producten en diensten hebben we vooralsnog geen eigen kwantitatieve doelstellingen. We zijn afhankelijk van rijksbeleid en daarmee samenhangend centraal af te nemen producten en diensten. Deze afhankelijkheid maakt het werken aan een circulaire bedrijfsvoering weliswaar lastiger, maar dit wil niet zeggen dat er geen relevante ontwikkelingen zijn. Zo refurbishen en hergebruiken we kantoormeubilair. Verder willen we via onze catering verspilling van de producten die we aanbieden tegengaan. Per dienstonderdeel of inkoopcategorie zijn er soms wel aparte (kwantitatieve) afspraken gemaakt met leveranciers. 

'Het afgelopen jaar heeft veel inzichten gebracht'

Concrete resultaten 2023

Wat houdt een circulaire organisatie in? Het is best moeilijk voor collega’s binnen IenW om daar een goede voorstelling van te maken. Zeker ook omdat we, op ons afvalbeleid na, geen vaste doelen hebben om naar toe te werken. In 2023 zijn we daarom nauwkeuriger gaan onderzoeken wat het betekent om een circulaire organisatie te zijn en wat we daarbij van collega’s verwachten. 

Het afgelopen jaar heeft daarmee vooral veel inzichten gebracht. Zo werd het duidelijk dat het beter werkt om duidelijke en concrete doelen te stellen, zodat mensen weten waar ze naar toe bewegen. Op die manier willen we stap voor stap richting een klimaatneutrale en circulaire organisatie bewegen. 

De komende jaren gaat een aantal facilitaire aanbestedingen lopen (voor meubilair en kantoorartikelen) waarin circulariteit een belangrijke rol moet spelen. Ook in de lopende contracten kijken we wat er mogelijk is qua circulariteit. Daarnaast is het cruciaal dat we het circulaire gedachtegoed meer verspreiden. Het is daarbij belangrijk om duidelijk uit te leggen wat we (willen) doen, en waarom. 

Ook Rijksbreed is er een groeiende aandacht voor circulariteit. In 2023 is daarom Rijk Circulair gestart, het vervolg op de Rijksbrede Circulaire beurs die in 2022 door IenW en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland werd georganiseerd. Rijk Circulair is een initiatief om de eigen bedrijfsvoering van het Rijk circulair te maken. Het Rijk Circulair wil in 2030 de helft minder nieuwe grondstoffen gebruiken.  

Verminderen restafval

In 2023 was het percentage restafval 82% van het totale kantoorafval. Dit is veel hoger dan onze doelstelling: 35% van het totaal. De totale, absolute hoeveelheid kantoorafval is ten opzichte van 2022 wel gedaald: van 547 ton afval in 2022 naar 474 ton in 2023.

Kantoorafval bij IenW

Kantoorafval bij IenW
20192020202120222023
Kantoor - afval (kg)802.457373.199161.735547.013473.862
Restafval (kg)422.064238.085115.293441.482388.675
Aandeel restafval53%64%71%81%82%
Brontabel als csv (184 bytes)

Als we de coronajaren buiten beschouwing laten, is er een kleine positieve trend in absolute hoeveelheden zichtbaar van de hoeveelheid afval die we creëren en de hoeveelheid restafval die overblijft. Duidelijk is echter dat we er tot nu toe onvoldoende in geslaagd zijn om de afvalscheiding te verbeteren. Net voor Corona hadden we verschillende interventies gepland die uiteindelijk niet zijn doorgegaan. Daarna hebben we in 2023 geen maatregelen genomen om het scheiden te verbeteren. Het verbod op wegwerp-koffiebekers, vanaf 1 januari 2024, gaat ons alvast helpen om de totale hoeveelheid afval te verminderen.  

Kantoren en kantoormeubilair

Bij het verbouwen en meubileren van onze kantoren speelt circulariteit inmiddels al een grote rol. De ontwikkelingen voor deze categorie gaan relatief snel, omdat de circulaire mogelijkheden hier redelijk duidelijk zijn. En omdat de materialen relatief makkelijk hergebruikt kunnen worden, zonder dat ze inboeten aan kwaliteit.

Bij het verbouwen en herinrichten van de Rijkswaterstaat-kantoren van Haarlem en Rotterdam in 2023 speelde circulariteit bijvoorbeeld een belangrijke rol. Zo is er bijvoorbeeld bedrijfskleding gebruikt voor het maken van tafelbladen in Haarlem, zijn er oude tafelbladen gebruikt om kasten, bijzettafels en statafels van te maken en zijn er 600 tweedehands lockers overgenomen. En de akoestische panelen van de plafonds van het kantoor van Rijkswaterstaat in Middelburg zijn door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt geschuurd en weer netjes gemaakt, en zijn opnieuw gebruikt voor de belcellen in dit kantoor.

Circulair sloopprogramma

Rijkswaterstaat beschikt over diverse panden die langdurig leeg staan of niet meer functioneel zijn. Om deze panden zo duurzaam mogelijk te ontmantelen, is in 2022 gestart met een circulair sloopprogramma. Het doel van dit programma is dat de demontage van deze panden zoveel mogelijk herbruikbare materialen oplevert. In 2023 zijn 5 van deze panden (in Tiel, Roermond, Maastricht, Baarlo en Moerdijk) gesloopt. De aannemers hebben hierbij vooraf aangeven welke materiaalstromen ze zouden gaan hergebruiken.

'We willen medewerkers in het vervolg meer bij zulke veranderingen gaan betrekken'

Catering

Vegetarisch en veganistisch 

In 2023 is de catering van RWS gefaseerd overgegaan naar een volledig vegetarisch aanbod. Vanaf 1 januari 2024 is alles vegetarisch. We merken wel dat dit bij sommige collega’s tot discussies en ontevredenheid leidt. Daarom willen we medewerkers in het vervolg meer bij zulke veranderingen gaan betrekken.  

Ook in het Rijkskantoor aan de Rijnstraat 8 wordt het aanbod van de catering bij vergaderingen en evenementen steeds verder uitgebreid met vegetarische en veganistische opties. De standaardlunch is vegetarisch en in 2023 zijn er meer en nieuwe veganistische items toegevoegd, zoals vegan croissants en bittergarnituren.  

In 2023 heeft IenW meegedaan aan de Week zonder Vlees en Zuivel. Een week lang serveerde het bedrijfsrestaurant aan de Rijnstraat 8 alleen vegetarisch en veganistisch eten. In de koffiecorners werden alleen cappuccino’s geserveerd met plantaardige melk.  

In 2023 liep in dit restaurant ook het nieuwe project ‘Koffiedrab’. Hierbij zijn 215.464 koppen koffie ‘hergebruikt’. Bij dit proces werden de gemalen en gebruikte koffiebonen, ook wel 'drab’ genoemd, apart ingezameld en retour gebracht naar de leverancier. Deze drab werd vervolgens gebruikt om oesterzwammen op te telen, die weer verwerkt zijn tot bitterballen, kroketten, burgers en chips. Deze zijn daarna vervolgens weer aangeboden op de Rijnstraat 8. Deze pilot loopt nog door in 2024. 

Koffie en thee bij Rijkswaterstaat
Koffie en thee bij Rijkswaterstaat

True pricing 

True pricing gaat over het betalen van de ‘echte prijs’: de marktprijs van een product, plus verborgen sociale- en milieukosten. Het is dus de prijs die voor een product moet worden betaald om het volledig duurzaam te maken, zowel ecologisch als sociaal. True pricing helpt om medewerkers inzicht te geven in de wereld achter producten en stimuleert duurzame keuzes. 

Een pilot in het Grand Café in Utrecht met true pricing rondom plantaardige melk en koemelk bleek vrij succesvol. Omdat de prijs voor koemelk hoger lag, zagen we dat steeds meer collega’s voor plantaardige melk kozen. De true pricing van melk is daarom in 2023 standaard ingevoerd. 

Ook in het bedrijfsrestaurant op de Rijnstraat 8 liep in 2023 een project met true pricing. Medewerkers konden vrijwillig de ‘echte prijs’ betalen voor 15 producten uit het assortiment, waaronder melk, kroketten of broodjes met kaas of vleeswaren. Dit leverde ruim 700 euro op, die naar twee duurzame goede doelen gaat: Trees for All en Circular Green.  

In 2024 wordt besloten hoe we verdergaan met true pricing in het bedrijfsrestaurant op Rijnstraat 8, op zo’n manier dat de echte prijs ook daadwerkelijk ten goede komt aan verduurzaming binnen de keten van dat product. 

Voedselverspilling
Voedselverspilling willen we zoveel mogelijk voorkomen. Samen met onze cateraar kijken we continu hoe we het aanbod nauwkeuriger aan kunnen laten sluiten op de vraag. Zo daalde de voedselverspilling in het bedrijfsrestaurant van RWS van 6,1% (2022) naar 4,9% (2023). Op Rijnstraat 8 lopen ook verschillende projecten tegen voedselverspilling die in 2023 samen 11.600 kg CO₂ bespaarden.  

Bedrijfskleding

Bij Rijkswaterstaat dragen ongeveer 1000 medewerkers bedrijfskleding. Het gaat dan bijvoorbeeld om weginspecteurs of medewerkers die actief zijn op onze vaarwegen. In 2022 is een nieuw contract afgesloten voor deze bedrijfskleding. Het uitgangspunt hierbij was om zoveel mogelijk duurzame en circulaire uitgangspunten toe te passen: van het gebruik van gerecyclede materialen tot het geschikt maken om opnieuw te recyclen.

Zo is de werkbroek gemaakt van gerecyclede petflessen. Omdat deze stof een hogere slijtvastheid heeft dan katoen, kan deze broek ook langer mee. Het kledingpakket is bovendien sober, met weinig details, waardoor het makkelijker te recyclen is. Maar de grootste duurzaamheidsslag zit hem in het schrappen van een deel van de kledingartikelen. Zo komt de formele kleding - zoals pantalons, colberts, overhemden en stropdassen – te vervallen en op de verkeerscentrales dragen medewerkers geen bedrijfskleding meer.

Samen met de leverancier wordt het gebruik van duurzame materialen in kaart gebracht middels het Digital Product Passport (DPP). In het derde kwartaal van 2023 is een succesvolle draagproef gehouden. Het streven is om het nieuwe kledingpakket in september 2024 te verstrekken aan de verschillende medewerkers. 

De ILT heeft in 2023 alle dienstkleding al vervangen voor ongeveer 600 inspecteurs. In verband met de veiligheidsaspecten is 100% duurzame kleding niet mogelijk, maar we gaan voor zo-duurzaam-mogelijk. Zo wordt de kleding zonder kinderarbeid geproduceerd en wordt oude dienstkleding duurzaam ingezameld, voor recycling of verwerking. Ook heeft de ILT zijn assortiment onder de loep genomen en kleding geschrapt die in de praktijk eigenlijk maar weinig of niet werden gebruikt. Duurzaamheid was hierbij niet het aandachtspunt, maar het heeft wel een duurzaam effect. Zo is het witte overhemd bijvoorbeeld geen onderdeel meer van de dienstkleding.  

Foto medewerker IeW in Rijkskantoor Rijnstraat 8
Medewerker van IeW in Rijkskantoor Rijnstraat 8